DE PAARDENKASTANJEMINEERMOT IN UITHOORN
Dit jaar hebben we in Uithoorn voor het eerst te
maken met de paardenkastanjemineermot. Deze mot leeft, zoals zijn
naam al zegt, op de paardenkastanje.
Deze mot kan niet goed worden bestreden omdat de soort zeer
algemeen is en zich gemakkelijk verspreidt. De enige methode om de
kans op besmetting in het voorjaar te verminderen is het 's winters
opruimen en afvoeren van de afgevallen bladeren. Komende winter
ruimt de gemeente de bladeren dus goed op zodat we de mot hopelijk
volgend jaar niet meer terugzien. Het kan zijn dat u een
paardenkastanje of esdoorn in de tuin heeft staan en u vermoedt dat
deze is aangetast door de paardenkastanjemineermot. Door de
aangetaste bladeren tegen het licht te houden zijn ze goed te zien.
Ruim dan ook in de winter de afgevallen bladeren op. De boom heeft
dan minder kans opnieuw besmet te worden in de lente. U kunt de
bladeren in het GFT-deel van uw duo-bak gooien.
Het motje en de rups
Het motje zit graag op de witte en de rode paardenkastanje.
Daarnaast zit hij incidenteel op de gewone en de noorse esdoorn. De
poppen van de paardenkastanjemineermot overwinteren op de grond in
afgevallen bladeren van de boom. De eerste vlindertjes verschijnen
van eind april tot begin mei. De rupsen die later uitkomen, boren
zich in het bladweefsel en vormen daar opvallende blaasvormige
doorzichtige gangen. Deze gangen zijn lichtbruin van kleur.
Uiterlijk
Het motje is 4-5 mm groot en heeft een opvallend kuifje. De
voorvleugels zijn bedekt met glanzend koperkleurige schubben en een
drietal wit/zwarte banden. De rupsjes zijn geelgroen van kleur.
Schade
Bij massale aantasting overlappen de gangen elkaar, waardoor hele
bladeren kunnen verbruinen en voortijdig afvallen. Op korte termijn
leidt dit niet tot schade maar op langere termijn kan de vitaliteit
van aangetaste bomen ervan te lijden hebben, waardoor ook andere
aantasters zich kunnen gaan manifesteren.
Gemeente Uithoorn