Agalev pleit
voor verdere promotie van LPG en uitbouw openbaar vervoer
Agalev pleit voor verdere promotie van LPG en uitbouw openbaar vervoer
Brussel 11 augustus 2003
Enkel structurele oplossingen bieden uitweg uit ozonproblematiek
De werkvergadering over de ozonproblematiek, die de minister van
Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling, en de minister
van Mobiliteit en Sociale Economie op dinsdag 12 augustus 2003
organiseren, moet meer zijn dan een onderonsje tussen twee
excellenties. Ze is zinloos zonder de aanwezigheid van de ministers
verantwoordelijk voor Energie en Financiën. De Regering moet erkennen
dat de ozonproblematiek alleen ernstig kan bestreden worden door een
veelheid aan maatregelen. Dat kan enkel bereikt worden door
samenwerking tussen alle bevoegde ministers, op Europees, federaal en
gewestelijk niveau.
Het basisprobleem is dat energie nu spotgoedkoop is. Dat leidt ertoe
dat energie gewoonweg verspild wordt. De Vlaamse groenen waren tijdens
de verkiezingscampagne de enigen die opkwamen voor een energieheffing,
gekoppeld aan een lastenverlaging op arbeid. De nieuwe regering heeft
wel de accijnsen op motorbrandstoffen verhoogd, maar zonder die
verhoging in te passen in de vergroening van de fiscaliteit of in een
duurzaam mobiliteitsbeleid. Zo is de kans klein dat dit tot een
zichtbare mentaliteitswijziging leidt bij de automobilisten. Agalev
pleit voor een fiscaal neutrale operatie: laat de vaste kost voor het
autobezit dalen, en bevoordeel milieuvriendelijke brandstoffen en
auto's fiscaal ten opzichte van milieuvervuilende brandstoffen en
auto's.
Lange termijn
Auto's en vrachtwagens zijn de hoofdverantwoordelijken voor de
uitstoot van de voorloperstoffen (stikstofoxiden en vluchtige
organische stoffen) die samen ozon doen ontstaan. Enkel maatregelen op
lange termijn en op grote schaal kunnen blijvend een oplossing bieden.
En laten we realistisch blijven: de enige sluitende oplossing is dat
de uitbouw van het openbaar vervoer het autogebruik zal doen dalen.
Natuurlijk zijn ook technische maatregelen positief -- de vermindering
van de emissies door wagens en een betere samenstelling van de
benzine. Ervaring in het buitenland (bijvoorbeeld de VS waar men al
jaren lang bezig is met een actief beleid ter zake) leert dat
technische maatregelen steeds opnieuw ingehaald worden door de
aangroei van het wagenpark en de toename van het aantal gereden
autokilometers.
Symptoombestrijding
Agalev erkent dat maatregelen op heel korte termijn, bijvoorbeeld
verkeer beperken op dagen met echte ozonpieken inderdaad onzinnig
zijn. Maatregelen die gedurende een langere periode worden aangehouden
(bijvoorbeeld twee of drie zomermaanden, of minstens gedurende een
hittegolf) zorgen hoe dan ook voor een beperkt effect. Het is niet
correct te suggereren dat dit effect onbestaande zou zijn. Bovendien
toont wetenschappelijk onderzoek aan dat een blijvende vermindering
van de snelheid van auto's zorgt voor een daling van de uitstoot van
stikstofoxiden.
Daarbovenop kunnen de Ministers van Leefmilieu en Mobiliteit verder
investeren in de sensibiliseringscampagne "Minder ozon, dat lucht op!"
die gewezen minister Magda Aelvoet in juli 2001 lanceerde. De burger
kan immers zelf meewerken in de strijd tegen het schadelijke ozongas:
de auto thuis laten voor kleine afstanden, je wagen en je
verwarmingsinstallatie regelmatig laten controleren,
snelheidsbeperkingen respecteren, bruusk optrekken vermijden (zorgt
immers voor een verhoogde uitstoot tussen de 200 en de 400 %!),
milieuvriendelijker auto's kopen.
Dat er bijkomende maatregelen nodig zijn, blijkt uit de Europese
ozonrichtlijn die bepaalt dat in 2010 de richtwaarde van de
Wereldgezondheidsorganisatie, 120 microgram per kubieke meter, niet
meer dan 25 dagen per jaar overschreden mag worden. Nu wordt het
publiek pas geïnformeerd van het ozongevaar vanaf de richtwaarde 180
microgram per kubieke meter! Paars zal hoe dan ook onder Europese druk
verder moeten wandelen op het pad dat Magda Aelvoet en Isabelle Durant
reeds effenden. De nieuwe regering zal verder kunnen bouwen op het
door Magda Aelvoet in juni 2000 gelanceerde "Federaal plan ter
bestrijding van verzuring en Troposferische Ozon 2000-2003". Dat
voorzag ondermeer in een premiestelsel dat de ombouw van wagens naar
LPG aanmoedigt en de belasting van de inverkeerstelling van nieuwe
LPG-wagens verlaagde. De Paars-groene regering zorgde ook voor de
promotie van de zogenaamde Euro4-wagens. Dit zijn voertuigen die
voldoen aan de strenge Europese normen en waarvan de uitstoot
gemiddeld 40 % lager ligt. Tenslotte werden zwavelrijke brandstoffen
duurder zodat nu zwavelarme brandstoffen gemeengoed zijn geworden.
Globaal gezien moet de regering het gebruik van LPG bevorderen.
Daarbij moet ook een akkoord bereikt worden met de Minister van
Binnenlandse Zaken (verantwoordelijk voor brandweer) opdat LPG-wagens
gestationeerd kunnen worden in ondergrondse parkeergarages. Ook het
door Magda Aelvoet gelanceerde K.B. dat voorziet in een vermindering
van de uitstoot van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in de sectoren
van decoratieve verven en vernissen, carrosserieverven en drukinkten
zal moeten worden verdergezet.
Rol van de auto beperken
De plaats voor de auto in de duurzame samenleving die we hopelijk in
de toekomst zullen mogen beleven, zal beperkter zijn. Een
ongebreidelde groei zit er niet meer in. Wel een groei naar meer
kwaliteit, naar compacte stadsmodellen, het maximaal uitspelen van de
complementariteit tegenover publieke vervoerswijzen. Enkel in het
perspectief van een globale trendbreuk inzake mobiliteit en aandacht
voor het stimuleren van fiets- en voetgangersverkeer, meer openbaar
vervoer, carpooling en autodelen zal de strijd tegen het schadelijk
ozon gewonnen worden.
Bart Staes Europarlementslid Waarnemend politiek secretaris Agalev
Agalev (Vlaanderen)