European Commission

IP/03/1150

Brussel, 6 augustus 2003

Commissie geeft Microsoft laatste kans om zijn opmerkingen te maken voordat zij haar antitrustonderzoek afsluit

De Europese Commissie heeft Microsoft een laatste kans gegeven om zijn opmerkingen te maken voordat zij haar antitrustonderzoek afsluit. De Commissie heeft bij een hele reeks verschillende consumenten, leveranciers en concurrenten aanvullende bewijzen verzameld. Deze bewijzen bevestigen - en schragen in veel opzichten - de conclusie die de Commissie al eerder had getrokken, namelijk dat Microsoft gebruik maakt van zijn machtspositie op de markt van PC's gebruikt om die op de markt van goedkope servers uit te breiden en dat Microsoft, door Windows Media Player te koppelen aan het Windows besturingssysteem voor PC's de concurrentie op het punt van de intrinsieke kwaliteit verzwakt, productvernieuwing verstikt en uiteindelijk de keus voor de consument vermindert. De Commissie verzoekt Microsoft voorts een reeks maatregelen toe te lichten die het wil opleggen om een einde te maken aan de door het bedrijf vastgestelde inbreuken op de concurrentieregels. Dit complexe onderzoek loopt nu op zijn einde, maar de Commissie zal nauwlettend blijven toezien op de inachtneming van de geldende procedures. Zij heeft daarom een laatste mededeling van punten van bezwaar aan Microsoft gericht.

Mario Monti, de voor concurrentie verantwoordelijke Commissaris, heeft verklaard: Deze mededeling van punten van bezwaar, waarin passende corrigerende maatregelen zijn vervat, geeft Microsoft een laatste kans om zijn opmerkingen te maken voordat de Commissie de zaak afsluit. Wij zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de uiteindelijke afloop van deze zaak in het belang van de innovatie en van de consument is.

De bewijzen die zijn bijeengebracht

In de mededeling van punten van bezwaar wordt Microsoft allereerst ingelicht over de resultaten van het laatste diepgaande onderzoek dat de Commissie op de markt heeft verricht. De bewijzen die zij in het kader van dit onderzoek heeft verzameld bevestigen het gebrek aan interoperabiliteit en de koppelverkoop die in de vorige mededelingen van punten van bezwaar van de Commissie werden beschreven (zie IP/00/906 en IP/01/1232). In het licht van deze elementen is het de voorlopige conclusie van de Commissie dat het misbruik door Microsoft nog steeds doorgaat.

Op het gebied van interoperabiliteit bevestigen de door de Commissie verzamelde bewijzen dat Microsoft zijn machtspositie op de markt van PC's gebruikt om zijn macht uit te breiden op de markt van goedkope servers, computers die worden gebruikt om basisdiensten te verstrekken aan PC's in bedrijfsnetwerken.

De Commissie heeft contact opgenomen met een groot aantal kleine, middelgrote en grote bedrijven uit alle sectoren van de industrie, overal in de EER, en hun de vraag gesteld of overwegingen op het gebied van interoperabiliteit bij hun aankoopbeslissingen een factor waren en of de weigering van Microsoft hierover informatie te verstrekken hun beslissingen beïnvloedden. Een overweldigende meerderheid van de klanten die op deze enquête hebben geantwoord wees erop dat weigering van Microsoft om interface-gegevens mee te delen - welke voor concurrerende servers nodig zijn om naar behoren met de Windows PC's en servers te kunnen "praten" - metterdaad hun keuze kunstmatig beïnvloedde ten gunste van de producten voor servers van Microsoft. Dit gedrag is schadelijk voor de concurrentie op het punt van de intrinsieke kwaliteit van het product.

Wat de koppelverkoop betreft heeft de Commissie met een groot aantal leveranciers in verschillende segmenten van de markt contact opgenomen. De betrokken ondernemingen vormen een representatieve aselecte steekproef onder eigenaren van inhoud, aanbieders van inhoud en ontwikkelaars van software in de gehele EER en de Verenigde Staten. Aan alle ondernemingen werd gevraagd informatie te verschaffen over de specifieke kenmerken van hun sector en over de factoren die hun commerciële beslissingen bepalen. Uit de antwoorden bleek dat de alomtegenwoordigheid van Windows Media Player op PC's hun ontwikkelingsstrategie kunstmatig ten gunste van Microsoft beïnvloedt. Hiermee wordt de voorlopige conclusie van de Commissie bevestigd dat het feit dat de koppeling van Windows Media Player door Microsoft aan het Windows besturingssysteem de concurrentie op het punt van kwaliteit verzwakt, de productinnovatie verstikt en uiteindelijk de keus van de consument beperkt.

Corrigerende maatregelen

Wat corrigerende maatregelen betreft heeft de Commissie voorlopig de belangrijkste verplichtingen aangegeven die onontbeerlijk zouden zijn om de concurrenten van Microsoft in het segment van goedkope servers volledige interoperabiliteit met de Windows PC's en servers te garanderen. Microsoft zou verplicht worden de interface-gegevens te verschaffen die nodig zijn om het concurrerende leveranciers van goedkope servers mogelijk te maken onder eerlijke omstandigheden met het bedrijf te concurreren.

Ten aanzien van de koppelverkoop heeft de Commissie twee mogelijke corrigerende maatregelen vastgesteld. De eerste zou bestaan in het van Windows loskoppelen van Windows Media Player: Microsoft zou aldus verplicht worden een versie van Windows aan te bieden waarin Windows Media Player niet zou zijn geïntegreerd. Dit is de corrigerende maatregel die normaliter op dit soort inbreuk wordt toegepast. De tweede zou een "must-carry"-bepaling zijn, waarbij Microsoft zou worden verplicht concurrerende afspeelsoftware met Windows aan te bieden. Met beide oplossingen wordt beoogd ervoor te zorgen dat de consument op het gebied van afspeelsoftware voldoende keus heeft.