Gemeente Amsterdam

Zwemverbod in de Sloterplas
6 augustus 2003 - Johanneke Helmers
De Dienst Waterbeheer en Riolering heeft blauwalg en botulisme geconstateerd in de Sloterplas. Het stadsdeel Slotervaart/Overtoomse Veld heeft dus besloten tijdelijk een zwemverbod in te stellen. Waarschuwingsborden dragen het verbod lokaal uit. En er wordt ook gehandhaafd. In de aangrenzende stadsdelen, Osdorp en Geuzenveld, zullen ook borden komen.

Natuurzwemmers kunnen onder andere terecht bij de Nieuwe Meer. Dit recreatiemeer is nog niet getroffen door blauwalg of botulisme. Voor meer informatie over zwemwater kunt u het volgende nummer bellen: 0800-9986734.

Botulisme

Botulisme is een ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie. Diverse klachten die op het eerste oog onschuldig lijken, kunnen kenmerken van deze ziekte zijn. Het is dus belangrijk om de ziekte te vermijden of snel te herkennen. Door een snelle behandeling kunnen patiënten volledig herstellen, hoewel het weken of maanden kan duren.
De ziekte begint met diverse klachten: misselijkheid, overgeven, moeheid, duizeligheid, algehele zwakte, een droge mond en buikklachten.

Blauwalg

Vergiftiging door de blauwalg komt alleen via de mond tot stand. Het gif dringt niet door in de huid. Ernstige vergiftigingen doen zich bij mensen zelden voor, omdat zij niet veel water binnen krijgen bij het zwemmen. Kleine kinderen zijn kwetsbaarder, omdat zij meer water binnen krijgen en eerder ziek worden door vergiftiging. Binnen twaalf uur na het zwemmen in water met blauwalg kunnen mensen last krijgen van de volgende verschijnselen: hoofdpijn, huiduitslag op armen of benen, maagkramp, misselijkheid, braken, diarree, koorts, een pijnlijke of rode keel, oorpijn, oogirritaties, lopende neus of gezwollen lippen. Deze verschijnselen houden ongeveer vijf dagen aan en verdwijnen vanzelf. Blauwalg hoeft niet altijd de oorzaak te zijn van bovengenoemde ziekteverschijnselen. Ook andere bacteriën en virussen zijn een mogelijke oorzaak; de klachten zijn vaak hetzelfde. Raadpleeg in deze gevallen daarom altijd uw huisarts.

© Gemeente Amsterdam