Hilversum, 6 augustus 2003
Nog geen uitsluitsel toezicht HMG
De Raad van State heeft geen definitief uitsluitsel gegeven over de vraag of de HMG zenders RTL4 en RTL5 onder het toezicht van het Commissariaat voor de Media vallen. Volgens de uitspraak van de Raad die vandaag in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank te Amsterdam van 20 juni 2002 is gedaan, heeft het Commissariaat terecht vastgesteld dat RTL4 en 5 onder Nederlands toezicht vallen. Maar omdat Luxemburg weigert het toezicht op te geven leidt dit tot de situatie dat daarmee twee autoriteiten, de Nederlandse en de Luxemburgse, bevoegd zijn toezicht te houden. En dat is in strijd met de Europese gedachte. Daarom heeft de Raad van State het hoger beroep dat RTL/de Holland Mediagroep S.A. en CLT-UFA S.A. eind juni vorig jaar indiende, gegrond verklaard en het eerdere besluit van het Commissariaat waarin werd gesteld dat RTL4 en 5 Nederlandse zenders zijn en dus onder de Nederlandse mediawet vallen, vernietigd.
De Raad van State verwijst het Commissariaat door naar de Luxemburgse nationale rechter of naar het Europese Hof van Justitie. Het Commissariaat beraadt zich over de te nemen stappen.
Los van deze procedure zal in Europees verband een betere oplossing gevonden moeten worden voor het regelen van de competentie tussen toezichthouders. Nederland stelt voor, in het kader van de herziening van de Europese richtlijn "Televisie zonder Grenzen", bij het vaststellen van de bevoegdheid rekening te houden met de lidstaat waarop een zender zich richt.
Noot voor de redactie,
Commissariaat voor de Media