Actueel

zake van ten onrechte ondergane verzekering en verdere uitleveringsdetentie na - rauwelijks - afgewezen uitleveringsverzoek
Bron: Rechtbank Haarlem

Datum actualiteit: 6-08-2003

Op 5 augustus 2003 heeft de rechtbank Haarlem een vergoeding toegewezen voor ten onrechte ondergane verzekering en verdere uitleveringsdetentie, maar deze, in afwijking van het verzoek, beperkt tot de gebruikelijke vergoeding. Verzoeker stelde zich op het standpunt dat de Minister het uitleveringsverzoek rauwelijks had afgewezen om te voorkomen dat een schending van de fundamentele rechten ingevolge de artikelen 5 en 6 EVRM aan het licht zou komen. Deze onrechtmatigheid zou er volgens verzoeker toe moeten leiden dat het gebruikelijke tarief voor schadevergoeding vervijfvoudigd zou moeten worden. Verzoeker verwijst in dit kader naar een AIVD-ambtsbericht, welk ambtsbericht de verdediging bewust niet heeft overlegd, noch voorafgaand aan of bij kennisneming van het uitleveringsverzoek, noch tijdens de behandeling van een door de verdediging ingediend verzoek tot opheffing van de uitleveringsdetentie.

De rechtbank is van oordeel dat de verdediging weliswaar stelt dat sprake is van onrechtmatig handelen van de minister van justitie, maar dat enig onderzoek naar de vraag of er van misleiding door de minister sprake is geweest, niet heeft kunnen plaatsvinden, reeds omdat de verdediging - kennelijk welbewust - in gebreke is gebleven het hiervoor bedoelde AIVD-bericht, waarop zij zich daarvoor baseert, in de loop van de uitleveringsprocedure over te leggen. De rechtbank handhaaft dan ook onverkort haar standpunt, na de behandeling van het verzoek tot opheffing van de uitleveringsdetentie op 9 januari 2003 gegeven, dat van een misleiding als door de verdediging gesteld, voorshands niet is gebleken.

De rechtbank overweegt verder dat overlegging van het ambtsbericht door de verdediging zou hebben geleid tot nadere informatie inwinning bij de minister van justitie, waarbij het niet onaannemelijk is dat deze nadere informatie of het uitblijven van informatie ertoe had kunnen leiden dat de rechtbank onder toelaatbaarverklaring van de verzochte uitlevering, eventueel met opheffing van de uitleveringsdetentie, de minister had geadviseerd geen gevolg te geven aan de verzochte uitlevering. Nu de verdediging kennelijk welbewust heeft nagelaten dat ambtsbericht aan de rechtbank over te leggen, heeft de verzoeker het in belangrijke mate aan zichzelf te wijten gehad dat een eerdere invrijheidsstelling niet is gevolgd. Zie ook uitspraak: 'AI0835'

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AI0833

Zie het origineel http://www.rechtspraak.nl/act...t_id=12708&i=&ti=