Nieuws en publicaties
---
Geneesmiddelen Bulletin
Augustus 2003
Ethinylestradiol/norelgestromin-pleister (Evra®) geregistreerd |
Adefovir dipivoxil (Hepsera®) geregistreerd
Ethinylestradiol/norelgestromin-pleister (Evra®) geregistreerd
Ethinylestradiol/norelgestromin-pleister is geregistreerd als
hormonale anticonceptie.(1) De pleister van waaruit het oestrogeen
en het progestageen via de huid in het lichaam wordt opgenomen, is,
evenals de depotinjectie, het implantatiestaafje en de vaginale
ring, ontwikkeld als alternatief voor vrouwen die moeite hebben met
het dagelijks innemen van orale anticonceptiva (OAC). Per
behandelingscyclus dient drie weken achtereen wekelijks één
pleister te worden aangebracht, gevolgd door een pleistervrije
week. Gemiddeld bedraagt de afgifte uit de pleister 20 µg
ethinylestradiol en 150 µg norelgestromin per 24 uur.
Norelgestromin is de actieve metaboliet van norgestimaat, een
progestageen van de derde generatie.
De klinische documentatie ter onderbouwing van de anticonceptieve
werkzaamheid bestond uit één open niet-vergelijkend onderzoek (2)
en twee open vergelijkende onderzoeken.(1 3) De
referentiepreparaten waren resp. een éénfase OAC van de derde
generatie (ethinylestradiol/desogestrel) (1) en een
driefasen OAC (ethinylestradiol/levonorgestrel) (3).
Gedurende 22.160 cycli bij 3.319 vrouwen traden in totaal 15
zwanger-schappen op, resulterend in een Pearl-index van 0,88
(95%BI=0,43-1,32). Wanneer uitsluitend naar het falen van de
methode werd gekeken (12/15), was de Pearl-index 0,7
(95%BI=0,31-1,10). Deze waarden bevinden zich in de range van die
van de referentiepreparaten, en van de Pearl-indexcijfers, zoals
die bekend zijn van andere éénfase OAC.(4) Subgroepanalyse toonde
aan dat de anticonceptieve werkzaamheid van de pleister bij vrouwen
met een lichaamsgewicht van 90 kg of meer significant lager (5
zwangerschappen bij in totaal 83 vrouwen) was dan bij lichtere
vrouwen.(1)
In de twee vergelijkende onderzoeken lag de therapietrouw ten
opzichte van de referentiepreparaten op een vergelijkbaar niveau.
Ook wat betreft het bloedingspatroon en de effecten op
stollingsparameters en de lipidenstofwisseling werden er geen
duidelijke verschillen ten opzichte van de referentiepreparaten
waargenomen. Wel werd in de met de pleister behandelde groep een
grotere stijging van 'protrombinefragmenten 1 en 2' gemeten. De
klinische relevantie van deze stijging is echter niet duidelijk.
Het bijwerkingenpatroon van de pleister was vergelijkbaar met dat
van de referentiepreparaten, met uitzondering van lichte tot matige
huidirritatie op de plaats van aanbrengen en een iets hogere
frequentie van pijnlijke borsten tijdens de eerste maanden van het
gebruik.
Vanwege het ontbreken van gegevens is vooralsnog geen uitspraak
mogelijk met betrekking tot het risico van zeldzame bijwerkingen,
met name het risico van veneuze trombose.(1) De fabrikant heeft
zich bij de registratie verplicht tot het verrichten van onderzoek
naar de incidentie van veneuze trombose in vergelijking met orale
hormonale anticonceptiva.
mw drs E.F.W. van Vlijmen
1. Productinformatie Evra via: http://www.emea.eu.int.
2. Smallwood GH, et al. Efficacy and safety of a transdermal
contraceptive system.. Obstet Gynecol 2001; 9: 799-805.
3. Audet MC, et al. Evaluation of contraceptive efficacy and cycle
control of a transdermal contraceptive patch vs an oral
contraceptive. A randomised controlled trial. JAMA 2001: 284:
2347-2354.
4. Loenen AC van (red.). Farmacotherapeutisch Kompas. Amstelveen:
College voor zorgverzekeringen, 2003.
Top pagina
Adefovir dipivoxil (Hepsera®) geregistreerd
Adefovir dipivoxil is een nieuw oraal middel voor de behandeling
van chronische hepatitis B. Het middel is een prodrug van adefovir,
een analogon van het nucleotide adenosine. Adefovir wordt
intracellulair omgezet in adefovirdifosfaat, dat selectief het
hepatitis B-virus (HBV) DNA-polymerase remt. Adefovir dipivoxil is
geregistreerd voor 'de behandeling van chronische hepatitis B bij
volwassenen met gecompenseerde leverziekte met tekenen van actieve
virale replicatie, aanhoudend verhoogde
serum-alanine-aminotransferase (ALAT)-spiegels en histologische
tekenen van actieve leverontsteking en fibrose, of met
gedecompenseerde leverziekte'.¹ Bij patiënten met gedecompenseerde
leverziekte kan adefovir eventueel worden toegevoegd aan een
behandeling met lamivudine indien de behandeling met lamivudine
niet aanslaat. De aanbevolen dosering bedraagt dd 10 mg adefovir
dipivoxil. Adefovir is actief tegen HBV, ook in geval van
lamivudineresistentie.
In twee 48 weken durende onderzoeken bij in totaal 522 patiënten
met gecompenseerde leverziekte werd een behandeling met adefovir
(294 patiënten) vergeleken met placebo (228 patiënten).² ³
Behandeling met adefovir resulteerde in een verminderde progressie
van fibrose en een significante verlaging van serum-HBV-DNA. Tevens
daalde bij een groter percentage behandelde patiënten de
serum-HBV-DNA-concentraties onder het detectieniveau (in de twee
onderzoeken resp. 21% en 51% met adefovir vs. 0% met placebo). In
één van de twee onderzoeken werd tevens gekeken naar de
HBeAg-seroconversie.³ Bij 12% van de patiënten in de adefovirgroep
werd seroconversie waargenomen tegenover 6% van de met placebo
behandelde patiënten.
Bij een subgroep van in totaal 40 patiënten met gedecompenseerde
leverziekte resulteerde de toevoeging van adefovir aan lamivudine
in een verlaging van serum-HBV-DNA.¹
Asthenie werd zeer frequent (>10%) als bijwerking van adefovir
gemeld. Tevens werd zeer vaak verhoging van het serumcreatinine
waargenomen, met name bij patiënten met meerdere risicofactoren
voor verslechtering van de nierfunctie. Gedurende de behandeling
dient de nierfunctie bij deze patiënten daarom nauwlettend te
worden gecontroleerd. Verder werden vaak (1%) misselijkheid,
flatulentie, diarree, dyspepsie, abdominale pijn en hoofdpijn
gemeld. Kortstondige verhogingen van serum-ALAT-waarden kunnen
optreden gedurende de behandeling. Na het stoppen van de
behandeling kunnen exacerbaties van hepatitis optreden. Na 48 weken
behandeling werden tot op dit moment geen met adefovir
geassocieerde HBV-mutaties gevonden.¹
mw. dr. T.G.J. van Rossum
¹. Productinformatie Hepsera via: www.emea.eu.int
². Hadziyannis SJ, et al. Adefovir dipivoxil for the treatment of
Hepatitis-B- e antigen-negative chronic Hepatitis B. N Engl J Med
2003; 348: 800-807.
³. Marcellin P, et al. Adefovir dipivoxil for the treatment of
Hepatitis B e antigen-positive chronic Hepatitis B. N Engl J Med
2003; 348: 808-816.
College ter Beoordeling van Geneesmiddelen