Gemeente Utrecht
2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
50 Vragen van de heer J.H. Berends
(ingekomen 18 juni 2003)
De fractie van Leefbaar Utrecht heeft met enige schrik kennis genomen van het feit dat onze stad vierde staat in het Nederlands klassement van autodiefstallen. 8 Op de 1000 auto's wordt jaarlijks gestolen, zo wijst een analyse van het Verbond van Verzekeraars uit.
Volgens Leefbaar Utrecht draagt het aantal autodiefstallen in belangrijke mate bij aan het gevoel van onveiligheid dat er is bij (een deel van) de bevolking van de gemeente Utrecht, net als huisinbraken, tasjes- en laptoproof, fietsendiefstal, etcetera.
Daarom wil de fractie van Leefbaar Utrecht graag een antwoord op de volgende vragen:
1. Is het College bekend met de door het Verbond van Verzekeraars opgestelde diefstalcijfers? Kan het College deze onderschrijven?
2. Wat is het huidige beleid van de politie en de gemeente om autodiefstallen tegen te gaan?
3. Is het college het met Leefbaar Utrecht eens dat het relatieve diefstalcijfer op korte termijn omlaag gebracht moet worden?
4. Zo ja, wat is het College van plan om deze kentering te realiseren?
5. Is het College bereid ook bij grote particuliere parkeergarages/terreinen extra aandacht en actie te vragen op dit onderwerp?
Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 5 augustus 2003)
Het artikel op de website en in de pers van het Verbond van Verzekeraars over gebieden met het grootste autodiefstalrisico blijkt gebaseerd te zijn op een kleinschalige cijfermatige exercitie van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, een onderdeel van het Verbond van Verzekeraars. Wat betreft aantallen op jaarbasis is er sprake van een stijging. Of dit feitelijk betekent dat Utrecht de vierde plaats in neemt van het klassement autodiefstallen is, zoals blijkt uit de informatie van het Verbond van Verzekeraars, niet duidelijk. Er ligt geen verdergaand onderzoeksrapport aan ten grondslag.
Alle zaken van diefstal auto die een dader/opsporingsindicatie hebben worden door de politie opgepakt. Voor de stand van zaken in de stad over de eerste vijf maanden van 2003 is door de politie een vergelijk gemaakt met de eerste vijf maanden van 2002. Dan blijkt er in 2003 een daling in te zetten van 33% t.o.v. 2002: 587 aangiften in de eerste vijf maanden van 2002 versus 395 aangiften in de eerste vijf maanden van 2003 (verschil van 192, ofwel afname van 33%).
Het college is met u van mening dat het relatieve diefstalcijfer op korte termijn verder omlaag gebracht moet worden.
Het college is van mening dat het Verbond van Verzekeraars autobezitters actiever over te nemen maatregelen voor kunnen lichten. Uit een onderzoek van het WODC blijkt dat startonderbrekingssystemen, maar ook de zogenoemde voertuigvolgsystemen nuttig lijken te zijn bij de preventie en opsporing van autodiefstal.
In de stad zijn afspraken gemaakt met eigenaren van parkeergarages dat zij hun parkeergarages afsluiten. Ook zijn de eigenaren aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid op het gebied van toezicht (bewaking, toezicht). Toezichthouders nemen parkeergarages mee in hun ronde.
Bijlage: Persbericht van het Verbond van Verzekeraars.
Meer diefstal motorvoertuigen in grote steden.
In en rond grote steden worden meer voertuigen gestolen dan in kleinstedelijke gebieden. Niet alleen in absolute aantallen, ook per duizend voertuigen is dat het geval. Dat blijkt uit een analyse van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS), onderdeel van het Verbond van Verzekeraars.
In het algemeen geldt dat hoe meer voertuigen in een gebied aanwezig zijn, hoe groter de diefstalkans is. Zo is de diefstalkans in de postcodegebieden Rotterdam en Amsterdam, waar zich veel voertuigen bevinden in vergelijking met andere gebieden, het grootst. Deze postcodegebieden samen bevatten in totaal zo'n 430.000 voertuigen (waaronder personenauto's, vrachtauto's, motoren, bestelauto's, etc.). Van die 430.000 werden er in 2001 en 2002 ongeveer 4.900 gestolen. Daarmee hebben deze gebieden een diefstalkans van 1, 1 5% (11,5 gestolen voertuigen per 1.000 voertuigen).
Opvallend is verder dat enkele gebieden die aan de landsgrens liggen, hoog scoren in de top-10 van de gebieden met de hoogste diefstalkans. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat de gestolen voertuigen in die gebieden naar het buitenland verdwijnen. Deze redenering gaat echter niet voor alle grensgebieden op; in het grensgebied Enschede is de diefstalkans bijvoorbeeld zo'n 0,2%, terwijl die in Heerlen ongeveer 0,8% is.
Top-10 diefstalkans (%) per postcodegebied*
1 Rotterdam (30..) 1,23
2 Amsterdam (10..) 1,09
3 Arnhem (68..) 0,95
4 Utrecht (35..) 0,85
5 Heerlen (64..) 0,77
6 Nijmegen (65..) 0,68
7 Den Haag (25..) 0,64
8 Eindhoven (56..) 0,64
9 Tilburg (50..) 0,58
10 Maastricht (62..) 0,57
* De diefstalkans van een motorvoertuig wordt bepaald door het aantal gestolen voertuigen te delen door het aantal aanwezige voertuigen in een postcodegebied. Een postcodegebied bevat alle straten met dezelfde eerste twee cijfers van de postcode. Het aantal gestolen voertuigen is een gemiddelde van de jaren 2001 en 2002. Het aantal aanwezige voertuigen is de stand op 1 januari 2002.
16 juni 2003
---- --