Vlaamse overheid

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap PERSMEDEDELING VAN HET MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 31 JULI

2003

Werkplaats uit oude steentijd opgegraven te Lommel Archeologische site is uitzonderlijk goed bewaard

In het industriegebied 'Maatheide' te Lommel graven archeologen van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (IAP) met steun van de stad Lommel sinds een tweetal weken een archeologische vindplaats op uit het Paleolithicum (Oude Steentijd). Het gaat om een concentratie vuurstenen, artefacten en werktuigen die er zowat 13.500 jaar geleden zijn achtergelaten door een groep jagers/verzamelaars. Uit de aard van het materiaal en de stratigrafische positie valt op te maken dat het om de eerste prehistorische mensen gaat die onze gebieden op het einde van de laatste ijstijd hebben bevolkt. Zij waren de vroegste vertegenwoordigers van de Homo sapiens (de moderne mens) die het grondgebied van het huidige Vlaanderen echt hebben bewoond.

De plaats waar het materiaal werd gevonden, de site Lommel-Blokwaters, was wel al langer bekend. In feite gaat het om een van de allereerste paleolithische vindplaatsen die ooit in Vlaanderen werd ontdekt, en mogelijk ook om de allerrijkste. Die vroege ontdekking had te maken met een samenloop van omstandigheden. Door de neerslag van zware metalen vanuit de zinkfabriek, die in de eerste helft van de twintigste eeuw in de buurt stond, stierf hier alle begroeiing af en begon het vrijliggende zand, dat sinds de laatste ijstijd door de vegetatie gefixeerd was geweest, opnieuw te verwaaien. Daardoor kwamen oude loopvlakken opnieuw bloot te liggen en vond men er lang begraven paleolithische voorwerpen weer aan de oppervlakte. In het Kempenlandmuseum van Lommel is veel van die oude collecties bewaard. Helaas ging deze inzameling nooit gepaard met wetenschappelijk onderzoek. Door de dikke stortlaag die daarna op het hele terrein werd aangebracht om de zandverstuivingen tegen te gaan (zij bedreigden de hele stad Lommel), was het tot voor kort ook niet mogelijk de huidige toestand van deze site te evalueren.

Aangezien dit stortmateriaal op dit moment opnieuw wordt verwijderd, om in dit hele gebied de komende jaren het begeerde glaszand te kunnen exploiteren, was het de hoogste tijd om een evaluatie te maken van het nog aanwezige archeologisch erfgoed. De 'cel prehistorie' van het IAP ging hier meteen aan het werk en trof al in de eerste zone die werd gesaneerd een nagenoeg intact bewaarde paleolithische werkplek aan. Het gaat om een zeer homogene concentratie vuurstenen voorwerpen die de materile getuigen zijn van specifieke activiteiten. De aanwezige werktuigen (zogenaamde stekers) wijzen erop dat de makers vooral been en gewei hebben zitten bewerken, vermoedelijk voor het maken van harpoenen en benen naalden. Hun kamp lag op een droge zandrug aan de rand van een meer. De omgeving was destijds licht bebost met berken en dennen en zij jaagden er met pijl en boog op dieren als elanden en bevers.

Uitzonderlijk aan de vindplaats is dat ook het toenmalig loopvlak perfect bewaard bleef. Deze oude witte bodem kan bovendien over grote afstand worden gevolgd, waardoor de kans zeer groot is dat men op dit terrein ook de komende jaren nog heel wat restanten van onze vroegste rechtstreekse voorouders zal aantreffen.

Meer informatie:
tot en met vrijdag 1 augustus bij
Marc de Bie
tel. 0473-88 19 13

nadien kunt u terecht bij
Marijn Van Gils
tel. 0473-88 19 28