PERSBERICHT VAN DE ECB
ARREST VAN HET EUROPESE HOF VAN JUSTITIE
31 juli 2003
Op 10 juli 2003 heeft het Europese Hof van Justitie (EHJ) uitspraak
gedaan in Zaak C-11/00 Commissie van de Europese Gemeenschappen
tegen de Europese Centrale Bank, waarin de Commissie de geldigheid
bestreed van het Besluit van de ECB 1999/726/EG van 7 oktober 1999
betreffende de preventie van fraude (ECB/1999/5).
De ECB benadrukt dat er altijd volledige overeenstemming heeft
bestaan tussen de Commissie en de ECB inzake de noodzaak van
bestrijding van fraude en andere onwettige activiteiten binnen de
Gemeenschap. De ECB hecht groot belang aan inspanningen ter
bestrijding van fraude. Het was in die geest dat de ECB, middels
haar Besluit van 7 oktober 1999, een onder een onafhankelijk comité
functionerende, veelomvattende fraudebestrijdingsregeling heeft
ingevoerd ter preventie en vaststelling van fraude en andere
onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de ECB
worden geschaad. Deze regeling vormde een afspiegeling van het
regime dat was ingesteld krachtens de Europese Verordening
betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor
Fraudebestrijding (OLAF). De ECB accepteert het oordeel van het EHJ
dat deze Europese Verordening van toepassing is op de ECB en dat
derhalve de bescherming van de financiële belangen van de ECB tegen
fraude en andere onwettige activiteiten dient te worden verschaft
onder dat algemene Europese regime, en niet afzonderlijk, zoals tot
nu toe het geval is geweest.
De ECB verwelkomt het feit dat het EHJ de onafhankelijkheid van de
ECB onderstreept door te verklaren dat "de auteurs van het
EG-Verdrag duidelijk hebben willen garanderen dat de ECB zich op
onafhankelijke wijze kan kwijten van de taken die haar bij het
Verdrag zijn opgedragen". De toepassing van de Europese Verordening
betreffende onderzoeken door het OLAF dient derhalve de
onafhankelijke uitvoering van de taken van de ECB niet te
belemmeren.
De ECB zal, in volledige naleving van de uitspraak van het EHJ in
deze zaak, de noodzakelijke stappen ondernemen om haar interne
regels en procedures aan te passen aan het juridische kader dat het
EHJ in zijn arrest verschaft, en zal de noodzakelijke maatregelen
nemen om nauwe coördinatie met het OLAF in de strijd tegen fraude
te garanderen.
Wat dit betreft verwelkomt de ECB het feit dat het EHJ heeft
benadrukt dat "niet valt uit te sluiten dat de ECB zo nodig
rekening houdt met de specificiteit van haar taken" bij het
invoeren van de voorwaarden en procedures die noodzakelijk zijn
voor de regulering van werkzaamheden van het OLAF ten aanzien van
de ECB, en dat "het aan de ECB is om aan te tonen dat de
beperkingen die zij uit dien hoofde stelt, noodzakelijk zijn". De
ECB merkt op dat het EHJ erkent dat bepaalde typen gevoelige
informatie over de activiteiten van de ECB geheim moeten kunnen
blijven om de door het EG-Verdrag aan haar opgedragen taken niet in
gevaar te brengen.
---
Europese Centrale Bank
Afdeling Pers en Informatie
Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main
Tel.: +49 69 1344 7455, Fax: +49 69 1344 7404
Internet: http://www.ecb.int
Reproductie is toegestaan op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.
---
ECB - European Central Bank
European Central Bank