Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Veiligheid baanwerkers is onvoldoende

De veiligheidsmaatregelen voor onderhoudsmedewerkers bij het spoor zijn onvoldoende. Bij ruim de helft van de controles op veertig locaties schoot de beveiliging van baanwerkers tekort, aldus de Arbeidsinspectie en Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). In veertien gevallen was sprake van ernstig gevaar voor een aanrijding en werd het werk stilgelegd.
Baanwerkers lopen een grote kans op een dodelijk ongeval. Volgens de Arbowet moeten risicos op het werk bij de bron worden aangepakt. Veilig werken aan de spoorbaan is daarom alleen mogelijk bij een strikte scheiding van de werkzaamheden en het gewone treinverkeer. In de praktijk schort het hier aan. Vaak blijft de dienstregeling intact en wordt bij onderhoudswerk een veiligheidsman aangesteld. Die waarschuwt de werkende ploeg voor aankomende treinen. De kans op concentratieverlies bij veiligheidsmensen is groot. Bovendien werken zij soms toch mee. Nog gevaarlijker is de inzet van een zogeheten extra veiligheidsman; dit gebeurt als er weinig zicht is op aankomende treinen. De extra veiligheidsman staat vaak in een bocht om de trein eerder te kunnen signaleren en geeft een teken aan de veiligheidsman bij de ploeg, die op zijn beurt collegas evacueert. Hierbij kunnen echter misverstanden ontstaan tussen de beide veiligheidsmannen. Deze verboden constructie is nog op grote schaal aangetroffen.
De Arbeidsinspectie en IVW treden samen op tegen aannemers, maar ook tegen de opdrachtgever, ProRail. Deze laatste laat de veiligheid van medewerkers te veel over aan aannemers. De beide inspectiediensten overleggen momenteel met ProRail en de drie grootste spooraannemers over aanpassing van de interne veiligheidsregels van ProRail. Volgens IVW en de Arbeidsinspectie is met de huidige regels de veiligheid van baanwerkers niet voldoende verzekerd. De beide toezichthouders gaan komend najaar opnieuw het werk aan het spoor controleren.