Vibratietraining leidt tot meer verbetering in sprongkracht, sprintvermogen en wendbaarheid dan een krachttraining zonder vibratietraining

Krachttraining in combinatie met vibratietraining is effectiever dan krachttraining alleen, zo blijkt uit een onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift "Leistungssport", no. 4, juli 2003 (HET tijdschrift voor (top)sport in Duitsland).

De resultaten en conclusies van dit onderzoek staan haaks op de conclusie die onderzoeker Jo de Ruiter van de Vrije Universiteit Amsterdam maakte naar aanleiding van hun studie. Hun bewering dat vibratietraining niet werkzaam kon zijn is eind vorig jaar breed uitgemeten in alle Nederlandse media.

In het onderzoek wordt voor het eerst aangetoond dat Galileo-vibratietraining effectiever is dan een vergelijkbare conventionele vorm van krachttraining ter verbetering van sport en spel specifieke fysieke kwaliteiten, met name een 30 meter sprint vanuit staande start, het uitvoeren van een "counter movement jump" en een slalom parcours. Wat betreft het laatste is opvallend dat ook subjectief de testpersonen, rugby spelers van Duits eredivisie niveau, aangeven meer stabiliteit te hebben verkregen en in relatie hiermee meer kracht in adductoren en abductoren. De studie is uitgevoerd aan de Phillips Universiteit in Marburg, Duitsland door dr. Berschin.

De studie vormt het bewijs van beweringen die werden geuit in een eerder verschenen artikel in de eerste uitgave van de Duitse "Olympiastützpunkte in Deutschland" in mei 2003, waarin al de succesvolle toepassing van Vibratietraining binnen de verschillende Duitse Olympische Steunpunten voor verschillende sporten is vermeld (BRON: Olympiastützpunkte in Deutschland", no 1 jaargang 1, mei 2003).

Tot nu toe is door het NOC*NSF met grote scepsis gekeken naar de ontwikkelingen rond vibratietraining. Het grote aantal studies gericht op vibratietraining geeft de grote interesse aan binnen de wetenschap, zoals ook weer bleek tijdens het 8e jaarlijkse congres van het "European College of Sport Science" op 9-12 juli in Salzburg, maar onderstreept ook het gebrek aan kennis over dit onderwerp. Hoewel de meeste studies de werkzaamheid aantonen zijn er enkelen die geen verbetering vinden in fysieke prestaties als gevolg van vibratietraining. Wetenschappers en trainers wijzen op het belang van kennis over het principe en juiste programmering.

Juiste toepassing van deze methode zou tot betere prestaties leiden, maar men moet wel oppassen voor onjuiste toepassing van vibratietraining, zegt Prof. Dr. Joachim Mester van de sport universiteit in Keulen, een autoriteit op het gebied van sport-wetenschappen en een van de onderzoekers van vibratietraining. Professor Mester zal de toepassing van vibratietraining presenteren tijdens het eerstvolgende IOC-congres in oktober in Athene en zal daar zowel de toepassingen en successen alsook de mogelijke gevaren van verkeerde vormen van vibratietraining aangeven (BRON: http://www.iocworldcongress.org/IOCWorldCongress_CongressProg.htm).

Meer wetenschappelijke informatie over vibratietraining en haar toepassingen vindt u op www.galileo2000.nl.



Geachte redactie,

Graag willen wij u op deze nieuwe studie attent maken. Hierin wordt wederom het effect van vibratietraining aangetoond. Nieuw is, dat nu ook is aangetoond dat Galileo training effectiever is voor het verbeteren van functionele sport specifieke activiteiten. Opvallend is dat ook de wendbaarheid is toegenomen. Dit is een specifiek effect van het kantelmechanisme van de Galileo. De afwisselende stimulering van linker en rechter been vraagt om een continue balanscorrectie. Hierdoor worden vooral ook de stabiliteitsspieren getraind. Dit is een uniek effect van de Galileo ten opzichte van andere vibratie apparaten.

Wellicht is dit interessant ter vermelding in uw blad.

Hieronder vindt u een samenvatting van de publicatie.

Leistungssport no. 4, juli 2003, pag 11-13: Zum Einzats von Vibrationskrafttraining als spezifischer Schnellkraft Trainingsmittel in Sportspielen auteur: dr. Berschin, Universiteit Marburg.

Onderzoeksplaats:
Universiteit Marburg, afdeling 'Sportmedizin'.

Auteurs:

- Dr. G. Berschin, onderzoeksassistent afd. Sportmedizin, Instituut voor sportwetenschappen en motologie, Phillips-universiteit Marburg
- I. Schmiedeberg, studiecoordinator Helmholz Gymnasium Heidelberg, Studie-opdrachtgever van de Duitse Rugby Bond.
- Prof Dr H.M. Sommer, Afdelingsleider Sportmedizin, Instituut voor sportwetenschappen en motologie, Universiteit Marburg

Doelstelling:
Beoordelen van de verschillen in effectiviteit van 2 trainingsvormen, namelijk Galileo training en een conventionele krachttraining.

Opzet:

- Populatie: 24 Rugbyers van een "bundesliga" (hoogste klasse) team.
- Galileo-groep (12 personen): Galileo-training
- Controle-groep (12 personen): conventionele krachttraining.

programma's:

- De Galileo-training bestond uit het uitvoeren van halve kniebuigingen in eigen tempo op de Galileo. Het extra gewicht was progressief opgebouwd van week 1 tot 6 met respectievelijk 25-30%, 40%, 50%, 60%, 65% en 70%. Het programma bestond uit 5 series van 3 minuten met 2-3 minuten seriepauze bij een frequentie van 20 Hertz en werd 3 keer per week uitgevoerd.
- De training van de controlegroep voerde explosieve halve kniebuigingen uit met 70% extra gewicht. Het programma bestond uit 5 series van 12 herhalingen met 2 minuten pauze en werd 3 keer per week uitgevoerd.

meetwaarden:
Er werd 3 keer een test uitgevoerd, nl vooraf, in het midden van de trainingsperiode en na afloop van de trainingsperiode. De personen waren tijdens de tests blessure/pijnvrij en hadden minimaal 24 uur geen sport activiteiten uitgevoerd. De tests bestonden uit:

1. maximaalkracht test (halve kniebuigingen met vrije halters)
2. 30 meter sprint uit staande start gemeten via electronische apparatuur.
3. sprongtest met Counter Movement Jump gemeten met krachtplatform.
4. slalom looptest gemeten via electronische apparatuur. Daarnaast werd gevraagd om subjectieve beoordeling van de sporters ten opzichte van de training, reactiesnelheid en accelleratievermogen in voorwaartse en in zijwaartse richting en stabiliteit.

resultaten:
De absolute resultaten werden eerst vergeleken.

- maximaaltest: deze steeg bij beide groepen met ongeveer 10% en was niet significant verschillend.
- bij de andere tests werd wel een verschil waargenomen, echter door de grote variantie waren de op deze wijze verkregen verschillen niet significant. Hierom werden vervolgens de percentuele veranderingen in de prestatie als uitgangspunt genomen.
- bij alle testwaarden werden hier hoogsignificant betere resultaten gevonden bij de Galileo-groep ten opzichte van de controlegroep (p<.01>- Galileo-training werd als positief en motiverend ervaren en men signaleerde een verbetering in alle subjectieve waarden.

discussie:
De auteur geeft aan dat de nieuwe vorm van training zeer goed geschikt is voor het verbeteren van spelspecifieke snelkracht kwaliteiten. De effecten van de Galileo-training zijn in alle gevallen beter dan bij de conventionele kracht groep. Dat de Galileo-training effectiever is is zowel objectief gemeten alsook subjectief vastgesteld. De betere effecten zijn waarschijnlijk het gevolg van verbeterde recrutering van motorische eenheden, terwijl ook de spierbalans verbeterd is tussen de agonisten en antagonisten. Een nieuwe constatering binnen de wetenschap van vibratietraining is, dat voor het eerst wetenschappelijk is aangetoond dat deze trainingsvorm effectief is voor het verbeteren van sport en spelspecifieke kwaliteiten. In hoeverre de gemelde krachtverbeteringen in adductoren en abductoren hierbij een rol spelen moet verder worden onderzocht.