COMMISSIE GELIJKE BEHANDELING
Spreidingsbeleid scholen verboden
Een vereniging voor protestants christelijk primair onderwijs heeft
een spreidingsbeleid ingesteld op hun veertien basisscholen. Op deze
scholen mag per groep maximaal vijftien procent van de leerlingen
anderstalig zijn. Dit zijn leerlingen die de Nederlandse taal als
tweede taal hebben. Ook kinderen uit de Sinti- en Romagemeenschap
worden beperkt tot groepen toegelaten. De vereniging wil met haar
spreidingsbeleid de kwaliteit van het onderwijs bewaken en de
integratie bevorderen. Als een anderstalige leerling zich aanmeldt
voor een groep waar het maximale percentage van vijftien procent is
bereikt, wordt de leerling niet toegelaten tot de groep. Wel wordt de
leerling doorverwezen naar een andere school binnen de vereniging waar
het vastgestelde percentage nog niet is overschreden.
Het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) en
het Anti Discriminatie Bureau (ADB) te Veenendaal vinden dat de
vereniging hiermee onderscheid maakt op grond van ras en brachten de
zaak voor de Commissie Gelijke Behandeling (CGB).
De CGB oordeelde vandaag dat het spreidingsbeleid van de vereniging in
strijd is met de gelijkebehandelingswetgeving.
Het spreidingsbeleid leidt er toe dat leerlingen die thuis Nederlands
spreken zonder meer worden toegelaten terwijl kinderen die thuis een
andere taal spreken (vaak allochtone kinderen) beperkt worden
toegelaten tot een groep. De Commissie acht het niet uitgesloten dat
een beperkt aantal anderstalige kinderen in een groep de kwaliteit van
het onderwijs kan bevorderen, maar stelt vast dat de vereniging geen
goede redenen heeft kunnen geven voor het gehanteerde percentage van
vijftien procent.
Ook de integratie wordt niet bevorderd met het spreidingsbeleid omdat
een leerling die naar een andere school verwezen wordt immers niet de
kans krijgt te integreren op de school van zijn of haar keuze. Ook is
niet gebleken dat de vereniging een integratiebeleid voert dat zich
richt op alle leerlingen, zowel van allochtone als van autochtone
afkomst.
De Commissie Gelijke Behandeling oordeelde dat niet is aangetoond dat
het gevoerde spreidingsbeleid voor anderstalige leerlingen leidt tot
kwalitatief beter onderwijs of tot meer integratie van allochtone en
autochtone leerlingen.
Daarnaast hanteert de vereniging een spreidingsbeleid speciaal gericht
op kinderen uit de Sinti- en Romagemeenschap. Voor deze groep geldt
een ander beleid dan voor autochtone, allochtone en anderstalige
leerlingen. Een leerling niet toelaten tot een groep of school vanwege
zijn of haar afkomst of ras, is in strijd met de
gelijkebehandelingswetgeving.
Het volledige oordeel (2003- 105) is te vinden op de website van de
CGB, www.cgb.nl