Ingezonden persbericht

Zomerconcerten Stichting Nijmeegse Orgelkring

Nijmegen, 17 juli 2003

PERSBERICHT

Jan Hage buit alle mogelijkheden van het Königorgel uit Improvisatie: een onbetreden weg vol verassingen

NIJMEGEN - Op dinsdag 29 juli geeft Jan Hage (Den Haag) een concert in de Sint Stevenskerk. Hage improviseert in verschillende stijlen. In zijn eigen compositie Psalm 146 blaast hij als het ware met alle inspanning een opblaaspop op. En met de Fantasie und Fuge über den Choral Ad nos salutarem undam van F. Liszt, sluit hij af met een van de hoogtepunten uit het orgelrepertoire. Het concert begint om 20.30 uur. De entree bedraagt 5 euro en 4 euro met korting.

Wie de mogelijkheden van een orgel goed wil leren kennen moet eigenlijk een improvisatieconcert bezoeken. Juist daar wordt alles wat een orgel te bieden heeft uit de kast gehaald. Een improvisatieconcert is ook heel spannend, ook voor de musicus zelf. De muziek die zal klinken hangt echt van het moment af. De stemming van de organist, de lichtval door de kerkramen, de klank van de registers, de ruimte, de akoestiek, het publiek en nog veel meer dingen, kunnen van invloed zijn op wat de organist speelt. De eerste toon is bepalend voor wat volgt. De organist vertelt een verhaal of wil een sfeer tekenen. Het is een kwestie van spanning opbouwen en weer laten afnemen, de weg van de geleidelijkheid volgen of met contrasten werken, naar een climax of juist een anticlimax toewerken, kortom: een weg vol verrassingen. Het Königorgel is uiterst geschikt voor improvisatie. Eigenlijk een optelsom van instrumenten die je als solist, als ensemble of in orkest kan laten optreden. Een heldere fluit, een scherpe cimbel, een warme hoorn, of een romantisch strijkende gamba scheppen heel andere sferen. De klank van het bovenwerk blijft hoog in de kerk hangen, terwijl het rugwerk juist boven het hoofd van de luisteraar klinkt. Orgelspel op één klavier kan subtiel klinken, drie gekoppelde klavieren kunnen de oren doen klapperen. Over de eerste improvisatie wil Hage niets verklappen.'Dat hangt echt van het moment af.' Van de tweede improvisatie weet hij alleen in welke vorm en stijl hij deze speelt: een suite in de Franse barokstijl. De suitevorm omvat een aantal korte onderdelen, zoals een duo, trio, een fuga en een dialogue. Kenmerkend voor de Franse barokstijl zijn de grote diversiteit aan klankkleuren en de vrije versieringen.

Jan Hage speelt tevens twee ccomposities. Eén van eigen hand, Psalm 146, en de Fantasie und Fuge über den Choral Ad nos salutarem undam van Franz Liszt. Psalm 146 is één deel van een reeks psalmen die niet of slechts zijdelings verwijzen naar de psalmmelodie. Een vrij-associatief werk zogenoemd. Meer een sfeerschets. De sfeer die psalm 146 bij Hage oproept is die van 'machinerie, energie, beweging die vanuit een geheimzinnige opening oplaait.' Hage: 'Alle inspanning is nodig om de psalm zelf als een opblaaspop te doen verschijnen.' De Fantasie und Fuga van Liszt behoort volgens Hage tot de hoogtepunten uit het orgelrepertoire: 'Een gigantisch driedelig werk, waarin Liszt het eenvoudige thema op een bewonderenswaardige fantasierijke manier uitwerkt. Soms uiterst virtuoos met grote contrasten; van verstilde passages tot uitbundige tutti.'

Jan Hage (1964) studeerde orgel aan het Utrechts Conservatorium. Hij studeerde af met aantekening improvisatie. Hage vervolgde zijn orgelstudie in Frankrijk en besloot deze met de Premier Prix à l'unanimité du jury. Hij geeft vele concerten, trad o.a. op met de Slagwerkgroep Den Haag en het Asko Ensemble, is componist en organist van de Kloosterkerk in Den Haag.

Voor de Pers
Meer informatie kunt u verkrijgen via Jenneke van de Streek, 030-2320657 (overdag), 024-3788696(avond) of Joost Langeveld, 024-3226360.