EVD
Brazilië: Algemene economische situatie, een tussenbalans
---
De regering Lula kan na zes maanden bewind nog steeds bogen op een
redelijke populariteit, hoewel de afgelopen maand sprake is van een
lichte daling. De kiezers kozen voor verandering en een snelle
herneming van de economische groei. Die is evenwel uitgebleven.
Sterker nog: in het eerste kwartaal was sprake van een daling van de
economie met 0,1 procent, terwijl in het tweede kwartaal de daling 0,9
procent bedroeg. De verwachtingen voor het gehele jaar 2003 werden
naar aanleiding daarvan reeds enkele malen naar beneden bijgesteld.
Volgens de Nationale Confederatie van de Industrie zal de groei van de
economie dit jaar minder dan 1,5 procent bedragen en die van de
industrie hoogstens 1 procent.
Hoewel over het gehele eerste semester genomen uitzonderlijke
resultaten op de handelsbalans konden worden geboekt (vooral te danken
aan de toen gunstige wisselkoersen), begon in juni 2003 een kentering
in de exportprestaties op te treden. Tegelijk met de stagnerende
economie was medio 2003 ook een toenemende werkloosheid te zien,
terwijl het volume van buitenlandse investeringen alleen al in de
sectoren energie en telecommunicatie met meer dan 50 procent daalde.
Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de recessie op de wereldmarkt,
maar vooral door de aanhoudende onzekerheid over interne regelgeving
en tariefbeleid.
Het bewind Lula, dat heeft ingezet op een stringent monetair beleid en
hoge rentetarieven, ziet zich thans genoodzaakt de teugels wat te
laten vieren om een hervatting van de economische groei te kunnen
verwezenlijken. In het licht van de laatste ontwikkelingen en mede
onder druk van de diverse belangengroepen om eindelijk ernst te maken
met de groeibelofte, werden door de regering recentelijk onder meer de
volgende maatregelen genomen of in het vooruitzicht gesteld:
* geleidelijke daling van de rentevoet (thans 26 procent, de reële
rente is thans een van de hoogste ter wereld). De verwachting is
dat het jaar zal kunnen worden afgesloten met een rente van
omstreeks 20 procent;
* instelling van het programma 'Eerste Tewerkstelling' (primeiro
emprego) voor jongeren tussen 16 en 24 jaar met toekenning van
incentives aan bedrijven die deze jongeren in dienst nemen met het
tweeledige doel de werkgelegenheid op te voeren en de
jongerencriminaliteit terug te dringen;
* opening van kredietlijnen voor MKB-bedrijven gericht op de export;
* opening van een kredietlijn door de nationale ontwikkelingsbank
BNDES (omstreeks 300 miljoen euro) voor de financiering van de
aankoop van kapitaalgoederen door bedrijven met een jaaromzet van
maximaal 50 miljoen real (15 miljoen euro). De goederen moeten op
de Braziliaanse markt worden betrokken;
* verhoogde toekenning met 25 procent van kredieten voor het komende
landbouwseizoen. De landbouw blijft een uitschieter in de
bedrijfsprestaties met opvallende productie- en groeicijfers.
Zonder die groei zou de Braziliaanse economie al lange tijd in de
rode cijfers verkeren;
* toekenning van kredieten tegen relatief lage vaste rente voor de
aankoop van vrachtwagens. Het programma Modercarga is gericht op
uitbreiding van de vrachtcapaciteit, essentieel voor een land waar
de transportkosten zowel in absolute als relatieve zin zeer hoog
zijn.
Intussen is weinig of geen vooruitgang geboekt in de behandeling van
twee cruciale grondwetsherzieningen, de herziening van het
pensioenstelsel en het belastingsysteem. Beide zijun gericht op een
structurele verbetering van de overheidsfinanciën. De onderhandelingen
verlopen moeizaam en de kans is reëel dat de uitkomst door concessies
aan de diverse belangengroeperingen nauwelijks een structurele
verbetering op de bedoelde terreinen zal inhouden.
Een van de alternatieven die de regering van Brazilië de komende
maanden voor een verlichting van de economische situatie en een
uiteindelijke herneming van de groei nog ter beschikking lijkt te
staan, is een verlenging van het standby-accoord met het IMF dat eind
van dit jaar afloopt. Het IMF heeft inmiddels al laten weten dat het
land kan rekenen op een gecontinueerde steun. Brazilië zélf, zo valt
thans te beluisteren, geeft aan die kredieten hard nodig te blijven
hebben, zij het dat het land zal aandringen op een flexibilisering van
de regels, waarbij overheidsinvesteringen worden gezien en geboekt als
overheidsuitgaven en aldus meetellen bij de vaststelling van het
begrotingstekort.
De overheid van Brazilië is, zonder overigens aan te geven hoe een en
ander gefinancierd zal worden, voornemens de komende vier jaar
investeringen in infrastructuur (energie, telecommunicatie, transport
en logistiek) te verrichten ter waarde van liefst 400 miljard Real
(omstreeks 120 miljard euro). Het investeringsprogramma ten bedrage
van circa 7,5 procent van het landelijke BNP zal - indien goedgekeurd
- het omvangrijkste Braziliaanse programma van overheidsinvesteringen
betreffen sedert het begin van de jaren zeventig, de tijd van het
zogenoemde economische wonder van Brazilië (met de bouw van onder meer
de Itaipu-waterkrachtcentrale, de Transamazonica-autoweg en de
Rio-Niterói-brug). Het economische ontwikkelingsconcept van toen
vormde echter ook de bakermat van een periode van hoge inflatie. Het
gevaar is niet ondenkbaar dat de regering Lula onder sterke druk om
hoge groeicijfers te kunnen behalen (weliswaar mede gericht op nobele
doelen als het terugdringen van de werkloosheid), in de verleiding zal
worden gebracht de inflatieteugels geleidelijk aan los te laten met
alle gevolgen vandien voor de economische stabiliteit.
28.07.2003
---
Bron: Nederlandse ambassade te Brasilia
Nummer: 104496
Zie ook:
Brazilië: economische ontwikkeling
Brazilië: economisch beleid
Meer informatie over dit onderwerp is op te vragen onder vermelding
van nummer 104496 bij de informatiemanager BRAZILIË (Suzanne Bouman),
e-mail BRAZILIË, fax (070) 385 80 97, telefoon (070) 778 87 33.