Gemeente Utrecht
Start aanleg Rijnkennemerlaan
Vier kilometer lange laan dwars door Leidsche Rijn
Dit najaar start de gemeente Utrecht met de aanleg van de Rijnkennemerlaan. Deze vier kilometer lange parkachtige laan loopt kaarsrecht door Leidsche Rijn en wordt daarmee één van de langste lanen van Nederland. Binnen een stedelijke omgeving is dit uniek.
Het ontwerp van de 20 meter brede laan bestaat uit gras met aan weerszijden een eindeloze rij populieren. De ophoging naar de hoger gelegen randen met woningbouw is hol van profiel; waardoor het effect ontstaat van een verrekijker. De randen worden met een betonnen band nog verder opgetild om het verrekijker-effect te versterken. H+N+S-landschapsarchitecten vat de laan dan ook op als 'een vizier op het oneindige'. Het komvormige profiel maakt de laan bovendien zeer geschikt voor het trappen van een balletje.
Een fiets- en wandelpad aan de oostzijde maakt van de Rijnkennemerlaan een belangrijke route voor langzaam verkeer dwars door Leidsche Rijn en verbindt verschillende parken en woonwijken met elkaar. In de toekomst is het de route bij uitstek om snel per fiets de Haarrijnseplas of het Noordelijke Sportbos in het Leidsche Rijn Park te bereiken. Ook geeft de laan aansluiting op de fietsboulevard richting het centrum.
Gefaseerde aanleg
De Rijnkennemerlaan start in Park Voorn en loopt door tot aan het Jac. P. Thijsselint aan de noordzijde van het Leidsche Rijn Park. De komende jaren wordt de laan stap voor stap aangelegd. Dit najaar start de gemeente met de aanleg van gedeeltes langs de gerealiseerde woningen in Parkwijk. Omwonenden worden hierover na de zomer nader geïnformeerd. Daarna worden gedeeltes van de laan in Terwijde aangelegd. In 2008 is in het kader van de spoorverdubbeling door Leidsche Rijn het nieuwe spoorviaduct over de Rijnkennemerlaan gereed. Dan is het volle zicht door de laan mogelijk.
De Rijnkennemerlaan is vernoemd naar de waterleidingbuizen van de Watertransportmaatschappij Rijnkennemerland. Deze ondergrondse buizen van 1,20 m. doorsnede die dwars door Leidsche Rijn lopen, vervoeren water uit het Lekkanaal naar de Kennemerduinen en de duinen bij Wijk aan Zee. Daar wordt dit water gezuiverd tot drinkwater voor het grootste gedeelte van Noord-Holland. Bovenop deze buizen mag niet gebouwd worden; gras en lage beplanting is het enige dat is toegestaan. Door de bijzonder inrichting van de Rijnkennemerlaan is deze barrière door Leidsche Rijn omgevormd tot een belangrijke aanwinst van het stadsdeel.
Park Grauwaert
Bijzonder aan de laan is verder dat deze ter hoogte van Parkwijk de opgravingen van de middeleeuwse vesting Grauwaert kruist. Dit was ooit een versterkte woontoren, vergelijkbaar met de Hamtoren bij Vleuten. In het ontwerp komt deze bijzondere plek terug als Park Grauwaert, waarbij het verhoogde voorplein van de vesting zichtbaar wordt. Ook wordt de oude rivierloop in het parkje teruggebracht.
---
Noot voor de media:
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot: Gemeente Utrecht, Projectbureau Leidsche Rijn, Jurjen van Keulen, 030-286 71 13. Voor een (digitale) luchtfoto van de Rijnkennemerlaan kunt u terecht bij Your Captain Luchtfotografie, tel. 030-2319658. Het kaartje en de illustratie in hogere resolutie kunt u opvragen bij afdeling communicatie Projectbureau Leidsche Rijn, tel. 030-2864054.
Het laatmiddeleeuwse kasteelterrein De Grauwaert
In de bodem van Leidsche Rijn bevinden zich op diverse plekken overblijfselen van versterkte wooncomplexen uit de late Middeleeuwen. Van slechts enkele hiervan is er nu bovengronds nog iets zichtbaar, met de Hamtoren als beste voorbeeld. Het merendeel van de versterkte complexen bestond uit een zogenaamde woontoren, bijna altijd gelegen op een omgracht eilandje. Daarnaast was er een eveneens omgracht voorhof aanwezig. Op dit voorhof was een boerderij met bijgebouwen gesitueerd, waar zich het dagelijkse leven afspeelde. De meeste woontorens werden gebouwd langs de bedding van de Oude Rijn. Deze Oude Rijn was rond 1200 grotendeels dichtgeslibd en fungeerde niet meer als rivier. Wel was de rivier waarschijnlijk nog als een depressie in het landschap zichtbaar. Bij de bouw van de woontorens in de dertiende eeuw werd van deze depressie gebruikgemaakt bij het graven van de grachten. De woontorens zelf werden gebouwd op de zanderige oever van de rivier, die een goede fundering vormde. De torens werden gebouwd door invloedrijke families uit de stad en door rijke boeren, veelal nazaten van elfde- en twaalfde-eeuwse ontginners. De defensieve waarde van deze kleine complexen was zeer gering: bovenal dienden de torens om de eigenaar de nodige status te verlenen.
De Grauwaert is zo'n versterkte woontoren geweest en is in gebruik geweest van het begin van de dertiende eeuw tot het begin van de negentiende eeuw. Uit de historische bronnen is weinig bekend over De Grauwaert, dat voor het eerst wordt genoemd in 1230 na Chr. Aanvankelijk was De Grauwaert in het bezit van het geslacht Van der Weyde en stond het bekend als Hof ter Weyde. In 1453 deed Dirk van der Weyde afstand ten gunste van Adriaan Grauwaert, wiens naam dit versterkte wooncomplex vanaf dat moment zou dragen.
De Grauwaert bestond uit een rond eilandje met een diameter van 17 meter, gelegen in de bedding van de Oude Rijn. Booronderzoek heeft op dit eilandje een massieve puinlaag aangetoond, waarschijnlijk de fundering van de toren. Over de toren zelf is nagenoeg niets bekend, mede door het ontbreken van historische prenten van De Grauwaert. Ten zuiden van de toren bevond zich een groot voorhof van ongeveer 80 bij 80 meter, verbonden met het kasteeleilandje door middel van een brug of een dam. Een kleinschalig archeologisch proefonderzoek heeft aangetoond dat het voorhof aan alle zijden was voorzien van een 7 meter brede en 2 meter diepe gracht. Vanwege de beperkte omvang van het archeologische proefonderzoek is er weinig bekend over wat er zich op het voorhof heeft afgespeeld. Er werden afvalkuilen, greppels, kadaverkuilen, paalkuilen en puinconcentraties aangetroffen. De paalkuilen zouden behoord kunnen hebben tot een houten boerderij of bijgebouw op het voorhof. Het proefonderzoek toonde bovendien aan dat de zuidelijke punt van het voorhof buiten de beschermde zone was gelegen. Dit deel van het voorhof werd daarom integraal opgegraven. Hier werden ondermeer de paalkuilen van een grote hooiberg gevonden, waaruit het agrarische karakter van het Grauwaertcomplex blijkt. Vanwege het grote brandgevaar waren hooibergen vaak op zo groot mogelijke afstand van de boerderij gelegen.
Tot in de jaren '50 van de twintigste eeuw was de - inmiddels gesloopte - Grauwaert nog tot in detail te herkennen in de percelering. De grote ruilverkaveling aan het einde van dat decennium vaagde elke herinnering aan De Grauwaert weg. Door de toekomstige inrichting van het park krijgt De Grauwaert na meer dan 40 jaar zijn plek in het landschap terug.
Utrecht, 28 juli 2003.