Het Nationaal Archief


Colijns omstreden ambtenarenverbod

Den Haag, 25 juli 2003
Precies zeventig jaar geleden - in juli 1933 - vaardigde het kabinet-Colijn het ambtenarenverbod uit. Het lidmaatschap van de Sociaal-democratische Arbeiders Partij (SDAP) en het hiermee verbonden Nederlandsch Verbond van Vakverenigingen (NVV) werd verboden voor defensiepersoneel. Voor alle ambtenaren gold het verbod lid te zijn van een groot aantal links- en rechts-extremistische organisaties. Twee fascistische organisaties ontbraken opmerkelijk genoeg op Colijns zwarte lijst: de NSB en de Nationale Unie (NU).

Oude bekende
In hoeverre was Colijns vriendschappelijke relatie met de voorzitter van de NU, prof. dr. F.C. Gerretson, van invloed? Deze was niet alleen de voormalige privé-secretaris van Colijn, maar ook 'ghostwriter' van verschillende publicaties van de staatsman. Sinds de oprichting in 1925 was Gerretson één van de drijvende krachten achter de NU: een conservatieve denktank van theoretiserende intellectuelen. Met Gerretsons aantreden als voorzitter in 1931 radicaliseerde NU in fascistische richting. De regering-Ruys de Beerenbrouck nam in maart 1933 verschillende maatregelen tegen de NU. De hartelijke verhouding tussen Colijn en Gerretson leed er niet onder. Tijdens de verkiezingen van april 1933 adviseerde Gerretson om op Colijn te stemmen als 'Leider van een Koninklijk Kabinet'. Colijn was lijstrekker van de Anti-Revolutionaire Partij. Alhoewel hij zich publiekelijk distantieerde van Gerretsons streven naar een autoritaire regering, onderhield hij ondertussen verregaande contacten met de NU-kopstukken. Hierin zinspeelde hij op de opheffing van de tegen de NU uitgevaardigde overheidsverboden onder een 'nieuwe regeering' (lees: kabinet-Colijn).

'Revolutionair en gevaarlijk'
Per brief protesteerde Gerretson op 27 juli 1933 bij Colijn tegen het feit dat de NSB niet onder het ambtenarenverbod viel. Deze partij was volgens hem 'revolutionair en gevaarlijk'. 'Hoe slecht zijn de departementen toch geïnformeerd', schreef Gerretson verontwaardigd. Het was echter Colijn die hiervoor verantwoordelijk was. Op de concept-zwarte lijst - samengesteld door de minister van Justitie - stond de NSB wel vermeld. Tijdens het kabinetsberaad van 24 juli 1933 waren op voorstel van Colijn de vrijdenkersvereniging De Dageraad en de NSB voorlopig geschrapt. Op verzoek van Mussert vond in augustus een onderhoud tussen de NSB-leider en de premier plaats. Tijdens dit onderhoud overtuigde Mussert een weinig kritische Colijn dat zijn NSB volkomen legaal werkzaam was.

Misverstand
Het regeringsbesluit om de NSB niet voor ambtenaren te verbieden ondervond in de Tweede Kamer scherpe afkeuring. Geen enkel Kamerlid verweet echter Colijn dat hij ook de NU ontzag. Uit de Handelingen van de Tweede Kamer blijkt dat verschillende parlementariërs ten onrechte veronderstelden dat het ambtenarenverbod voor de NU gold. Colijn liet hen in die waan.
Op 28 december 1933 verbood Colijn alsnog het NSB-lidmaatschap voor ambtenaren. Na vragen vanuit de Tweede Kamer motiveerde Colijn het verbod met Musserts houding ten aanzien van de Burgerwachten. NSB-ers mochten sinds maart 1933 geen lid zijn van de Burgerwachten. In november 1933 had Mussert het bevel gegeven om royement af te wachten. In een alarmbrief aan Colijn onthulde Gerretson op 22 januari 1934 dat de uitvoering van de voornoemde maatregel niet door de leiders van de fascistische organisaties, maar door het bestuur van de bond van de burgerwachten was gesaboteerd. 'De Heeren hebben daartoe zoowel bij Mussert als bij mij bezoeken afgelegd, waarbij eenen spoedige regeling van deze "vergissing" van het departement in uitzicht werd gesteld', aldus de NU-leider.

Gerretson adviseerde Colijn nadrukkelijk om het ambtenarenverbod voor de NSB niet te motiveren met Musserts houding ten aanzien van de burgerwachten: de NSB-leider kon Colijn dan publiekelijk 'een fnuikend antwoord' geven. In de Eerste Kamer gaf Colijn in februari 1934 een aanvullende motivering voor het ambtenarenverbod voor de NSB. Op enigszins dubieuze wijze citeerde hij Mussert ('zoo ongeveer was de inhoud') om het gezagsondermijnende karakter van de NSB aan te tonen. De NU bleef buiten het ambtenarenverbod. Na Gerretsons abrupte terugtreden in maart 1934 stortte de NU volledig in elkaar. Het ambtenarenverbod was daarmee niet langer noodzakelijk. Een verdienste van Colijn was dit allerminst.

Archief en literatuur

* Bron: R. te Slaa, 'Leider van een Koninklijk Kabinet'. Colijns fascistische bewonderaars omstreeks 1933, in: P. Pierik en M. Ros (red.), Eerste Bulletin Tweede Wereldoorlog (Soesterberg, 2000) p. 46-76

* Archief F.C. Gerretson (toegang 2.21.246) inventarisnummers 393, 727, 750, 1017

* Archief Raad van Ministers, 1823-1977 (toegang 2.02.05.02) inventarisnummers 228, 248 en 885


© 2002 Nationaal Archief .