Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Minister Brinkhorst vice-voorzitter WTo Conferentie
Nummer: 320
Datum: 25-07-2003
Minister Brinkhorst van Economische Zaken zal optreden als vice-voorzitter van de vijfde Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) die in september zal plaatsvinden in het Mexicaanse Cancún. De Algemene Raad van de WTO - het hoogste permanente orgaan - heeft de heer Brinkhorst op 24 juli unaniem gekozen. Minister Brinkhorst was door de Europese Commissie gevraagd zich beschikbaar te stellen voor deze functie als vertegenwoordiger van de groep geïndustrialiseerde landen bij de WTO.
De WTO conferentie wordt gehouden van 10 tot 14 september aanstaande in Cancún. Voorzitter van de Conferentie is de Mexicaanse minister van Buitenlandse Zaken Derbez. Minister Derbez vertegenwoordigt de groep van Latijns-Amerikaanse landen. De andere vice-voorzitters zijn minister Chowdhury uit Bangladesh namens de groep Aziatische landen en de Egyptische minister Boutros Ghali namens de groep Afrikaanse landen. Minister Brinkhorst zal de voorzitter bijstaan in het bij elkaar brengen van onderhandelende partijen om zo tot een evenwichtig akkoord te komen.
De Ministeriële Conferentie vormt het hoogste orgaan van de WTO, waarin de handelsministers van alle 146 WTO-leden vertegenwoordigd zijn en wordt tenminste iedere twee jaar gehouden. De laatste conferentie was in Doha, Qatar, november 2001. In Doha is een onderhandelingsagenda afgesloten, die in december 2004 moet leiden tot een nieuw handelsakkoord.
Over de volgende onderwerpen zal naar verwachting besluiten moeten worden genomen in Cancún: de gezondheidszorg, markttoegang voor landbouwproducten, markttoegang voor niet-landbouw producten, speciale en gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden en betere tenuitvoerlegging.
In Cancún moet de basis worden gelegd voor een goed eindresultaat in 2004. Dit is van belang om de internationale handel maximaal te laten bijdragen aan evenwichtige en duurzame groei van de wereldeconomie. Vrijmaking van de handel geeft een economische impuls aan de wereldeconomie. Volgens een recente studie in opdracht van het ministerie van Economische Zaken kan het effect van die vrijmaking tussen de 210 miljard dollar en 670 miljard dollar per jaar belopen. Voor Nederland betekent dat op jaarbasis een extra groei tussen de EURO 2 en 7 miljard.