Nivel
S.A. Meijer, E.M. Zantinge, P.F.M. Verhaak, SGBO: N. Kornalijnslijper,
K.A.P.W. Smeets, C.J.H.H. Schoenmakers, Evaluatie versterking
eerstelijns GGZ. Een onderzoeksprogramma om het beleid ter versterking
van de eerstelijns GGZ te evalueren. Tweede Interim Rapportage: maart
2003
NIVEL/SGBO/Trimbos-instituut, 2003, 230 pag.
Bestelcode: W7.34
Prijs: 15
Huisarts heeft het druk met patiënten met psychische klachten
24 juli 2003
De meeste mensen met sociale of psychische problemen die zich bij hun
huisarts aanmelden horen daar ook thuis. Ze vormen echter wel een
relatief zware belasting, doordat ze anderhalf keer zo vaak komen als
patiënten met alleen lichamelijke aandoeningen; bovendien duren hun
consulten bijna tweemaal zo lang brengen ze gemiddeld iets meer
problemen per consult naar voren.
Van alle problemen waarmee mensen naar de huisarts gaan is 8% van
psychische en sociale aard. Van de patiënten met zulke problemen
krijgt 54% een recept voor een antidepressivum, een slaapmiddel of een
kalmeringsmiddel.
Dit blijkt uit een voormeting naar de hulpverlening op het gebied van
de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) in de huisartspraktijk, waarbij
gebruik is gemaakt van gegevens uit de 2e Nationale Studie naar
ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk (NS2).
Uit de voormeting blijkt ook dat dat huisartsen in hun voorschrijf- en
doorverwijsgedrag weinig onderscheid maken tussen mensen met lichte en
met zware psychische klachten. Wie depressief is krijgt van de
huisarts bijna altijd (83%) medicijnen, ook al adviseren de
richtlijnen om daar terughoudend mee te zijn. Wie slechts een down of
depressief gevoel heeft krijgt meestal ook (65%) een recept. Beide
groepen worden relatief weinig (ca. 6%) doorverwezen naar de
gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg, bijvoorbeeld het RIAGG,
de eerstelijnspsycholoog of het algemeen maatschappelijk werk (AMW).
Ook mensen die overspannen zijn of tijdelijke stressklachten hebben
worden weinig doorverwezen.
De voormeting maakt deel uit van de evaluatie van een
onderzoeksprogramma naar de effecten van de versterking van de
eerstelijns Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Het onderzoek is
uitgevoerd door het NIVEL, het Trimbos-instituut en het SGBO
(Onderzoeks- en Adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten) in opdracht van het Ministerie van VWS en de stuurgroep
"Tussen de Lijnen".
De eerstelijnszorg (huisarts, algemeen maatschappelijk werk en
eerstelijnspsychologen) heeft eind jaren '90 een belangrijke taak
toebedeeld gekregen bij de opvang van mensen met psychische problemen.
De huisarts moet ervoor zorgen dat zij op de juiste plaats, liefst
binnen de eerstelijn, worden behandeld. Dat mag echter niet de
werkbelasting van de huisarts verhogen. Daarom zijn er in opdracht van
het ministerie van VWS allerlei versterkende maatregelen op touw
gezet.
Een deel van die maatregelen betreft kwaliteitsbevorderende projecten
ten behoeve van verbetering van de psychische hulpverlening in de
huisartspraktijk. Andere initiatieven beogen de capaciteitstoename van
het AMW en van de eerstelijnspsychologen, verbetering van de
beleidsmatige samenwerking op regionaal niveau, het bevorderen van de
samenwerking binnen de eerstelijn en tussen de eerstelijn en de
gespecialiseerde GGZ,
en de Consultatieregeling voor ondersteuning van de eerstelijn door de
tweedelijns-GGZ waar thans 120 projecten gebruik van maken (zie het
NIVEL-rapport GGZ-consultaties aan de eerstelijnszorg (registratie
2002) (PDF) . De effecten van deze en andere maatregelen op de
versterking van de eerstelijns GGZ worden de komende jaren onderzocht.
De eindresultaten worden in 2004 verwacht. Dan zal blijken of de
samenwerking tussen de eerste- en de tweedelijns GGZ is toegenomen
onder invloed van de stimuleringsmaatregelen van VWS.