Opkopzorg


Kapitaalslastenprobleem extramurale AWBZ-zorg opgelost

Met ingang van 1 april 2003 zijn de aanspraken voor de AWBZ omschreven in zeven functies. Voor de huisvesting of zorginfrastructuur van de zorgverlening, exclusief de functie verblijf, hebben instellingen geen vergunning ingevolge de WZV of toestemming ingevolge de TVWMD meer nodig. Tot 1 april was deze vergunning of toestemming noodzakelijk om kapitaalslasten in de budgetten van de instellingen op te nemen. Vanaf
1 april 2003 zullen de kapitaalslasten gedekt moeten worden uit de beleidsregelwaarden ex WTG voor de geleverde extramurale producten. Deze zullen dan wel aangepast moeten worden met een juiste kapitaalslastencomponent. Dit zal echter nog enige tijd vergen.

Met het Ministerie van VWS en het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (CBZ) is gesproken over een overgangsregeling waarbij het CBZ het CTG adviseert over de aanvragen van instellingen voor (extra) huisvesting van niet langer onder de WZV vallende (onderdelen van) zorgvoorzieningen. Op basis van het advies van het CBZ kan het CTG het huidige systeem van nacalculatie voorlopig continueren totdat er een definitieve oplossing is. In de Beleidsregel overgangsregeling kapitaalslasten extramurale zorgverlening is dit vastgelegd, zodat de procedure wettelijk is verankerd.

In de beleidsregel is gekozen voor algemene formuleringen. De beleidsregel heeft betrekking op huisvesting voor extramurale zorgverlening die in gebruik wordt genomen na 1 april 2003, voorzover voor die datum een vergunning ingevolge de WZV of een toestemming ingevolge de TVWMD nodig was. Een uitzondering is gemaakt voor huisvesting voor ambulante hulpverlening in poliklinieken van psychiatrische ziekenhuizen. Op deze situatie is de Beleidsregel kapitaalslasten RIAGG's van toepassing. Om de positie van het zorgkantoor vast te leggen, is opgenomen dat het ontbreken van een positieve opvatting van het zorgkantoor leidt tot een negatief advies en een afwijzing door het CTG.

In de circulaire die het CTG over dit onderwerp zal versturen, wordt aangeven op welke wijze en bij wie aanvragen voor huisvesting ingediend moeten worden. Om de administratieve lasten voor partijen, het CBZ, het CTG en het ministerie, tot een minimum te beperken, zal nog overleg gevoerd worden over de precieze invulling van de procedure.

Uit: website van het CTG

Datum: 10-07-2003