AID let scherp op overtredingen destructiewet
De Meern, 23 juli 2003
De laatste tijd constateert de Algemene Inspectiedienst dat kadavers
bij veehouders steeds vaker worden opgespaard en dat men ze slechts
eens in de 2 of soms wel 4 weken aanmeldt bij het destructiebedrijf.
Volgens de regelgeving moet dat zo spoedig mogelijk en in ieder geval
al de eerstvolgende werkdag na de sterfte. Sommige veehouders pogen
echter met opsparen de kosten van afvoer te drukken. Het
destructiebedrijf brengt namelijk elke stop in rekening. De AID ziet
scherp toe op juist gedrag.
De destructie-regelgeving schrijft voor dat dieren die zijn gestorven
zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk de eerstvolgende werkdag bij het
destructiebedrijf Rendac moeten worden aangemeld. Kadavers moeten
worden afgedekt om aanvreten te voorkomen. Kleine dieren moeten worden
gekoeld. De AID kreeg onlangs van het destructiebedrijf de melding dat
de kwaliteit van aangeboden kadavers achteruit gaat. Dat is meestal
een teken dat de kadavers langer liggen dan voorgeschreven.
Gisteren controleerde de AID met mensen van politie en gemeente een
varkenshouderij in de gemeente Boekel. De AID trof een zestal kadavers
van varkens aan. Twee van deze kadavers waren aangevreten en
verkeerden in verregaande staat van ontbinding. De staat van de
kadavers was dusdanig dat de kadavers niet meer op een normale manier
door het destructiebedrijf konden worden geladen. De AID maakt nog
proces verbaal op tegen de eigenaar van de varkens.
Alleen voor de media. Met vragen en opmerkingen naar aanleiding van
dit persbericht kunt u zich wenden tot de persvoorlichter van de
Algemene Inspectiedienst, tel. 045 - 5466223, of 06 - 21522449.
Algemene Inspectiedienst (AID)