Invloed van de melker op gedrag en productie van de koe
PraktijkRapport 31
Auteurs: J. Poelarends, E. Schuiling
De afgelopen jaren wordt veel aandacht besteed aan dierwelzijn in de
melkveehouderij. Echter, minder aandacht gaat uit naar de manier
waarop de veehouder met zijn dieren omgaat, terwijl dit ook belangrijk
is voor het welzijn. De manier waarop een veehouder met zijn dieren
omgaat, wordt voor een groot deel bepaald door de manier waarop hij
over zijn dieren denkt. Dit wordt de attitude of houding ten opzichte
van de dieren genoemd. In Australië is veel onderzoek uitgevoerd naar
de relatie tussen mens en dier en hoe mensen met hun dieren omgaan.
Dit is gedaan aan de hand van experimenten, waarbij dieren goed of
slecht werden behandeld, en aan de hand van onderzoeken op bedrijven,
waarbij naar de attitude van de veehouders is gekeken in relatie tot
het bedrijfsresultaat. In de experimenten werden dieren goed/positief
of slecht/negatief behandeld en werden gedrag en productie onderzocht.
De behandelingen bleken een effect te hebben op de productie en het
gedrag van de dieren; het negatieve ruige gedrag had een negatieve
invloed op het gedrag en de productie. Echter, in deze onderzoeken
werd vaak positief en negatief gedrag toegepast dat erg extreem was en
men in de praktijk niet vaak zal tegenkomen. De vraag is dus of er ook
effecten zijn waar te nemen bij het gedrag van melkveehouders in de
Nederlandse praktijk. ASG, divisie Praktijkonderzoek heeft daarom
onderzocht of het gedrag en de melkgift van koeien wordt beïnvloed
door de manier waarop ze door de melker worden opgehaald en gemolken.
De koeien werden op twee manieren behandeld, namelijk haastig en
rustig. De behandeling werd uitgevoerd door telkens één persoon die de
koeien ophaalde en molk. Tijdens de haastige behandeling werden de
koeien tijdens het ophalen naar de melkstal opgejaagd en werd tijdens
het melken veel drukte gemaakt in de melkstal (vaak rondlopen,
schreeuwen en met stok op buizen slaan bij koeien uitjagen etc.).
Tijdens de rustige behandeling werden de koeien bij het ophalen niet
opgejaagd, maar konden ze in hun eigen tempo lopen. En tijdens het
melken werd gezorgd voor veel rust en stilte, dus geen onverwachte
gebeurtenissen of geschreeuw etc. Uit de resultaten bleek dat het type
behandeling geen effect had op de melkgift. Wel werd tijdens de
haastige behandeling een hoger percentage koeien met een bimodaal
melkafgifte patroon gevonden (indicatie voor vertraagde melkafgifte).
Bij één van de twee melkers werd tijdens de haastige behandeling twee
keer zoveel heen en weer gestapt door de koeien tijdens het melken dan
bij de rustige behandeling. Het viel de melkers op dat de koeien in
het begin van de haastige behandeling meer mestten in de melkstal. Ook
aarzelden de koeien tijdens de haastige behandeling meer om de
melkstal binnen te gaan en moesten ze actiever opgehaald worden. Bij
het haastig ophalen gleden de koeien meer en kwamen ook meer
slippartijen voor dan bij het rustig ophalen.
Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel
praktijkrapport 31 hier voor de prijs van EUR 14.71 (excl BTW) .
Rundvee praktijkrapport 31: Invloed van de melker op gedrag en
productie van de koe - 2003 - 22 pagina's
Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle
praktijkrapporten Volgende praktijkrapport Nieuwste praktijkrapport
---
© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst
bijgewerkt: 23-07-2003 14:34.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar:
webmaster.po.asg@wur.nl
Praktijkonderzoek Veehouderij