Partij van de Arbeid

20-07-2003

(Dit artikel verscheen op 19 juli 2003 op de Meningen-pagina van Het Parool)

Meer woningen bouwen in plaats van extra huurverhoging

Directeur Van Harten van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties wil de huren van woningen in populaire buurten extra verhogen. Hij kan het namelijk niet langer aanzien dat een sociale huurwoning in Amsterdam even duur is als in Vlissingen. Waarom moeten volgens Van Harten de huren fors omhoog?


1. Er zijn te veel mensen met een hoog inkomen die in een goedkope huurwoning blijven wonen, de zogenaamde scheefwoners. Wie goedkoop huurt koopt niet gauw een dure woning. Daarom verloopt ook de verkoop van huurwoningen zo slecht. En er zijn in Amsterdam te veel goedkope huurwoningen in verhouding tot het aantal mensen dat recht heeft op zon woning.


2. De woningbouwcorporaties hebben het geld van de hogere huuropbrengsten hard nodig voor grote investeringen, zoals de vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden en de nieuwbouw op IJburg.

Wij zijn het niet eens met het voorstel de huren in gewilde wijken extra te verhogen. Het lost namelijk het echte probleem dat we hebben niet op: Er is woningnood in Amsterdam. Die verdwijnt niet door hogere huren te vragen voor de bestaande woningen maar door veel meer woningen te bouwen.

Moet er dan helemaal niets gedaan worden aan de problemen van Van Harten?

Allereerst het zogenaamde scheefwonen en de hoeveelheid goedkope huurwoningen. Hoewel doorstroming vanuit goedkope huurwoningen zeker ruimte zou opleveren, is het zeker niet zo dat er dan grote hoeveelheden goedkope woningen over blijven. Heel veel Amsterdammers, ook die nu nog een nieuwe woning zoeken, zijn aangewezen op de goedkopere voorraad. Het is dan ook onterecht dat hier en daar de indruk wordt gewekt dat zon beetje iedereen te goedkoop woont en we allemaal wel wat meer kunnen gaan betalen. Het optrekken van de huur betekent ook dat een nog grotere groep Amsterdammers een beroep zal moeten doen op Individuele Huursbusidie (IHS). Velen zullen daarnaast een extra bijdrage van de corporatie nodig hebben omdat de woning niet meer volledig in aanmerking komt voor huursubsidie. De huurder met een kleine beurs wordt dus van twee instanties afhankelijk om betaalbaar te kunnen wonen. Wie garandeert hem dat bij de eerstvolgende bezuinigingsronde van Zalm hier ook niet op beknibbeld zal worden? In dat geval worden de mensen met een laag inkomen alsnog gedwongen te verhuizen naar wijken met voornamelijk goedkope woningen.

De doorstroming vanuit goedkope huurwoningen naar duurdere huur- en koopwoningen kan gestimuleerd worden met inkomensafhankelijke huren. Alleen meer huur voor een goedkope woning voor wie het kan betalen dus. Men hoeft dan niet weg, maar betaalt wel mee aan het mogelijk maken van de bouw van goedkope huurwoningen voor wie het echt nodig heeft. Op dit moment is zon systeem van inkomenshuren niet mogelijk. Hoewel het redelijk lijkt hogere inkomens meer te vragen voor een woning die met gemeenschapsgeld is gebouwd, moet er dan wel iets te kiezen zijn. Daarmee zijn we weer bij de bouwproductie. Wil men geen hogere huur voor een goedkope woning betalen, dan moet er wel aanbod zijn van duurdere huur- of koopwoningen. Naast simpelweg meer woningen bouwen kan ook gedacht worden aan het bouwen van zogenaamde woningen in Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE). Dat zijn betaalbare koopwoningen voor de middeninkomens die een dure koopwoning (nog) niet kunnen betalen. De Amsterdamse corporaties weigeren tot nu toe deze woningen te bouwen. Het zou goed zijn als de gemeente op korte termijn met maatregelen komt die de bouw van MGE-woningen stimuleren. Ook kan de bouwproductie versneld worden door geplande koopwoningen die thans door de economische recessie niet verkocht worden om te zetten in middeldure huurwoningen. Daar is veel vraag naar. Op deze manier voeg je woningen toe aan de voorraad en breng je de doorstroming vanuit goedkope huurwoningen vanzelf opgang. Dat de omvang van de bouwproductie bepalend is voor de doorstroming blijkt uit de cijfers: In 1998, een jaar met een bouwproductie van meer dan 5000 woningen, kwamen er 17.000 woningen leeg in Amsterdam. De afgelopen drie jaar zijn maar zon 2000 woningen per jaar gebouwd. Het aantal leeggekomen woningen is gedaald naar rond de 12.000 per jaar. Dat zijn dus jaarlijks 5000 verhuizingen minder dan bij een hoge bouwproductie.

Het tweede argument, dat men de hogere huuropbrengsten nodig heeft voor investeringen, is uit de lucht gegrepen. De corporaties zeggen onder meer geld tekort te komen omdat de verkoop van huurwoningen flink tegenvalt. Maar het PvdA-voorstel om de gemeente de niet verkochte woningen van de corporaties over te laten nemen werd eerder dit jaar echter door de corporaties afgewezen met het argument dat geld niet het probleem was. Daarnaast is onlangs in de gemeenteraad voor de corporaties een aantal zeer gunstige maatregelen genomen waardoor het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen financieel geen probleem hoeft te zijn. En overigens beschikken de corporaties in heel Nederland gezamenlijk over een vermogen van 10 miljard euro. Dat moet toch voldoende zijn om betaalbare nieuwbouw te realiseren.

Kortom: Wij zien niets in de extra huurverhoging die de woningbouwcorporaties willen doorvoeren. Het is het verkeerde middel en lost het probleem van de woningnood niet op. Bouwen, bouwen en nog eens bouwen dat moeten de corporaties doen.

Bouwe Olij
Thijs Reuten
PvdA-gemeenteraadsleden

Thijs Reuten en Bouwe Olij