CBS

Economie krimpt in vier provincies

In 2002 bedraagt de economische groei landelijk 0,2 procent. De bescheiden groei is verschillend verdeeld over de twaalf provincies. Groningen (2,1 procent) en Flevoland (2,4 procent) zitten ruim boven de gemiddelde ontwikkeling voor Nederland. Provincies met een licht negatieve groei zijn Friesland, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. In de periode 1995-2001 hadden de provincies Utrecht, Flevoland, Noord-Holland en Noord-Brabant nog een bovengemiddelde groei. In 2002 zijn Noord-Holland en Noord-Brabant echter de status van snelle groeiers kwijt.

Krimp nijverheid werkt vooral door in regio's buiten de Randstad Met uitzondering van Groningen krimpt de nijverheid in 2002 in alle provincies. Het positieve resultaat voor Groningen wordt vooral veroorzaakt door de aardgaswinning. De aardgaswinning levert daarentegen in Friesland en Drenthe een negatieve bijdrage aan de groei. Alle provincies met een negatieve economische groei in 2002 hebben relatief veel nijverheid. Deze provincies liggen alle buiten de Randstad. eren daarentegen in Friesland en Drenthe een negatieve bijdrage aan de groei. Voor Nederland als geheel is het aandeel van de nijverheid in 2001 bijna 26 procent in de totale toegevoegde waarde. De krimpprovincies Friesland, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg kennen met 30 tot 32 procent een bovengemiddeld aandeel nijverheid.

Groei commerciële diensten stagneert in vrijwel alle provincies Het grote gewicht van de commerciële diensten (landelijk 48 procent en in de Randstad ruim boven de 50 procent) bepaalt in belangrijke mate de nationale en regionale ontwikkeling. In 2002 blijft de groei van deze sector rond het nulpunt steken. Uitzonderingen hier zijn e setor t door kkkeling. t, rn we eigenlijk over?)2 procent is). erste kwartaal 2003. Flevoland en Groningen. De relatief hoge groei in Flevoland, bijna 3 procent, is vooral geconcentreerd in Almere en Midden-Flevoland, met onder meer Lelystad. De groei in deze regio's is al jaren bovengemiddeld. De positieve groei in Groningen wordt mede veroorzaakt door de hoge groei van de relatief omvangrijke post- en telecomsector.

Gezondheids-, welzijnszorg en overheid motor economische groei De economie groeit in 2002 in hoofdzaak door de sterke groei van de gezondheids- en welzijnszorg (5,1 procent), het overheidsbestuur (2,4 procent) en het onderwijs (0,8 procent). In alle provincies leveren deze sectoren een positieve bijdrage aan de economische ontwikkeling.

Technische toelichting
Deze Regionale Economische Jaarcijfers sluiten aan bij de Nationale rekeningen 2002, die afgelopen donderdag 17 juli zijn gepubliceerd. Economische groei voor de provincies in dit persbericht is de groei van de bruto toegevoegde waarde gecorrigeerd voor prijsveranderingen. De toegevoegde waarde is gewaardeerd tegen basisprijzen. De economische groei voor Nederland betreft het cijfer tegen marktprijzen dat vorige week donderdag werd gepubliceerd (0,2 procent). Het verschil bestaat uit de productgebonden belastingen en subsidies alsmede het verbruik van toegerekende bankdiensten die niet in het basisprijzenbegrip zitten. De regionale ontwikkelingen zijn gebaseerd op de regionale indeling van 2001. Dit houdt in dat de gemeentelijke herindeling van 2002, die van beperkte invloed zal zijn op de cijfers van de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland niet in de cijfers is verwerkt.

PB03-138
22 juli 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek