agenda van de RAZEB van 21 juli 2003
Kamerbrief Geannoteerde agenda van de RAZEB van 21 juli 2003
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum
17 juli 2003
Auteur
G.A. Beschoor Plug
Kenmerk
DIE-405/03
Telefoon
070-3485005
Blad
1/8
Fax
070-3486381
Bijlage(n)
E-mail
die@minbuza.nl
Betreft
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 21 juli 2003
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de
Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Europese
Zaken, de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen van 21 juli 2003 aan te bieden.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van
21 juli 2003
Algemene zaken
Stand van zaken overige Raadsformaties
In zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad als
gebruikelijk de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en,
als daarvoor aanleiding bestaat, bespreken. Het overzicht dat het
voorzitterschap voor dit agendapunt opstelt is nog niet beschikbaar.
Publiek debat over het voorzitterschapsprogramma
Het Italiaanse voorzitterschap heeft de herziening van de Europese
verdragen zoals voorbereid door de Europese Conventie boven aan zijn
agenda gezet en zal in oktober van dit jaar de daartoe voorziene
Intergouvernementele Conferentie openen.
Ter voorbereiding consulteert het voorzitterschap thans de lidstaten.
De uitkomsten daarvan zijn verwachtbaar voor de informele bijeenkomst
van de Raad ('Gymnich') op 5 en 6 september a.s.
Op de agenda voor het interne beleid van de Unie staat als immer een
waaier van onderwerpen. Het Stabiliteits- en Groeipact en de problemen
die diverse lidstaten ondervinden bij de handhaving ervan houden,
zullen aandacht vragen. De regering treedt initiatieven van het
voorzitterschap om de economische groei te bevorderen (zoals de
'agenda voor groei') constructief tegemoet, maar wil de bepalingen van
het pact niet oprekken. Zij hecht in dat verband meer belang aan de
Italiaanse ambities om het Europese concurrentievermogen te versterken
door uitvoering van de Lissabon-agenda voor de modernisering van het
sociale en economische beleid.
De regering steunt tevens de prioriteiten van het voorzitterschap op
milieugebied zoals de implementatie van de klimaatafspraken uit Kyoto,
een nieuwe aanpak van chemische stoffen en het ontwerpen van een
geïntegreerd productbeleid. Bij energie en transport spelen
liberalisatie, de kwaliteit van netwerken en de externe aspecten een
belangrijke rol. Tenslotte wil Nederland de bereikte overeenstemming
over het vernieuwde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid doortrekken naar
de nog niet hervormde sectoren suiker, olijfolie, katoen en tabak.
Deze marktordeningen komen tijdens het Italiaanse voorzitterschap op
de agenda.
Op het gebied van het Gemeenschappelijk Buitenlands en
Veiligheidsbeleid zal een van de belangrijkste onderwerpen de verdere
uitwerking van de EU-veiligheids-strategie zijn. Daarnaast zal ook
verder invulling moeten worden gegeven aan de vergroting van de
effectiviteit van het non-proliferatiebeleid en van de strijd tegen
het terrorisme. Op het gebied van het Europees Veiligheids- en
Defensiebeleid zal, naast aandacht voor lopende en eventueel nieuwe
operaties, vooral worden gekeken naar de militaire capaciteiten in het
licht van de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen die de Unie
zich voor 2003 heeft gesteld.
Het Italiaans voorzitterschap verleent tevens hoge prioriteit aan de
migratieproblematiek. De aandacht zal hierbij met name uitgaan naar de
bestrijding van illegale immigratie. Zoals aangegeven door de Europese
Raad van Sevilla in juni 2002 en herbevestigd door de Europese Raad
van Thessaloniki in juni 2003, moet het komende halfjaar een aantal
resultaten worden behaald. De richtlijn over de vluchtelingendefinitie
en de minimumnormen voor de asielprocedure in de Unie moeten voor
december 2003 worden aangenomen. Italië zal daarnaast de discussie
over de buitengrensbewaking, de terugkeerproblematiek en de relaties
met derde landen op het gebied van migratie verder willen voeren. De
regering vindt het belangrijk dat de lidstaten tot een
gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid komen, waarbij de inzet zal
zijn dat nationale verantwoordelijkheden niet door Europees beleid
teniet worden gedaan.
Externe betrekkingen
Midden-Oosten
De Raad zal stilstaan bij de recente ontwikkelingen in het
Midden-Oosten. Niettegenstaande de positieve ontwikkelingen, zoals de
afspraken tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit (PA) over
terugtrekking van het Israëlische leger uit delen van Gaza en
Betlehem, alsmede het bestand dat de PA met de oppositie (o.a. Hamas
en Jihad) heeft gesloten, blijft de situatie bijzonder broos. De
onderhandelingen tussen Israël en de PA over de vrijlating van
Palestijnse gevangenen dreigt de uitvoering van de roadmap te
vertragen en tot ongewenste interne spanningen te leiden, die
vervolgens een bedreiging vormen voor de roadmap zelf. De Unie dient
derhalve bij de partijen te blijven aandringen op spoedige uitvoering
van alle maatregelen zoals vermeld in de eerste fase van de roadmap.
De EU dient ook bij de VS het belang hiervan te blijven onderstrepen
en moet zelf actief betrokken blijven op alle mogelijke terreinen om
de uitvoering van de roadmap te ondersteunen.
Irak
De Raad zal spreken over de algehele situatie in Irak en constateren
dat het politieke proces nu op gang komt en de eerste
vertegenwoordigende Iraakse instellingen zijn gevormd. De samenwerking
tussen de Autoriteit en de Verenigde Naties in Bagdad neemt toe.
Daarnaast zal worden gesproken over de invulling van de conclusies van
de Europese Raad van Thessaloniki, waarin de bereidheid van de Unie
wordt uitgesproken om een substantiële bijdrage te leveren aan de
wederopbouw van Irak.
De Commissie heeft voorstellen geformuleerd over concrete
mogelijkheden voor EU-steun aan Irak. De regering is van mening dat de
ontwikkelingen op het politieke vlak positief stemmen en verwelkomt de
verbeterde samenwerking tussen de Autoriteit en de VN. Zij zal
bepleiten dat de Unie nu op korte termijn concrete bijdragen aan de
wederopbouw van Irak in brede zin moet leveren.
Iran
De Raad zal zich buigen over het vervolg op de conclusies over Iran
van de Raad en de Europese Raad in juni jl.. Belangrijkste vraag is
welke gevolgen uitblijvende vooruitgang op de vier gebieden van
aandacht (non-proliferatie, terrorisme, mensenrechten en het
vredesproces in het Midden-Oosten) zal hebben voor de relatie tussen
de Unie en Iran. De regering acht het van groot belang dat Iran het
beweerde vreedzame karakter van zijn kernenergieprogramma staaft door
afsluiting van een Additioneel Protocol met het IAEA, om zodoende
inspecties toe te laten. Bovendien zal Nederland de belemmeringen van
de democratische vrijheden in Iran aan de orde stellen, evenals de
positie van Iraanse politieke gevangenen.
Doodstraf
Het Italiaans voorzitterschap is voornemens tijdens de komende AVVN
een resolutie in te dienen inzake een wereldwijd moratorium op de
doodstraf. Een dergelijke resolutie werd eerder in 1999 ingediend,
maar moest door de Unie worden teruggetrokken vanwege de vele
ondermijnende amendementen op de tekst. In de Mensenrechtencommissie
wordt er wel steeds een EU-resolutie aangenomen inzake de doodstraf.
De regering acht de tijd nog niet rijp voor een hernieuwde poging in
de AVVN.
Het risico dat een dergelijke tekst alleen zou kunnen worden
aangenomen in een vorm die schadelijk zal zijn voor het
EU-doodstrafbeleid, is groot.
De Nederlandse inzet zal dan ook zijn te voorkomen dat er koste wat
kost een doodstrafresolutie in de AVVN komt. Het uitblijven van een
AVVN-resolutie betekent niet dat de EU haar doodstrafbeleid niet kan
blijven uitdragen en door middel van demarches in verschillende landen
naar moratoria op de doodstraf kan toewerken. Bovendien zal, evenals
voorgaande jaren, in verschillende EU-interventies in de AVVN zoveel
mogelijk een verwijzing naar de doodstraf worden opgenomen.
Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over de vorderingen die worden geboekt bij de
totstandkoming van een actieplan voor een functionerende interne markt
tussen Servië en Montenegro. Dit actieplan is noodzakelijk wil Servië
en Montenegro in aanmerking komen voor een Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst met de EU. Een dergelijke overeenkomst kan
immers pas worden geïmplementeerd als beide deelrepublieken heldere
afspraken hebben gemaakt over de onderlinge afbakening van
competenties. De Commissie meent dat beide deelrepublieken de laatste
maanden goede voortgang hebben geboekt in de onderhandelingen, maar
dat een aantal kwesties moet nog worden opgelost, zoals de
harmonisatie van de handelstarieven van Servië en Montenegro.
Met de Commissie meent de regering dat een duurzaam actieplan voor een
functionerende interne markt een belangrijke voorwaarde is om tot
contractuele betrekkingen met Servië en Montenegro over te gaan.
Tegelijkertijd is het van belang dat Servië en Montenegro niet verder
achterop raakt in het Stabilisatie- en Associatieproces. Nederland is
dan ook eens met het voornemen van de Commissie om in het najaar een
haalbaarheidstudie te ondernemen naar een Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst.
Afrika/Grote Meren-regio
De Raad zal zich buigen over de situatie in de Grote Meren regio en
het verloop van de EU-geleide operatie Artemis. De regering verwelkomt
de actieve betrokkenheid van de Unie bij het vredesproces en is van
mening dat de Unie hierbij een integrale benadering moet volgen. Ten
eerste moet de EU het vredesproces in de DRC en de nu overeengekomen
interim-regering ondersteunen en aandringen op strikte naleving van de
akkoorden van Arusha en Pretoria. Voor wat betreft Oost-Congo - en in
het bijzonder de Ituri-regio - is het van groot belang dat de
Veiligheidsraad spoedig besluit tot een versterking van het mandaat
van MONUC om slagvaardiger te kunnen optreden en direct na beëindiging
van de EU-geleide operatie Artemis haar taken over te nemen.
Daarnaast dient druk te worden gehandhaafd op de regeringen van de
DRC, Uganda en Rwanda om zich buiten het conflict in Oost-Congo te
houden en te stoppen met het leveren van steun aan betrokken partijen;
er bestaan serieuze aanwijzingen dat bevoorrading van militia's
doorgaat niettegenstaande de ontkenning hiervan door de drie landen.
De Burundese rebellen moeten de wapenstilstanden respecteren en
aanvallen staken. Het is evenwel ook zaak dat het leger met grote
terughoudendheid optreedt, hetgeen tot nu toe niet het geval lijkt te
zijn.
Tenslotte dienen de noodhulpinspanningen aan Oost-Congo te worden
opgevoerd om de humanitaire situatie te verlichten en de getroffen
bevolking bij te staan. De regering overweegt hieraan een extra
bijdrage van één miljoen euro te leveren.
Voorbereiding WTO-conferentie te Cancún
De Raad zal naar verwachting conclusies aannemen over de vijfde
Ministeriële bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in
Cancún in september 2003 en de voorbereidingen daarvoor door de
Europese Unie.
De vierde WTO Ministeriële (Doha, november 2001) besloot tot het
starten van een nieuwe WTO onderhandelingsronde, de `Doha Development
Round'. De eerste anderhalf jaar van de onderhandelingen verliepen
stroef. In september a.s. moet in Cancún de tussenbalans worden
opgemaakt. Nu de Unie tot overeenstemming is gekomen over de
hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bestaat er
uitzicht op versnelling van het onderhandelingsproces. In Cancún
zullen in ieder geval tussenresultaten moeten worden geboekt op de
terreinen landbouw, markttoegang voor industrieproducten,
implementatiekwesties, Special and Differential Treatment (SDT) van
ontwikkelingslanden, Trade Related Intellectual Property Rights
(TRIPs) en de zgn. Singapore issues (investeringen, mededinging,
handelsprocedures en transparantie van overheidsaanschaffingen).
Commissiemededeling fundamentele arbeidsnormen
De Raad zal naar verwachting conclusies aannemen die zijn opgesteld
naar aanleiding van de Commissiemededeling van juli 2001 getiteld
'Bevordering van fundamentele arbeidsnormen en verbetering van de
sociale governance in de context van de globalisering' (COM (2001) 416
def).
De mededeling gaat in op de ontwikkeling van het onderwerp
'arbeidsnormen' in de afgelopen jaren, waarbij een overzicht wordt
gegeven van de uitgangspunten van het EU-beleid.
In de concept Raadsconclusies wordt onder andere ingegaan op de
samenwerking tussen de Commissie en de internationale
arbeidsorganisatie (ILO), de dialoog tussen de WTO en de ILO, de
sociale clausule van het huidige Algemeen Preferentieel Systeem (APS),
maatschappelijk verantwoord ondernemen en technische assistentie ter
bevordering van de naleving van de fundamentele arbeidsnormen.
De regering steunt het bredere doel dat de Commissie met deze
mededeling nastreeft, te weten het uitzetten van een strategie om
'social governance' en de implementatie van fundamentele arbeidsnormen
te verbeteren. Nederland benadrukt dat de internationale dialoog over
de sociale dimensie van globalisering, waaraan ook de WTO en andere
internationale organisaties deelnemen, vanuit de ILO gevoerd dient te
worden. Met het oog op het onderhandelingsklimaat tijdens de naderende
Ministeriële Conferentie van de WTO in Cancún (zie hierboven) dienen
de Raadsconclusies op weloverwogen wijze onder de aandacht van
partners te worden gebracht.
Europees Veiligheids- en Defensiebeleid
De Raad zal zich buigen over de mogelijke verlenging van de EU-geleide
militaire operatie Concordia in Macedonië van 30 september tot 15
december a.s., naar aanleiding van een recent verzoek terzake van de
Macedonische president Trajkovski aan Hoge Vertegenwoordiger Solana.
Nederland levert twee militairen aan de EU-geleide troepenmacht. Naar
verwachting zal de Raad positief op het Macedonische verzoek reageren.
Wellicht zal een eerste gedachtewisseling plaatsvinden over de
mogelijke opvolging van Concordia door een EU-geleide politiemissie na
15 december a.s.. Deze missie zou gericht zijn op ondersteuning van
het Macedonische ministerie van Binnenlandse Zaken en de politie op
centraal en lokaal niveau, teneinde hervormingen doorgang te laten
vinden en de crisisbeheersingscapaciteit van de politie te vergroten.
President Trajkovski heeft in zijn brief aan HV Solana laten weten
belangstelling te hebben voor een dergelijke opvolging. De regering
staat in principe niet afwijzend tegenover de eventuele stationering
van een EU-politiemissie in Macedonië, maar deze ideeën behoeven
nadere uitwerking. Hierbij dient ook goede afstemming plaats te vinden
met de activiteiten die de OVSE op dit terrein onderneemt.
Daarnaast zal de Raad vermoedelijk kort spreken over de samenwerking
tussen de EU en de VN op het gebied van crisisbeheersing en hierover
wellicht Raadsconclusies aannemen. Daarbij komen dan onder andere aan
de orde de wijze waarop mogelijke EU-bijdragen voor VN-operaties op
het gebied van crisisbeheersing het beste operationeel kunnen worden
ingevuld en de planning die daarvoor nodig is.
Internationaal Strafhof
Op Nederlands verzoek zal de Raad aandacht geven aan het
Internationale Strafhof (ICC). De regering is van mening dat het
wenselijk is nogmaals het belang te onderstrepen dat de Raad hecht aan
de richtlijnen die hij in september 2002 heeft opgesteld ten aanzien
van het ICC. Ook zou waardering kunnen worden uitgesproken voor de
landen die deze richtlijnen hebben gevolgd in reactie op de
voorstellen van de VS over het afsluiten van bilaterale akkoorden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken