Van Bommel, Timmermans en Halsema over uitlatingen van de Italiaanse
Premier Berlusconi in het Europees parlement
Beantwoording Kamervragen Van Bommel, Timmermans en Halsema over
uitlatingen van de Italiaanse Premier Berlusconi in het Europees
parlement
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
18 juli 2003
Behandeld
Pieter de Gooijer
Kenmerk
DIE/399/03
Telefoon
+31.70.348.6132
Blad
---
Fax
+31.70.348.4086
Bijlage(n)
---
E-Mail
pieter-de.gooijer@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Van Bommel, Timmermans en Halsema
over uitlatingen van de Italiaanse Premier Berlusconi in het Europees
parlement
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister-president, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van
Bommel, Timmermans en Halsema over uitlatingen van de Italiaanse
Premier Berlusconi in het Europees parlement. Deze vragen werden
ingezonden op 4 juli 2003 met kenmerk 20203144990, 2020314500 en
2020314520.
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoorden van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de heer Balkenende, Minister-president, op vragen
van het lid Van Bommel (SP), over uitlatingen van de Italiaanse
Premier Berlusconi in het Europees parlement.
Vraag 1
Is het U bekend dat dat de Italiaanse premier Berlusconi in zijn rede
tot het Europees Parlement op 2 juli jl. heeft medegedeeld dat alles
wat hij zegt en doet in zijn rol als voorzitter van de Europese Raad
voor het tweede halfjaar van 2003 mede gebeurt namens zijn collega'a
in de andere lidstaten van de EU?
Antwoord
In het debat in het Europees Parlement op 2 juli heeft de Italiaanse
Minister-President een persoonlijke visie weergegeven op mogelijke,
toekomstige verdere uitbreiding van de Europese Unie. Hij heeft
daaraan toegevoegd dat hij, voor zo ver hij sprak in de hoedanigheid
van voorzitter van de Europese Raad, zich diende te baseren op de in
de Europese Raad bestaande opvattingen, daarmee aangevend dat de door
hem weergegeven persoonlijk visie niet die van de Europese Raad was.
Vraag 2
Is het U ook bekend dat de heer Berlusconi daarna is overgegaan tot
persoonlijke opmerkingen, waaronder een belediging aan een lid van het
Europees Parlement, waarna de Voorzitter van het Europees Parlement
heeft aangekondigd deze opmerkingen uit de notulen te laten schrappen?
Antwoord
In het debat heeft Minister-President Berlusconi aan het adres van een
lid van het Europees Parlement gezegd dat hem bekend was dat in Italie
een filmproducent bezig was een film te maken over
Nazi-concentratiekampen, dat hij het betreffende lid voor de filmrol
van kapo zou voordragen en dat het betreffende lid voor die rol zeer
geschikt zou zijn.
De Voorzitter van het Europees Parlement heeft hierover gezegd dat de
heer Berlusconi zich in het vuur van zijn betoog wellicht al te ver
had laten gaan over de gebruikelijke grenzen. Met verwijzing naar het
reglement van orde van het parlement heeft de voorzitter het
betreffende lid in de gelegenheid gesteld op de opmerking van de heer
Berlusconi te reageren.
Het aangesproken lid heeft daarop gezegd dat zijn respect voor de
slachtoffers van het fascisme hem verbood op deze opmerking in te gaan
maar dat hij moeilijk kon aanvaarden dat een fungerend
raadsvoorzitter, geconfronteerd met tegenspraak in een debat, zijn
zelfbeheersing verliest.
De Voorzitter van het Europees Parlement zei daarop persoonlijk de
toon van dit deel van het debat te betreuren. Hij achtte de gang van
zaken ongelukkig en betreurenswaardig.
Vraag 3
Zijn deze uitlatingen van de Italiaanse premier mede gedaan namens u?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 1
Vraag 4
Bent U bereid u nadrukkelijk van dit optreden van het Italiaanse
voorzitterschap te distantieren en zo ja, hoe?
Antwoord
De gewraakte uitlatingen kunnen niet worden begrepen als zouden zij
uit naam van de leden van de Europese Raad of van het voorzitterschap
van de Europese Unie zijn gedaan. Temeer daar de heer Berlusconi zelf
stelde, dat zijn uitlatingen waren ingegeven door de, door hem als een
op zijn persoon gerichte aanval ervaren, uitlatingen eerder tijdens
het debat.
De regering deelt evenwel geheel de teleurstelling die de Voorzitter
van het Europees Parlement over het gebeurde heeft uitgesproken. Dat
blijkt ook uit de verklaring die de Minister-president heeft laten
uitgaan naar aanleiding van het debat. Hierin is aangegeven dat er van
beide zijden provocaties hadden plaatsgevonden, dat vergelijkingen met
de Tweede Wereldoorlog onder alle omstandigheden geen pas geven en
dat, gezien de gevoeligheid van de gemaakte vergelijking, de heer
Berlusconi er daarom beter aan had gedaan zijn woorden direct terug te
nemen.
Het is dan ook te meer verheugend dat Minister-president Berlusconi in
een telefoongesprek met de Voorzitter van het Europees Parlement op 8
juli heeft aangegeven te betreuren de bedoelde uitdrukkingen en
vergelijkingen te hebben gebruikt. Het persoonlijke karakter van zijn
uitlatingen bevestigend, gaf de heer Berlusconi aan, als Voorzitter
van de Europese Raad te hopen samen met het Europees Parlement te
kunnen werken aan het uitdagende programma van het Voorzitterschap.
Antwoorden van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de heer Balkenende, Minister-president, op vragen
van het lid Timmermans (PvdA), over uitlatingen van de Italiaanse
Premier Berlusconi in het Europees parlement
Vraag 1
Kent U de uitlatingen van de Italiaanse premier Berlusconi, die tegen
een lid van het Europees Parlement zei hem geschikt te achten voor de
rol van kapo in een concentratiekamp?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2 van de vragen gesteld door het lid Van
Bommel met kenmerk 2020314490
Vraag 2
Deelt U de mening dat de uitlatingen van de Berlusconi volstrekt
onaanvaardbaar zijn en niet passen bij de waardigheid die hij moeten
betrachten in zijn rol van raadsvoorzitter?
Vraag 3
Bent U bereid de Italiaanse ambassadeur in Nederland te ontbieden om
hem duidelijk te maken dat de Nederlandse regering deze uitlatingen
onaanvaardbaar vindt?
Vraag 4
Vindt U dat de heer Berlusconi zijn excuses dient aan te biedenvoor
zijn uitlatingen? Zo ja, zult U dat ook aan de Italiaanse ambassadeur
duidelijk maken, danwel de Nederlandse ambassadeur deze boodschap
laten overbrengen aan de heer Berlusconi?
Antwoord 2, 3 en 4
Zie het antwoord op vraag 4 van vragen gesteld door het lid Van Bommel
met kenmerk 2020314490.
Vraag 5
Welke gevolgen hebben deze uitlatingen voor de rol van de heer
Berlusconi als voorzitter van de Europese Raad en de rol van het
Italiaanse voorzitterschap in het algemeen? Bent U bereid dit
onderwerp aan de orde te stellen in de Raad, om ervoor te zorgen dat
het Italiaanse voorzitterschap zich nadrukkelijk distantieert van de
uitlatingen van de heer Berlusconi?
Antwoord
De regering vertrouwt erop dat Italie, als fungerend voorzitter van de
Unie, in staat is al hetgeen te doen dat nodig is om de Unie dit
semester goed te leiden.
Antwoorden van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de heer Balkenende, Minister-President, op vragen
van het lid Halsema (GroenLinks), over uitlatingen van de Italiaanse
Premier Berlusconi in het Europees parlement
Vraag 1
Deelt U de mening dat de actie van de heer Berlusconi schadelijk is
voor de effectiviteit van het Italiaanse voorzitterschap?
Vraag 2
Wat vindt U dat deze uitspraken zeggen over de geschiktheid van
premier Berlusconi voor het voorzitterschap van de Europese Unie?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 5 van vragen gesteld door het lid Timmermans
met kenmerk 2020314500
Ministerie van Buitenlandse Zaken