IP/03/1042
Brussel, 17 juli 2003
Vrij verrichten van diensten: de Commissie zet inbreukprocedures tegen
Frankrijk, Ierland, Portugal en België voort
De Europese Commissie heeft besloten om tegen Frankrijk en Ierland bij
het Hof van Justitie zaken aanhangig te maken wegens niet
gerechtvaardigde belemmeringen van het vrij verrichten van diensten op
de interne markt. Frankrijk heeft een discriminerende regeling van
financiële steun voor verblijf voor taalcursussen tot in 2003 van
kracht gelaten. Ierland legt ongerechtvaardigde beperkingen op aan in
andere lidstaten gevestigde octrooigemachtigden die op zijn
grondgebied diensten willen verlenen. De Commissie zal bij het Hof
eveneens een zaak aanhangig maken tegen Portugal wegens onjuiste
uitvoering van de tweede richtlijn motorrijtuigenverzekering. Zij
heeft ook een formeel verzoek in de vorm van een met redenen omkleed
advies aan België gericht tot opheffing van de beperkingen die voor
autoverhuurbedrijven gelden. Het met redenen omklede advies is de
tweede fase van een inbreukprocedure overeenkomstig artikel 226 van
het EG-Verdrag. Bij uitblijven van een bevredigend antwoord van België
binnen twee maanden na ontvangst van het met redenen omklede advies,
kan de Commissie beslissen dit land voor het Hof van Justitie te
dagen. Voorts heeft de Commissie vier inbreukzaken tegen Italië
gesloten, nadat bepaalde nationale wetten betreffende de
dienstensector in overeenstemming met het Europese recht zijn
gebracht.
Frankrijk - verblijf voor taalcursussen
De Europese Commissie heeft besloten Frankrijk formeel voor het Hof
van Justitie te dagen wegens zijn beslissing om zijn nationale
regeling, volgens welke alleen de kosten voor het verblijf voor
taalcursussen voor gezinnen van leerlingen die deze cursussen in een
in Frankrijk gevestigde instelling volgen kunnen worden vergoed, tot 1
mei 2003 van kracht te laten.
De late uitvoering van een communautaire verplichting is als zodanig
een schending van het Verdrag. De inachtneming van de termijnen voor
de tenuitvoerlegging van communautaire verplichtingen door alle
lidstaten en de noodzaak een geconstateerde inbreuk zo spoedig
mogelijk en zonder ongegronde vertraging op te heffen, vormen de basis
voor een gelijktijdige en uniforme toepassing van de regels van de
interne markt.
De Commissie had Frankrijk in oktober 2002 een met redenen omkleed
advies gestuurd met het verzoek een eind aan deze discriminerende
maatregel te maken (zie IP/02/1505).
Ierland - octrooigemachtigden
De Commissie heeft besloten Ierland voor het Hof te dagen wegens de
beperkingen die deze lidstaat aan octrooigemachtigden oplegt.
Volgens de Ierse regelgeving kunnen alleen octrooigemachtigden die in
het Ierse register zijn ingeschreven, rechtmatig hun beroep uitoefenen
en een octrooiaanvraag indienen. Bovendien kunnen alleen
octrooigemachtigden die een zakelijk adres in Ierland hebben en die
voor een bekwaamheidstest zijn geslaagd, in dat register worden
ingeschreven. De Commissie is van oordeel dat deze bepalingen
onverenigbaar met het beginsel van vrije dienstverrichting zijn.
Anderzijds heeft de Commissie er nota van genomen dat niet in het
register ingeschreven octrooigemachtigden van de bevoegde minister een
vergunning kunnen verkrijgen. De voorwaarden voor de verkrijging van
een dergelijke vergunning voldoen evenwel niet aan de essentiële
criteria inzake rechtszekerheid, aangezien de toekenningscriteria niet
duidelijk zijn vastgesteld en de beslissing over de vergunning onder
de discretionaire bevoegdheid van de minister valt.
Portugal - schadevergoeding voor verkeersslachtoffers
De Commissie heeft besloten Portugal voor het Hof van Justitie te
dagen wegens onjuiste tenuitvoerlegging van de tweede richtlijn
motorrijtuigenverzekering (84/5/EEG), zodat verkeersslachtoffers de in
artikel 1 van deze richtlijn vastgestelde minimumschadevergoeding
kunnen ontvangen.
In artikel 508, lid 1, van het Portugese burgerlijk wetboek is
bepaald, dat bij verkeersongevallen waarbij de wettelijk
aansprakelijke partij geen schuld heeft, een lagere schadevergoeding
wordt betaald.
De tweede richtlijn motorrijtuigenverzekering heeft als belangrijk
doel een passende schadevergoeding voor deze verkeersslachtoffers te
garanderen, ongeacht de lidstaat waar het ongeval plaatshad.
De Commissie had Portugal in april 2003 een met redenen omkleed advies
gestuurd met het verzoek deze richtlijn correct uit te voeren (zie
IP/03/530).
België - inschrijving van huurvoertuigen
Volgens de Commissie vormt de Belgische wetgeving op het gebied van de
inschrijving van huurvoertuigen een belemmering voor het vrij
verrichten van diensten en het vrije verkeer van werknemers en is deze
wetgeving gezien de verplichtingen uit hoofde van het EG-Verdrag
ontoelaatbaar. Daarom heeft zij België door middel van een met de
reden omkleed advies officieel verzocht een eind te maken aan de
beperkingen waarmee autoverhuurderbedrijven te kampen hebben.
Volgens het koninklijk besluit van 20 juli 2001 moeten in België
verblijvende personen voertuigen die zij in België in het verkeer
wensen te brengen, ook dan inschrijven wanneer deze voertuigen al in
het buitenland zijn ingeschreven. Deze inschrijvingsverplichting, die
geldt voor voertuigen die langer dan 48 uur zijn gehuurd, is volgens
de Commissie ongerechtvaardigd en buitensporig voor alle
huurvoertuigen die zich slechts tijdelijk of af en toe op Belgisch
grondgebied in het verkeer bevinden, aangezien in het geheel geen
rekening wordt gehouden met het totale duur, de aard en het doel van
het gebruik.
Bovendien is het voertuig dat een in een andere lidstaat gevestigde
onderneming aan zijn werknemer ter beschikking stelt, alleen dan van
de inschrijvingsverplichting vrijgesteld indien dit voertuig voor
beroepsdoeleinden wordt gebruikt en de onderneming eigenaar van het
voertuig is. Ondanks deze versoepelingen is er volgens de Commissie
nog steeds sprake van een beperking van het vrij verkeer van
werknemers aangezien geen rekening wordt gehouden met het gebruik van
het voertuig als integrerend deel van de beloning van een werknemer,
en deze geen profijt kan hebben van een door zijn werkgever bij een in
een andere lidstaat gevestigd bedrijf gehuurd of geleased voertuig.
Voorts is de Commissie van mening dat de wijze van inschrijving van
voertuigen waarvan inschrijving in België wel gerechtvaardigd is,
ingewikkelder dan nodig is. De huur- of leasebedrijven moeten namelijk
hun zetel of een vestiging in België hebben, terwijl de inschrijving
van de voertuigen binnen een te korte termijn moet plaatsvinden.
Italië - vier problemen opgelost
De Commissie constateert met tevredenheid dat Italië naar aanleiding
van inbreukprocedures besloten heeft zijn wetgeving op het gebied van
diverse economische activiteiten ingrijpend te wijzigen en met name de
verplichting te schrappen dat dienstverrichters uit de Gemeenschap aan
de Italiaanse voorschriften moeten voldoen en zich in de
beroepsregisters van dat land moeten inschrijven. Het vrij verrichten
van diensten houdt namelijk in dat een in een lidstaat gekwalificeerde
dienstverrichter zijn diensten in de gehele interne markt moet kunnen
aanbieden zonder dat de voorschriften van het land waar hij zijn
diensten verricht, op hem van toepassing zijn.
De Commissie heeft daarom besloten vier inbreukprocedures tegen Italië
te seponeren. Deze hebben betrekking op:
* uitzendbureaus (zie IP/03/226),
* expediteurs (IP/03/226),
* ingenieurbureaus (IP/01/1460),
* consultants op het gebied van privatisering (IP/03/177).
Belemmeringen van het vrije verkeer van diensten
Wanneer de nationale wetgeving het vrije verkeer van diensten en de
vrijheid van mededinging binnen de Europese Unie op ongerechtvaardigde
wijze belemmert, wordt het in een lidstaat gevestigde bedrijven
onmogelijk gemaakt hun diensten in de andere lidstaten op voet van
gelijkheid met ondernemingen in die lidstaten aan te bieden. Bovendien
kunnen de consumenten te maken krijgen met een beperkte keuze aan
dienstverrichters, diensten van mindere kwaliteit dan in een volledig
concurrerende markt en/of diensten die duurder zijn dan nodig is.
Volgens het verslag van de Commissie over de situatie van de interne
markt voor diensten, dat in juli 2002 werd gepubliceerd (zie
IP/02/1180) hebben ondernemingen en consumenten in Europa de indruk
dat zij nog steeds benadeeld worden door de enorme kloof tussen de
visie van een geïntegreerde Europese economie en de werkelijkheid
waarmee ze dagelijks te maken hebben.
In haar strategie voor de interne markt 2003-2006 rekende de Commissie
de oprichting van een echte interne markt voor diensten tot haar
belangrijkste prioriteiten, omdat de Europese Unie haar doelstelling
om voor 2010 de meest concurrerende en dynamische economie ter wereld
te worden anders niet kan realiseren.
Actuele informatie over de inbreukprocedures tegen alle lidstaten is
te vinden op de volgende website:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Commission