Cordaid
Den Haag, 17 juli 2003
Zonder voldoende budget en goodwill schiet internationaal strafhof
tekort voor slachtoffers
Vijf jaar geleden, op 17 juli 1998, tekende het overweldigende aantal
van 120 landen het historische Statuut van Rome waarin de oprichting
van het Internationaal Strafhof werd vastgelegd. Sindsdien wordt 17
juli gevierd als Werelddag voor Internationale Gerechtigheid (Wordl
Day for International Justice). Het Internationaal Strafhof is
gevestigd in Den Haag.
Rechten van slachtoffers
Cordaid en Justitia et Pax roepen vandaag de lidstaten van het
Internationaal Strafhof op om in de ontwerpbegroting voldoende
financiële middelen voor daadwerkelijke toegang van slachtoffers van
mensenrechtenschendingen tot het Strafhof beschikbaar te stellen. In
september dit jaar wordt daarover besloten. Alleen met voldoende
budget kan het Strafhof de voorzieningen daadwerkelijk uitvoeren die
in het Statuut van Rome opgenomen zijn. Op papier biedt het Strafhof
aan slachtoffers van gruwelijke misdaden als genocide en misdaden
tegen de menselijkheid vérgaande mogelijkheden tot deelname aan de
rechtsprocedure, bescherming en compensatieclaims. Nu het Strafhof in
opbouw is, is het van het grootste belang dat er een grote bereidheid
is om deze voorzieningen daadwerkelijk te implementeren. Dit vraagt de
wil om bij het inrichten van de nieuwe organen, de invulling van de
procedures, de training van het personeel en het ontwerp van het
nieuwe gebouw steeds de positie van de slachtoffers scherp op het
netvlies te houden.
Rol van Nederland
Het Internationaal Strafhof zetelt in Nederland waarmee Den Haag het
profiel van stad van vrede en internationale gerechtigheid versterkt
heeft. Het brengt echter een aantal speciale taken voor ons land met
zich mee. Nederland moet ervoor zorgen dat er op eenvoudige en
goedkope wijze snel visa aan slachtoffers en hun advocaten (en ook
journalisten) verleend worden en dat er aan hen bijstand wordt
verleend voor bescherming en onderdak. Niet-gouvernementele
organisaties die met het ICC willen werken, behoort een goed
onderkomen te worden geboden. Te hopen valt dat de onderhandelingen
tussen het Hof en de Nederlandse overheid spoedig zullen leiden tot
het afsluiten van de zgn. Zetelovereenkomst. De Nederlandse overheid
dient hierbij voortvarend te werk te gaan en de verleiding te
weerstaan om te bezuinigen op internationale gerechtigheid. De
gigantische stap voorwaarts die met de totstandkoming van het
Internationaal Strafhof is gezet - een instantie waarvan de pijlers
die nu geplaatst worden zeker honderd jaar mee moeten gaan -, mag niet
leiden onder de Nederlandse bezuinigingsdrift.
Meer informatie:
Jonneke Naber, coördinator Internationale Jurisdictie bij Justitia et
Pax
tel. 070 3136 800, e-mail jna@justitiaetpax.nl