Partij van de Arbeid

Den Haag, 17 juli 2003

Vragen van het lid Klaas de Vries (PvdA) aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie


1. Herinnert u zich uw mededelingen in het kennismakingsoverleg op 18 juni jl. over de erfenis die uw voorganger had nagelaten, te weten de zogeheten 14 januari brieven en de brieven die zijn geschreven naar aanleiding van de motie-Varela?



2. Is het waar dat het toen door u genoemde aantal van 5200 onbeantwoorde brieven inmiddels is opgelopen tot 7000 (Volkskrant,16 juli 2003)?



3. Herinnert u zich ook dat u, alvorens tot beantwoording van deze brieven over te gaan, eerst 'glasheldere criteria' zou formuleren, die na het zomerreces aan de Kamer ter beoordeling zouden worden voorgelegd?


4. Is het nog steeds uw voornemen om het overgrote deel van de brieven op basis van deze criteria te toetsen en af te handelen en de resterende brieven af te handelen op basis van uw discretionaire bevoegdheid?


5. Kunt u verklaren hoe het dan toch mogelijk is dat reeds thans tientallen asielzoekers brieven krijgen, waarin hun verzoek om in ons land te mogen blijven wordt afgewezen en hun opvang wordt beëindigd?


6. Aan de hand van welke criteria vindt deze afwijzing plaats?


7. Hebben de asielzoekers, die van uw voorganger de belofte kregen dat hun brieven binnen drie maanden beantwoord zouden worden, inmiddels van u vernomen wanneer zij op een beslissing kunnen rekenen?


8. Bent u bereid, aan de tot heden gegeven afwijzingen geen onomkeerbare gevolgen te verbinden totdat het met de Kamer afgesproken overleg over de te hanteren toetsingscriteria heeft plaatsgevonden?