College Bescherming Persoonsgegevens


Persbericht
17 juli 2003

Justitie doorgeschoten bij het afluisteren van vertrouwelijke gesprekken met advocaten

Politie en justitie zijn doorgeschoten bij het afluisteren en registreren van gesprekken van burgers met hun advocaten. Het beroepsgeheim van advocaten wordt hierdoor onvoldoende gerespecteerd. Tot deze conclusie komt het College bescherming persoonsgegevens (CBP) na een onderzoek naar de waarborgen voor de vertrouwelijke communicatie van advocaten met cliënten waarvan de telefoongesprekken door de politie afgeluisterd worden.

Het CBP concludeert in het Onderzoek naar de waarborging van de vertrouwelijke communicatie van advocaten bij de interceptie van telecommunicatie onder meer dat de huidige werkwijze van politie en OM bij het opnemen en registreren van vertrouwelijke communicatie met advocaten onrechtmatig is. Het stelselmatig opnemen, registreren, uitwerken en kennisnemen van deze vertrouwelijke communicatie door de politie en het OM is strijdig met de bij wet en verdrag erkende bijzondere positie van beroepsgeheimhouders. Het is daarmee ook in strijd met de Wet politieregisters en de Wet bescherming persoonsgegevens.

Met het oog op het respecteren van het beroepsgeheim van advocaten doet het CBP op grond van het onderzoek de volgende aanbevelingen:
* Het OM schept meer technische (nummerherkenning) en organisatorische waarborgen (functiescheiding) voor de bescherming van de vertrouwelijkheid van gesprekken van advocaten.
* Het OM geeft voldoende specifieke invulling aan de norm voor de feitelijke vernietiging van geregistreerde vertrouwelijke advocatengesprekken.

* De advocatuur en andere rechtshulpverleners dragen zorg voor het scheppen van duidelijkheid over hun hoedanigheid bij deelname aan telecommunicatie.

Het CBP heeft het onderzoek in 2002 ingesteld op verzoek van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en enkele advocaten. In deze zaak publiceerde het CBP eerder het verslag van de hoorzitting op 11 juli 2002 inzake de instructie `Vernietiging geïntercepteerde gesprekken met geheimhouders'.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt. Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen.Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.

# # #