NOVAA/NIVRA
Accountantsverordening op fraudemelding effectief
Naleving moet op onderdelen beter
Onafhankelijk onderzoek, uitgevoerd door het researchinstituut MARC van de Universiteit Maastricht, heeft aangetoond dat accountants effectief hebben bijgedragen aan het ongedaan maken van fraude in door hen gecontroleerde organisaties. In 94 % van de gevallen voldeed de ondernemingsleiding aan het verzoek van de accountant maatregelen te treffen om de gevolgen van fraude ongedaan te maken of herhaling te voorkomen. Wel is gebleken dat de naleving van de Verordening op de Fraudemelding door accountants op onderdelen kan worden verbeterd.
Op basis van het onderzoek concluderen de beroepsorganisaties van accountants NIVRA en NOVAA dat de Verordening op de Fraudemelding een positief effect heeft op het ongedaan maken van geconstateerde fraudes. Omdat het gewenste resultaat niet in alle gevallen is bereikt, hebben beide organisaties nadere maatregelen aangekondigd. Deze moeten leiden tot een striktere naleving en mogelijk aanpassing van de huidige voorschriften.
Het onderzoek, verricht onder partners van de dertig grootste Nederlandse accountantskantoren, bevat een analyse van fraudegevallen die zijn geconstateerd gedurende de periode 1995-2002. De meeste fraudegevallen hebben betrekking op diefstal (22%) en het vervalsen van facturen (15%). Interne fraude is vaker geconstateerd (71%) dan externe fraude (29%). Tevens is er vaker sprake van werknemersfraude (59%) dan van directiefraude (41%). Niet-materiële fraude (63%) komt meer voor dan materiële fraude (37%). Tot slot heeft 81% van de fraudegevallen betrekking op een verplichte controle en 19% op een vrijwillige controle. Relatief veel fraudegevallen zijn geconstateerd in de industrie en in de handel.
Verzoeken tot herstelmaatregelen door de accountant werden in 94 % van de gevallen door het management opgevolgd. In de overige 6 % bleven de vereiste maatregelen echter achterwege. De onderzoekers constateren dat er bij de helft hiervan sprake was van materiële fraude, waarvan ten onrechte geen melding is gedaan bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Wel werd in sommige gevallen de opdracht door de accountant teruggegeven.
De onderzoekers concluderen dat de Verordening op de Fraudemelding een aanzienlijke rol speelt in het ongedaan maken van geconstateerde fraudes. Tegelijkertijd constateren ze dat de Verordening op onderdelen nog onvoldoende wordt nageleefd. Te weinig kennis van de richtlijnen speelt hierbij een rol, mede veroorzaakt door het feit dat accountants slechts bij uitzondering met een fraudegeval worden geconfronteerd. Tenslotte constateren de onderzoekers dat de Verordening zelf verduidelijking en mogelijk aanvulling behoeft. Zo blijkt er onduidelijkheid te bestaan over de vereiste acties bij geconstateerde niet-materiële fraudes.
NIVRA en NOVAA zijn van mening dat het onderzoek een goed inzicht verschaft in de effectiviteit van de huidige regelgeving en de naleving ervan door de beroepsgroep. Beide beroepsorganisaties zijn positief over de uitkomsten, maar zien tevens belangrijke aanleidingen voor verbetering. Zo wordt geconstateerde fraude niet altijd conform de voorschriften schriftelijk gemeld. Daarnaast vinden ze het onaanvaardbaar dat in een aantal gevallen is verzuimd om niet-herstelde materiële fraude aan te melden bij het KLPD. NIVRA en NOVAA hebben hun leden schriftelijk op de hoogte gesteld van de onderzoeksresultaten en aangedrongen op een strikte naleving van de voorschriften. Tevens is een gezamenlijke werkgroep ingesteld om met voorstellen te komen voor verbetering van de Verordening. Tenslotte moet vervolgonderzoek uitwijzen of het maatschappelijk verkeer verdere acties wenst van de accountant in geval van fraude.
Voor nadere informatie:
NIVRA: Berry Wammes 020-3010371
NOVAA: Frans van Schaik 070-3383621
Het volledige rapport is te vinden op de websites van NIVRA en NOVAA:
www.nivra.nl en www.novaa.nl
16 jul 03 12:02