Vereniging van Effectenbezitters
VEB: reactie op recente berichten Econosto
Persbericht | 15-07-2003
De Vereniging van Effectenbezitters is van mening dat de berichtgeving
over Econosto in de Financiële Telegraaf van 14 juli en het
Financieele Dagblad van heden geen juist en volledig beeld geeft van
de werkelijke stand van zaken.
In beide berichten wordt aangegeven dat de obligatiehouderscommissie
Econosto, die in de obligatiehoudersvergadering van 17april jl. is
ingesteld, het tussen Econosto en VEB bereikte compromis heeft
verworpen. Daar kan naar de mening van de VEB geen sprake van zijn.
De obligatiehouderscommissie, die overigens geen formeel mandaat
heeft, zou zich inspannen om een beter voorstel voor de 5,5 procent
converteerbare obligatielening te bewerkstelligen die op 5 juni 2003
had moeten worden afgelost. De commissie bestond uit vijf personen
(alfabetisch): de heren Faas, Hussaarts, Knuvers, Leenaers (VEB) en
Spil. Op 13 mei jl. heeft de heer Spil aangegeven terug te treden uit
de obligatiehouderscommissie. Op 9 juli jl. zijn ook de heren Knuvers
en Leenaers teruggetreden. Dat betekent tevens dat nog slechts twee
van de vijf in de obligatiehoudersvergadering benoemde leden, in de
commissie zitting hebben. Het op 9 juli namens de commissie door de
heer Faas uitgebrachte persbericht, was niet door de leden van de
obligatiehouderscommissie goedgekeurd en kon evenmin op de steun van
de meerderheid van de benoemde leden rekenen.
Het eerste compromisvoorstel van Econosto en VEB is overigens
uitgebreid met de obligatiehouderscommissie besproken, waarbij de
leden aangaven dit voorlopige voorstel acceptabel of bijna acceptabel
te vinden. Daarna zijn de voorwaarden (conversiekoers) nog in gunstige
zin aangepast en is een door de obligatiehouderscommissie als
belangrijk gekarakteriseerde change of control clausule toegevoegd.
Het verwerpen van het uiteindelijke compromisvoorstel kennelijk door
de overgebleven leden Faas en Hussaarts is daarom opmerkelijk.
Terugkijkend concludeert de VEB dat de obligatiehouderscommissie in de
eerste fase van het proces een constructieve rol heeft gespeeld. Het
is te betreuren dat door interne verdeeldheid de onderhandelingen met
de vennootschap werden bemoeilijkt.
De VEB heeft in haar opstelling het belang van obligatiehouders
vooropgesteld waarbij, gegeven de precaire toestand waarin de
onderneming zich bevindt, een zekere snelheid was geboden. Het zijn
evenwel de obligatiehouders zelf die over deze kwestie beslissen via
hun stemgedrag in de obligatiehoudersvergadering van 31 juli a.s. en
als het quorum niet wordt gehaald in de vergadering van 12 augustus.
De VEB roept obligatiehouders op om voor het voorstel te stemmen.
Overigens heeft de VEB geconstateerd dat de koers van de
obligatielening sinds het bekend worden van het nieuwe voorstel is
gestegen van 45 naar 61 (bieden) en dat de aandelenkoers ruim boven de
1,25 euro ligt, de koers waartegen een deel van de lening (15 procent)
wordt geconverteerd.
Ten aanzien van de suggestie van een bod door een derde partij zoals
beschreven in het artikel in De Telegraaf is de VEB van mening dat dit
een mogelijke oplossing zou kunnen zijn. In het kader van de
besprekingen binnen de commissie is dit voorstel echter nooit
voldoende geconcretiseerd. Het is bovendien zeer de vraag of een
dergelijk voorstel reëel is aangezien een overname naast de
marktwaarde van de gewone aandelen (thans 18 miljoen euro) en de
convertible van 27 miljoen euro ook nog eens minimaal 60 miljoen euro
aan bankschulden zou omvatten. Daarmee komt de totale overnamesom
boven de 100 miljoen euro uit.
Aan plannen voor een oplossing van de obligatieproblematiek, waarbij
de onderneming surseance van betaling zou aanvragen, heeft de VEB geen
medewerking willen verlenen.
Vereniging van Effectenbezitters
Drs. P.P.F. de Vries, directeur
---