CENTRUM VOOR WERK EN INKOMEN
Perspectieven schoolverlaters in 2002 nog weinig veranderd
Horeca-student lijkt economische neergang als eerste te voelen
De meeste schoolverlaters ondervonden in 2002 nog weinig hinder van de economische neergang. De helft van de afgestudeerde VMBO, MBO en HBO studenten vond binnen drie maanden een baan; binnen een half jaar was zeventig procent aan het werk. Dat is even snel als in voorgaande jaren. Die conclusie staat in de Schoolverlatersbrief 2003, het jaarlijkse rapport van CWI over de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De huidige lichting schoolverlaters is nog niet zichtbaar op de arbeidsmarkt. Wel verwacht CWI dat zij meer moeite zullen hebben om een baan te vinden omdat er minder vacatures beschikbaar zijn; het totaal aantal vacatures is gedaald van 735.000 in 2002 naar (prognose) 600.000 in 2003. Mogelijk vindt enige compensatie plaats omdat schoolverlaters bij economische teruggang vaak eerder kiezen voor een vervolgopleiding. Verder maakte de economische neergang in 2002 een einde aan de sterke stijging van uurlonen op alle niveaus en steeg het aantal flexibele arbeidsrelaties.
De Schoolverlatersbrief verschaft beleidsmakers, scholen, werkgevers en studenten inzicht in de uitstroom van verschillende studierichtingen en de kansen op de arbeidsmarkt. Afgestudeerde verpleegkundigen hadden in 2002 nauwelijks moeite om een baan te vinden, hun zoektijd is 47% korter dan het gemiddelde. Ook de technische opleidingen, met name de opleiding werktuigbouwkunde, scoren goed. Dat geldt voor alle niveaus: vmbo-ers van de richting electrotechniek zochten in verhouding korter dan andere vmbo-ers. Opvallend is dat schoolverlaters van horecaopleidingen relatief lang zoeken naar een baan. Zij zoeken 30% langer dan een gemiddelde mbo-er, terwijl dat in voorgaande jaren juist andersom was. Van de HBO-ers hebben leraren wiskunde, fysiotherapeuten en logopedisten de beste kansen op werk, musici en gediplomeerden in sociaal-pedagogische richtingen hebben de minste perspectieven. Opmerkelijk is ook dat leraren geschiedenis en aardrijkskunde langer moeten zoeken naar een baan dan in voorgaande jaren. Sommige universitaire studies kunnen bijna niet aan de vraag voldoen. Studenten tandheelkunde, genees -en diergeneeskunde, farmacie, econometrie, biomedische wetenschappen en diverse afstudeerrichtingen in de rechten hoeven nauwelijks naar een baan te zoeken. Daarentegen gaan studenten geschiedenis, filosofie en communicatiewetenschappen een relatief lange zoektijd tegemoet.
Het aantal schoolverlaters tot 23 jaar dat zonder diploma de arbeidsmarkt betrad is de afgelopen jaren stabiel gebleven en schommelt tussen 3,5% en 4 % van het aantal ingeschreven leerlingen (47.000 leerlingen in absolute aantallen). Dankzij de spanning op de arbeidsmarkt vonden velen van hen tot voor kort nog relatief snel een baan. In de huidige economische situatie is extra inspanning geboden om deze kwetsbare groep aan het werk te krijgen en te houden. Van ontgroening lijkt voorlopig nog geen sprake te zijn: het ministerie van OC&W raamt het aantal schoolverlaters in 2020 op bijna 330.000, een stijging van ruim 17% ten opzichte van 2003.
---
---
Noot voor de redactie,