European Commission

IP/03/1009

Brussel, 14 juli 2003

Garantierichtlijn: Commissie daagt België, Frankrijk, Luxemburg en Spanje voor het Hof

De Europese Commissie heeft besloten België, Frankrijk, Luxemburg en Spanje voor het Europese Hof van Justitie te dagen omdat zij de garantierichtlijn (1999/44/EG) niet volledig hebben uitgevoerd. Deze richtlijn, die in mei 1999 werd goedgekeurd (zie IP/99/332), verleent consumenten die goederen in de EU kopen, een aantal minimumrechten, zoals het recht goederen met gebreken tot twee jaar na levering te retourneren of ze te laten herstellen of vervangen. De lidstaten moesten de richtlijn op 1 januari 2002 in nationaal recht hebben omgezet. In januari 2003 heeft de Commissie met redenen omklede adviezen gestuurd aan acht lidstaten die haar nog niet in kennis hadden gesteld van de in hun nationaal recht genomen maatregelen tot uitvoering van de richtlijn (zie IP/03/03). Vier van deze acht lidstaten hebben de richtlijn inmiddels volledig omgezet, Spanje slechts ten dele. België, Frankrijk en Luxemburg hebben helemaal nog geen uitvoering aan de richtlijn gegeven. Een arrest van het Hof zal deze lidstaten verplichten actie te ondernemen; zo niet, dan hangt hun een geldboete boven het hoofd.

"De bij de garantierichtlijn vastgestelde rechten zijn van fundamenteel belang voor kopers en de interne markt", aldus David Byrne, commissaris voor Gezondheid en consumentenbescherming. "Als de consument er niet op kan vertrouwen dat zijn rechten beschermd worden, koopt hij niet over de grens. Toen de Raad en het Parlement de richtlijn in 1999 goedkeurden, werd zij terecht begroet als een groot succes. Inmiddels zijn er meer dan 18 maanden verstreken sinds de uiterste datum waarop de richtlijn door de lidstaten in nationaal recht had moeten zijn omgezet, en nog steeds heeft de Commissie geen zekerheid dat de bij de richtlijn gegarandeerde consumentenrechten in deze landen ook werkelijk beschermd worden. De Commissie is vast besloten deze inbreukprocedures in te leiden en ervoor te zorgen dat geen enkele consument in de EU wordt benadeeld."

Consumentenrechten op grond van de garantierichtlijn

De richtlijn biedt de consument een aantal rechten die in de hele Europese Unie gelden, ongeacht waar de goederen worden gekocht. Het belangrijkste recht houdt in dat consumenten, als goederen gebreken vertonen of niet in overeenstemming zijn met de ten tijde van de koop gesloten overeenkomst, tot twee jaar na ontvangst van de goederen een recht van verhaal op de verkoper hebben. De consument kan verlangen dat de goederen worden hersteld of dat hem nieuwe worden geleverd, hij kan een prijsvermindering op een andere aankoop bedingen of zijn geld terugvragen. Gedurende zes maanden na levering is het aan de verkoper en niet aan de consument te bewijzen dat de verkochte goederen in overeenstemming waren met het koopcontract en geen gebreken vertoonden.

De eindverkoper die jegens de consument aansprakelijk is, kan in door de lidstaten te bepalen gevallen de producent aansprakelijk stellen. De lidstaten kunnen bepalen dat de consument die van zijn verhaalrecht gebruik wenst te maken, de verkoper binnen twee maanden na vaststelling van het gebrek aan overeenstemming hiervan op de hoogte moet hebben gebracht.

De richtlijn bepaalt ook dat commerciële garanties zoals de door de fabrikant of detailhandelaar geboden garanties transparant moeten zijn en in duidelijke en begrijpelijke taal moeten zijn gesteld. Wanneer deze garanties worden verleend, moet vermeld worden dat zij verder gaan dan de wettelijke rechten van de consument.