KNMG
KNMG bepleit een nieuw stelsel van gezondheidszorgopleidingen
doc Volledige KNMG reactie taakherschikking
Samenvatting reactie KNMG op RVZ-advies 'Taakherschikking in de
gezondheidszorg'
Het bestuur van de KNMG heeft deze maand zijn standpunt vastgesteld
over het RVZ-advies 'Taakherschikking in de Gezondheidszorg' dat dit
voorjaar is uitgebracht. Aan toegankelijkheid en kwaliteit van de
gezondheidszorg kan taakherschikking een belangrijke bijdrage leveren,
zo vindt de KNMG, mits er goede opleidingen komen voor de nieuwe
zorgprofessionals. De KNMG vindt daarnaast dat de financiering van de
medische vervolgopleidingen een cruciale factor is als het gaat het
waarborgen van kwalitatief goede gezondheidszorg.
In grote lijnen kan de KNMG zich vinden in het advies van de Raad voor
de Volksgezondheid. Volgens de RVZ krijgen artsen meer tijd voor
ernstige patiënten bij een andere verdeling van taken. De assistent of
de verpleegkundige kan vaak voorkomende en minder gecompliceerde
problemen heel goed zelfstandig of na overleg met een arts oplossen.
Nieuwe beroepen of nieuwe beroepsbeoefenaren (o.a.
praktijkondersteuner, nurse practioner, physician assistent) moeten
hierin gaan voorzien.
Nieuw stelsel van gezondheidszorgopleidingen
De KNMG vindt dat de verantwoordelijkheid voor medische handelingen
bij de arts moet liggen, de nieuwe professionals werken wat het
medische aspect betreft onder supervisie van de arts. Onduidelijkheid
rond de vraag welke professional wat mag doen, kan ten koste gaan van
de kwaliteit van de zorgverlening. Door middel van opleiding
(voorbereiden op taakherschikking) en protocollering (vastleggen van
afspraken, verantwoordelijkheden en voorwaarden met betrekking tot
taakherschikking) kan deze onduidelijkheid worden voorkomen.
De federatie KNMG wil samen met universiteiten en hogescholen dit
realiseren door mee te werken aan een nieuw stelsel van
gezondheidszorgopleidingen. Leidraad vormt het vervolg op De Arts van
Straks en de commissie LeGrand. Het gezamenlijk belang van artsen,
verpleegkundigen en paramedici voor een goede patiëntenzorg vormt een
reden te meer om te investeren in een goede verstandhouding en
samenwerking.
Financiering medische vervolgopleidingen
De KNMG kan zich vinden in het advies van de RVZ om een
opleidingsfonds op te zetten voor opleidingen van genoemde nieuwe
beroepen om niet afhankelijk te zijn van de bereidheid van individuele
instellingen om daarvoor ruimte te vinden in het budget.
Wel is de KNMG van mening dat een dergelijk opleidingsfonds ook moet
voorzien in de financiering van de medische vervolgopleidingen. Het
ontbreekt bij deze opleidingen aan een heldere samenhang tussen
capaciteitsraming en financieringssystematiek. De huidige financiering
van de medische vervolgopleidingen is versnipperd. De besluitvorming
vindt op verschillende niveaus plaats waarbij onderlinge afstemming
nagenoeg ontbreekt en de financieringsstromen verschillen.
Tevens bestaat er onvoldoende inzicht in de kosten en opbrengsten van
de opleidingen. Daarbij komt dat zowel de kwalitatieve aanbevelingen
uit De arts van straks als de kwantitatieve aanbevelingen van het
capaciteitsorgaan financiële gevolgen zullen hebben voor de medische
vervolgopleidingen. De KNMG acht het van groot belang dat
opleidingsfonds en capaciteitsorgaan op een samenhangende wijze
functioneren en in een heldere verhouding tot de overheid worden
geplaatst. Samen moeten zij immers een conjunctuurongevoelige en
evenwichtig verdeelde capaciteit voor de (medische) vervolgopleidingen
tot stand brengen.