Vlaamse overheid

Op 1 juli 2003 ging de eerste sessie door van het toelatingsexamen arts en tandarts 2003. De resultaten zijn bekend.

1561 personen hadden zich ingeschreven voor dit examen, waarvan er 1478 uiteindelijk effectief deelnamen. Voor de eerste sessie van juli 2002 ging het respectievelijk om 1356 en 1266 kandidaten.
Het aantal inschrijvingen in juli 2003 lag dus 15% hoger dan in 2002, terwijl het aantal kandidaten die een volledig examen aflegden 17% hoger lag dan in 2002. In juli 2003 bleven nagenoeg 5% van de ingeschreven kandidaten weg, tegen 7% in juli 2002.
De toch forse stijging van het aantal aanmeldingen zou kunnen te wijten zijn aan de versoepeling van één van de drie slaagvoorwaarden die in het BaMa-decreet van 4 april 2003 (herstructurering van het hoger onderwijs) is doorgevoerd en het signaal dat het contingent voor Vlaamse (tand)artsen niet zou gevuld raken. Een sluitend bewijs hiervoor is echter niet voorhanden.

De slaagvoorwaarden luidden:


1. ten minste 10 op 20 voor het examengedeelte "Kennis en Inzicht in de Wetenschappen"

2. ten minste 10 op 20 voor het examengedeelte "Informatie Verwerven en Verwerken"

3. ten minste 22 op 40 voor het totaal.

Tot in 2002 was de regel voor de derde voorwaarde "24 op 40".

Van de 1478 deelnemers slaagden er 541. Het slaagpercentage is dus 36,6%.
Mochten de slaagvoorwaarden van 2002 op het examen van juli 2003 toegepast zijn, dan zouden 356 kandidaten geslaagd zijn, met een slaagpercentage 24,1%. Dit ligt in de lijn van de vorige jaren in de julisessie. De versoepelde slaagvoorwaarden leveren dus (van 356 naar 541) een stijging met 24% van het aantal geslaagden op. Dit stemt volledig overeen met wat aan de hand van de versoepelde slaagvoorwaarden op de resultaten van 2002 gesimuleerd was.

Het aandeel van de vrouwelijke kandidaten bedraagt 66,9%. In juli 2002 was dat 66,7%. De stijgende tendens sinds 1997 (toen 61,8% vrouwelijke kandidaten) zet zich dus voort.
Bij de geslaagden is hun aandeel 63,2%. Het gemiddeld slaagpercentage ligt voor de vrouwelijke deelnemers met 34,6%, lager dan dat van hun mannelijke collega's (40,7%).

80,5% van de kandidaten nam voor de eerste keer deel. Hun aandeel in de geslaagden bedraagt 79,1%. Er waren
4,4% deelnemers die voor de tweede keer deelnamen. Het aandeel van hen die slaagden is gelijklopend, namelijk 4,4%.
De kandidaten die voor de derde keer deelnamen, hadden een aandeel van 11,5%. Hun aandeel in de geslaagden bedraagt 11,6%.

Het aantal kandidaten die al meer dan drie keer in het verleden deelnamen bedroeg 3,6%, onder hen waren er twee die voor de negende keer aan het examen deelnamen. Eén van hen slaagde.

86,2% van de kandidaten waren Belgen (op 8 na, Vlamingen). Hun aandeel in de geslaagden bedraagt 91,5%. 12,2% van de kandidaten waren Nederlanders. Hun aandeel in de geslaagden bedraagt 7,6%.
De overige 1,6% kandidaten hadden een andere nationaliteit. Hun aandeel in de geslaagden bedraagt 0,9%.

De moeilijkheidsgraad van het examen was vergelijkbaar met die van de vorige jaren. De populatie kandidaten was eveneens vergelijkbaar met die van de vorige jaren. De verhoging van het aantal geslaagden is dus enkel te wijten aan de gewijzigde slaagvoorwaarden.

Pro memorie: deze toelatingsproef werd voor het eerst in 1997 georganiseerd naar aanleiding van de invoering van een federaal contingent (tand)artsen dat in het beroep mocht stappen. Dit contingent bedraagt voor de Nederlandstaligen per jaar 504 personen (420 artsen en 84 tandartsen). Als we het aantal geslaagden naast het contingent zetten komen we tot de volgende tabel:

1997 contingent: 504 geslaagden: 966 1998 contingent: 504 geslaagden: 447 1999 contingent: 504 geslaagden: 469 2000 contingent: 504 geslaagden: 517 2001 contingent: 504 geslaagden: 569 2002 contingent: 504 geslaagden: 606 2003 contingent: 504 geslaagden: 541 (1997: aantal geslaagden door arbitragehof opgetrokken,2003: enkel eerste sessie)

De aangepaste slaagcriteria waren noodzakelijk opdat er voldoende Vlaamse gediplomeerden zouden zijn om de komende jaren het Vlaamse contingent van (tand)artsen op te vullen. Het is namelijk zo dat niet iedereen die geslaagd is in deze toelatingsproef de studies effectief aanvat (gemiddeld 10% kiest niet voor een opleiding (tand)arts) en dat er bij de studenten die het diploma halen er een aantal zijn die niet in het beroep (geen RISIV-nummer aanvragen) stappen. Bij een ongewijzigde situatie zou men in de nabije toekomst aldus het contingent voor Vlaanderen niet hebben kunnen invullen.

De tweede sessie van het toelatingsexamen arts en tandarts 2003 gaat door op 26 augustus 2003 met 6 augustus 2003 als uiterste inschrijvingsdatum. Voor meer informatie kunnen kandidaten terecht op
www.ond.vlaanderen.be/arts-tandarts .

info : Jo De Ro, woordvoerder van
minister Vanderpoorten - gsm (0475) 98 33 73 tel. (02)553 99 23 - fax. (02) 553 99 19 e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be
---