Leefbaarheid in Zwolle
Volgens het tweejaarlijkse Omnibusonderzoek is de waardering van de
leefbaarheid van de eigen woonomgeving en het gevoel van veiligheid onder
de inwoners van Zwolle gedaald ten opzichte van 2001. Zwolle doet het in
vergelijking met de andere grote steden echter zeker niet slecht.
Dat Zwolle het niet zo slecht doet, blijkt ook uit de resultaten die
geboekt zijn op de speerpunten van het Integraal Veiligheidsbeleid
(Veiligheid ligt op straat). Verder toont het Omnibusonderzoek aan dat het
algehele gevoel van veiligheid in Nederland is ondermijnd door
internationale factoren als '11 september' en de oorlog in Irak.
Tweejaarlijks onderzoek
De gemeente Zwolle voert eens per twee jaar het Omnibusonderzoek uit. Dit
onderzoek is in 2003 voor de vijfde keer uitgevoerd onder 5.500 inwoners in
de leeftijd van 18 tot en met 75 jaar. In totaal hebben 3.096 respondenten
de vragenlijst ingevuld, ofwel een score van 56,4%. In het onderzoek worden
vragen gesteld over de veiligheidsbeleving van mensen en de waardering van
de eigen woonomgeving. Op grond van de uitkomsten van het Omnibusonderzoek
kunnen B&W van de gemeente nagaan welke verbeteringen en veranderingen in
het beleid noodzakelijk zijn.
Het Omnibusonderzoek is opgenomen in de Trendrapportage. Een samenvatting
daarvan is te vinden op deze site, bij 'folders en brochures' en de
complete Trendrapportage is, zolang de voorraad strekt, gratis te
verkrijgen bij het Informatiecentrum van de gemeente, Grote Kerkplein 15.
Resultaten
Een deel van de cijfers heeft betrekking op Zwolle in het algemeen, maar ze
zijn ook op wijkniveau te vinden en die laten opvallende verschillen zien.
In wijken waar de sociale samenhang onder de bewoners groot is, valt de
waardering voor de leefbaarheid significant hoger uit. Bovendien scoren
gevoelens van onveiligheid daar vele malen lager dan in andere wijken.
Hoewel de cijfers consequent een daling aantonen van het gevoel van
veiligheid en de waardering van de eigen woonomgeving, is die niet
schrikbarend, met name in vergelijking met de andere 29 steden in het Grote
Steden Beleid (GSB). Bovendien zijn op diverse fronten inmiddels
maatregelen genomen en trajecten uitgezet. In een volgende rapportage
(2005) verwacht de gemeente de resultaten hiervan terug te zien.
Resultaten van het Integraal Veiligheidsbeleid zijn nu al zichtbaar in de
cijfers. De speerpunten van het beleid scoren gunstiger op de lijst van
punten die met voorrang behandeld moeten worden. Met name geldt dit voor
geweld op straat, woninginbraak en jeugdcriminaliteit.
De uitkomsten van het Omnibusonderzoek geven voor Zwolle als geheel het
volgende beeld:
Woonomgeving: de inwoners van de gemeente Zwolle waarderen de woonomgeving
met een 7,2. Dit cijfer is gelijk aan de waardering in 2001. Doelstelling
is een waardering van 7,5 in 2004.
Sociale kwaliteit van de woonomgeving: doelstelling is een stijging naar
7,5 in 2004. Anno 2003 scoort Zwolle een 6,2. In 2001 was dit nog een 6,3.
Groenvoorziening: doelstelling is dat in 2004 80% van de inwoners tevreden
is over de groenvoorziening binnen de gemeente. In 2003 lag dit op 76%. Dat
is een daling van 5% ten opzichte van 2001, toen de score op 81% lag.
Verloedering: doelstelling is een daling van de score van 4,5 (1997) naar
4.0 in 2004. In 2001 was de score 4,5; in 2003 is deze gestegen naar 4,8.
Onveiligheidsgevoelens algemeen: doelstelling is dat het percentage
inwoners dat zich zelden, soms of vaak onveilig voelt, daalt van 37% (1997)
naar 33% in 2004. Uitkomst is een stijging van 41% in 2001 naar 45% in
2003. Tegelijkertijd stijgt het aantal personen dat zich zelden of nooit
onveilig voelt (66% in 2001, 67% in 2003) ten opzichte van vaak en soms
onveilig (34% in 2001 en 33% in 2003).
Onveiligheidsgevoelens eigen buurt: Dit moet dalen naar 19% in 2004. Hierin
trad echter een stijging op van 20% in 2001 naar 24% in 2003. Dat is
ongeveer het niveau van 1997 en 1999 (respectievelijk 23% en 24%), ofwel
het jaar 2001 was een mooie uitschieter.
Slachtofferschap, vermogensdelicten: Hier is de ambitie een daling te
genereren van score 4,1 (1997) naar 3,5 in 2004. In 2003 scoort Zwolle 3,7
op dit punt, dit is een stijging met 0,3 punten ten opzichte van 2001 (3,4)
maar nog steeds een daling ten opzichte van 1997.
Slachtofferschap, overlast: Doelstelling is een afname van score 2,6 (1997)
naar 2,0 in 2004. De uitkomst is een stijging van 0,4 punt ten opzichte van
2001 (2,8). De score in 2003 is 3,2.
Slachtofferschap, dreiging: doelstelling is de score te laten dalen van 1,3
(1997) naar 1,0 (2004). Dat niveau was bereikt in 2001, maar in 2003 is er
weer een stijging naar 1,3.
Aanpak van problemen
De speerpunten van het Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) scoren in 2003 lager op de lijst van
punten die met voorrang behandeld moeten worden.
Percentage inwoners dat vindt dat een probleem met voorrang moet worden aangepakt:
2003
2001
Geweld op straat
Woninginbraakveilig wonen
Jeugdcriminaliteit
Ouderen en veiligheid
Overlast verslaafden
Autocriminaliteit
Fietsendiefstal
Winkelcriminaliteit
Sluitingstijden horeca vervroegen
Anders
53% 48%
35%
29%
33%
23%
27%
24%
25%
5%
65%
57%
47%
26%
28%
20%
17%
12%
9%
9%
Maatschappelijke ontwikkelingen
Dit jaar is voor de eerste maal geïnventariseerd welke recente maatschappelijke
ontwikkelingen een gevoel van onveiligheid in de hand werken. Dan blijkt dat gevoelens van
veiligheid niet altijd op te lossen zijn in gemeentelijk verband. De volgende antwoorden
werden gegeven als argument voor gevoelens van onveiligheid:
Zinloos geweld
Dreigende oorlog
Terroristische aanslagen
Moord op of bedreiging van bekende personen
Natuurverschijnselen
Branden in uitgaansgelegenheden
Anders
35%
17%
17%
12%
9%
8%
2%
---
Gemeente Zwolle