Nieuwe zorg-CAO nog ver weg
Een gezamenlijke CAO voor de thuiszorg en de verpleeg- en
verzorgingshuizen is volgens de vakbonden in de zorg nog amper een
haalbare optie. Werkgevers in deze branches willen voortaan met iedere
werknemer aparte afspraken maken over de jaarlijkse promotie.
Bovendien willen instellingen de bezuinigingen, waaronder de
efficiëncykorting van het kabinet, betalen uit de arbeidsvoorwaarden
voor het personeel. Dit valt te lezen in een vijfbondenbrief; een
gezamenlijk persbericht van ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak, NU91, FHZ
en de Unie Zorg en Welzijn.
De CAOs voor thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen zouden
samengaan omdat instellingen in deze branches steeds vaker beide
diensten aanbieden. Uit de voorstellen van de werkgevers blijkt dat
zij het onder één regime brengen van de tot dusver aparte CAOs
aangrijpen voor een ingrijpende bezuinigingsoperatie. Veel voorstellen
zijn gebaseerd op decentrale onderhandelingen tussen werknemers,
ondernemingsraden en werkgever. Zowel de vaststelling van de
periodiekgrootte in de salarisschaal als de toekenning wie daarvoor in
aanmerking komt, zou voortaan door de instelling gedaan moeten worden.
Die moet daarvoor weliswaar instemming hebben van de ondernemingsraad,
maar volgens de vakbonden trekt de werkgever dan meestal aan het
langste eind.
Lichtpunt
De bestaande CAOs geven werkgevers bovendien al de ruimte om de
beoordeling van de werknemer te koppelen aan de toekenning van een
periodiek. Hiervan wordt nauwelijks gebruik gemaakt omdat weinig
instellingen structureel beoordelingsgesprekken met hun personeel
voeren. Ondernemingsraden zitten in de praktijk ook niet te wachten op
een rol bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden van de
werknemers. Die bereidheid wordt nog kleiner door de
werkgeversvoorstellen om de faciliteiten voor de ondernemingsraad te
gaan bepalen en zodoende het functioneren van de medezeggenschap in te
perken.
Het enige lichtpuntje in de werkgeversvoorstellen is een discussie
over de afstemming van zorgtaken in de privé-sfeer en
opleidingsmogelijkheden op de arbeidstaken. Verder staat de
werkgeversinzet zover af van de realiteit, dat de op 15 september te
starten onderhandelingen weinig kans maken op een resultaat dat wordt
gedragen door de 360.000 werknemers die beide branches tellen.
NU'91