Ik heb met verontrusting kennisgenomen van de afschaffing van de Belgische genocidewet door de recentelijk aangetreden Belgische regering, hetgeen een ernstige teruggang is in de internationale wetgeving betreffende het vervolgen van potentiele oorlogsmisdadigers, die door hun politieke invloed of onwil van de juridische autoriteiten in eigen land aan vervolging kunnen ontkomen.

De enige andere mogelijkheid was tot de oprichting van het ICC (Internationaal Strafhof) in juli 2001 de Internationale Tribunalen, maar het voordeel van de Belgische genocidewet was , dat het voorzag in de vervolging van oorlogsmisdadigers, zonder een speciaal voor een land/regio op te richten tribunaal, hetgeen jaren voorbereiding en onderhandelingen kost.

Het ICC is weliswaar een belangrijke aanvulling op de internationale wetgeving, maar heeft als beperking, dat het slechts misdaden, gepleegd na 1 juli 2001 vervolgt en daarenboven van mensen uit landen, die of ICC-lidstaat zijn of wanneer de betreffende misdaad is gepleegd in een ICC-lidstaat, hetgeen landen, die het ICC niet erkennen (zoals de VS en Israel) bij voorbaat uitsluit van rechtsvervolging.

Het argument van tegenstanders van de genocidewet, dat deze om politieke redenen misbruikt zou kunnen worden, snijdt geen hout, aangezien oorlogsmisaden zo exact zijn gedefinieerd in het Internationaal Recht, dat bij de vervolging daarvan slechts inhoudelijke criteria kunnen worden gehanteerd.

Het is verontrustend, dat door deze afschaffing een aantal potentiele oorlogsmisdadigers nu buiten rechtsvervolging blijft, hetgeen leidt tot een uitholling van het internationale rechtssysteem.

free-lancejournaliste
Astrid Essed
astridessed@hotmail.com
Florijn 444
1102 BA Amsterdam (Z-O)
Nederland


---