Verbond van Verzekeraars

Algemene Ledenvergadering juni 2003
Verzekeraars staan midden in de samenleving

In ons jaarverslag zijn fotos van studenten van de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten opgenomen. Het zijn intrigerende beelden, die laten zien hoe de alledaagse werkelijkheid vol onzekerheden en risicos zit. Daar zitten wij dus ook. Verzekeraars staan midden in de samenleving. Dat zei de kersverse, derde roulerend voorzitter van het Verbond, Paul Overmars, vorige week tijdens de drukbezochte Algemene Ledenvergadering, die in het landelijke Soestduinen plaatsvond.

Volgens Overmars kunnen de belangen van verzekeraars, juist omdat we midden in de samenleving staan, nooit ten nadele van de klanten of de gemeenschap zijn. Daarvan zijn we ons ook goed bewust. Sterker nog, het speelt altijd mee in onze standpunten. Als we ons druk maken over fiscaliteit of over het ziektekostenstelsel, dan doen we dat niet alleen om meer polissen te kunnen verkopen, maar ook omdat we onze klanten een betere onbezorgde oude dag gunnen. En ook om meer mensen na ziekte sneller te laten terugkeren naar hun werk. En wanneer we bezwaar maken tegen de regelzucht van de overheid, dan is dat niet alleen omdat nodeloze regels ons werk moeilijker maken, maar ook omdat het de burger onnodig geld kost.

Politieke lobby

Overmars, die zijn voorganger Carlo de Swart complimenteerde voor de voortreffelijke manier waarop hij het lastige afgelopen jaar zijn rol als voorzitter heeft vervuld, benadrukte dat verzekeraars maximaal moeten participeren in de politiek. Midden in de samenleving betekent natuurlijk ook dat je niet alleen moet kijken naar wat de samenleving vraagt, maar ook steeds goed moet kijken naar wat er in de politieke arena gebeurt. Zorgen dat ze je kennen en dat kost tijd, veel tijd, zeker nu vrijwel het hele politieke speelveld is gewisseld.

Het kabinet neemt in deze zittingsperiode veel gevoelige en belangrijke dossiers ter hand en dat zijn veelal ook de themas van verzekeraars en het Verbond. Overmars: Actief beleid van het Verbond is dus vereist en al voor de verkiezingen, maar ook tijdens de informatie- en formatieperiode heeft het Verbond onze standpunten onder de aandacht gebracht. Daarin ging maar liefst driekwart van de tijd van de organisatie zitten, maar deze lijn wordt wel voortgezet.

Rol Verbond

Over het Verbond zei Overmars vervolgens dat het zich in de vijfentwintig jaar van zijn bestaan heeft opgewerkt tot een gerespecteerde belangenbehartiger, een lobbyorganisatie bij uitstek en een ontmoetingsplaats voor de leden. Alledrie die functies noemde hij belangrijk. Er is volgens hem geen enkele noodzaak voor grote beleidsaanpassingen en dus gaan we door op de ingeslagen weg. We slaan op de trom als het kan, maar werken in stilte als dat moet. Wanneer het stil is, wil dat echter niet zeggen dat we niets doen, aldus Overmars, die de aanwezige leden liet weten open te staan voor wensen, kritiek en klachten. Ik beschouw dat als een persoonlijke taak voor de komende tijd.

Hij besloot zijn jaarrede met de woorden dat het Verbond nergens is zonder de leden. Een goede vereniging stelt eisen aan die leden en dat doen wij dan ook. Van u wordt geëist dat u meer en meer midden in de samenleving staat. U bent direct betrokken bij verschillende maatschappelijke vraagstukken en daarom moet u veel meer dan vroeger opletten bij wát u doet en hóe u het doet. Onze keuzes en beslissingen moeten helder, acceptabel en begrijpelijk zijn. Dat betekent dat de ethiek van waaruit wij werken belangrijk is. De verschillende codes en convenanten in onze bedrijfstak moeten duidelijk zijn én we moeten ons er ook aan houden. Met zijn allen moeten we waken voor het beeld als zouden we rijke en maatschappelijk ongeïnteresseerde ondernemers zijn. Onze interesse beperkt zich niet tot omzet en beurskoersen. Integendeel, we zijn er om risicos te dekken en onzekerheden van anderen weg te nemen, en dat kunnen we doen doordat we midden in de samenleving staan.

Bondig, juli 2003