Gemeente Rotterdam
Bestuursdienst

Communicatie

Bezoekadres: Stadhuis
Coolsingel 40 Rotterdam
Postadres: Postbus 70012
3000 KP Rotterdam
---
Nr. 133
.. juli 2003

Rotterdammers zien veiligheid en leefbaarheid verbeteren.

ROTTERDAMS COLLEGE KRIJGT DUIDELIJK PROFIEL

Ruim driekwart van de Rotterdammers merkt iets van de inspanningen en acties van het college van burgemeester en wethouders om de stad te verbeteren. Deze groep blijft ten opzichte van de nulmeting (februari) onveranderd groot. Dat blijkt uit de tweede meting naar de beleving en de waardering van het College en zijn inspanningen. De publieke en de politieke agenda blijven eveneens identiek: prioriteiten van de burgers sporen goed met die van het College. In vergelijking met de eerste meting krijgen de bestuurlijke inspanningen op het gebied van veiligheid een positieve waardering en herkennen Rotterdammers een duidelijker imago van het College. Het College trekt hieruit de conclusie dat het collegeprogramma op koers ligt, maar dat er nog heel wat te verbeteren is, ook in de uitvoering.

Een onverminderd grote groep Rotterdammers herkent de inspanningen van het College op het gebied van veiligheid, huisvesting, economische ontwikkeling, onderwijs en jeugd en inburgering. Positieve waardering wordt vooral gegeven aan de inspanningen op het gebied van het veiligheidsbeleid. Met name de veiligheid op en rond Rotterdam Centraal 'scoort' goed. Er blijkt ruim draagvlak voor de gemaakte keuzes: het "prioriteitenlijstje van de Rotterdammers" komt goed overeen met dat van het gemeentebestuur. Rotterdammers merken dat de uitvoering goed op gang begint te komen. Markant is verder dat de inspanningen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid een hogere waardering krijgen, maar dat de andere speerpunten nog niet in die erkenning delen. Waarschijnlijk spreekt de Rotterdammer vooral zijn waardering uit voor acties en inspanningen om de grootste problemen aan te pakken en zijn de resultaten op deze terreinen het meest zichtbaar. Het beter voor het voetlicht brengen van behaalde resultaat, met name bij de andere beleidsprioriteiten, verdient daarom alle aandacht.

Opvallend in de tweede meting is dat Rotterdammers het College steeds beter herkennen. Het College begint een steeds duidelijker imago te ontwikkelen. Was in de nulmeting het College in de ogen van Rotterdam vooral een bestuur van normen en waarden, nu heeft zich dat verder uitgekristalliseerd met "stellen duidelijke grenzen" en "leggen verantwoordelijkheid bij burgers". Ook "schaffen overbodige regels af" wordt toegeschreven aan het huidige College.

Over het geheel bekeken zijn de Rotterdammers nog niet tevreden over de uitvoering van de inspanningen van het collegebeleid. Veel voornemens zijn nog onbekend, veel van de plannen zijn nog niet in uitvoering. De collegeprioriteiten gaan stuk voor stuk over de grote problemen. Waardering wordt pas uitgesproken en positief als het probleem is opgelost (of op zijn minst goed aangepakt) en tot een resultaat is gebracht. Alle prioriteiten van het College worden wederom bevestigd. Nog steeds geldt dat alleen het eindresultaat telt, zowel voor Rotterdammers als voor het College.

In het collegeprogramma "Het nieuwe elan van Rotterdam ... en zo gaan we dat doen!" staat dat het College open en afrekenbaar te willen besturen en de burger centraal te stellen. In verband hiermee laat het College zichzelf elk kwartaal een spiegel voorhouden door dit belevings- en waarderingsonderzoek te houden. Dit is de tweede meting (de nulmeting vond plaats in februari en werd gepubliceerd begin maart), die eveneens is uitgevoerd door het Centrum van Onderzoek en Statistiek in opdracht van het college van B en W. Dit onderzoek is geen beleidseffectrapportage of een voortgangsmonitor (zoals bijv. de Veiligheidsindex). Het is een meting van de herkenning en waardering van het College en de inspanningen die het verricht. In bepaalde opzichten is het een imagometing,

Het onderzoek is de uitkomst van een schriftelijke enquête onder 1250 willekeurig geselecteerde Rotterdammers van 16 jaar en ouder. De respons is deze keer 42 % (in februari 45%), de representativiteit van de steekproef is goed. Elk kwartaal wordt dezelfde vragenlijst gebruikt. Het veldwerk voor het volgende onderzoek start eind augustus en zal naar verwachting in oktober gereed zijn.

---
noot voor de redactie/