Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA Den Haag
Uw brief Ons kenmerk
AAM/BR/03/31717
Onderwerp Datum
Evaluatie Sociaal Bestek Rijksoverheid 11 juli 2003
Hierbij bied ik u het rapport "Evaluatie Pilot Sociaal Bestek Rijksoverheid"(maart 2003)
aan.
In de nota Minderhedenbeleid 19991 was aangekondigd dat zal worden getracht door
middel van overeenkomsten met bedrijven langdurig werklozen (waaronder leden van
minderheden) in te schakelen bij overheidsprojecten. De pilot Sociaal Bestek
Rijksoverheid beoogde te experimenteren met contract compliance bij bouwopdrachten
van het Rijk. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was initiatiefnemer
van het project. De Ministeries van Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Defensie waren bij de pilot betrokken als
opdrachtgevers van de bouwprojecten waarbij Sociaal Bestek zou worden toegepast.
In een schriftelijke reactie (d.d. 15 november 2002 ) naar aanleiding van de vraag van
D66 tijdens het algemeen overleg met de Vaste Kamercommissie van SZW en
staatssecretaris Phoa over de (convenanten) herintredende vrouwen en het
kabinetsstandpunt over de aanbevelingen van de cie. AVEM (d.d. 6 november 2002) ,
heeft de Minister toegezegd dat uw Kamer op korte termijn geïnformeerd zou worden
over de resultaten van de pilot. De Minister heeft daarbij tevens aangetekend dat de
resultaten teleurstellend zijn: weinig plaatsingen.
Uit de evaluatie blijkt dat de resultaten van de pilot inderdaad niet erg bemoedigend zijn.
Het rapport noemt een aantal externe oorzaken (krappe arbeidsmarkt en het trage tempo
waarin bouwprojecten afkwamen) en een aantal interne (opzet, organisatie en
uitvoering).
Eerder onderzoek naar contract compliance (gericht op gemeentelijke en provinciale
overheid), maakte eveneens duidelijk dat voor een succesvol verloop van een project aan
een fors aantal randvoorwaarden moet worden voldaan. Uw Kamer is over
laatstgenoemd onderzoek geïnformeerd door toezending van het rapport "Onder Sociale
Voorwaarden" ( d.d. 19 december 2000). De conclusie van het onderzoek luidde toen
dat "...contract compliance een toegevoegde waarde kan hebben voor het openbaar
bestuur waar het gaat om het bevorderen van arbeidsparticipatie van doelgroepen. De
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 210, nrs. 1-2
---
impact qua plaatsen is echter beperkt. De bestuurlijke organisatie en vormgeving is nog
vrij gecompliceerd".
De "Evaluatie Pilot Sociaal Bestek Rijksoverheid"geeft in zijn conclusies thans een
aantal randvoorwaarden aan waaraan een project in het kader van contract compliance
zou moeten voldoen, om succesvol te zijn. Op deze wijze levert de evaluatie, ondanks de
niet bemoedigende resultaten wel belangrijke inzichten over de voorwaarden waaronder
contract compliance mogelijk wel tot positieve resultaten kan leiden. Ik ben echter van
mening dat de aanpak die gevolgd wordt met convenanten zoals het MKB-convenant,
het Raamconvenant Grote Bedrijven en het .Kom-project in de bouw, succesvoller is.
Uw Kamer is hierover recentelijk geïnformeerd in de brief d.d. 24 april 2003 (kenmerk
szw 0300255).
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(M. Rutte)
Bijlage: rapport "Evaluatie pilot Sociaal Bestek Rijksoverheid" (maart 2003)