Aan het bestuur van gemeenten,
kaderwetgebieden en provincies
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
FIPULI 2003-245 M
Onderwerp
Stand van zaken BTW-compensatiefonds
Hieronder volgt een overzicht van de stand van
zaken inzake het BTW-compensatiefonds. In deze
brief wordt met name een oproep gedaan aan de
provincies en kaderwetgebieden in hun rol als
subsidieverstrekker. Tevens wordt u onder andere
geïnformeerd over het standpunt van de Europese
Commissie inzake EU-subsidies en het
vereveningspercentage voor 2004.
Specifieke uitkeringen en subsidies
Vanuit verschillende delen van het land hebben
ons berichten bereikt dat verstrekkers van
subsidies - dit zijn vooral provincies - de
subsidie in bepaalde gevallen onterecht netto
(exclusief de BTW component) verstrekken. Dit is
in tegenspraak met hetgeen dat is voorgeschreven
in de beleidslijn, zoals is toegelicht in de
brochure maart 2003. In deze brochure is
expliciet uitgelegd dat specifieke uitkeringen
en subsidies die ook al voor 1 januari 2004
worden verstrekt - ook na de invoering van
BTW-compensatiefonds - bruto (inclusief de BTW
component) moeten worden verstrekt. De reden is
dat indien de bestaande specifieke uitkering
zonder de BTW-component zou worden verstrekt,
gemeenten en provincies een financieel nadeel
zouden ondervinden. Zij zouden namelijk dubbel
gekort worden: eenmaal door de uitname uit het
gemeente- en provinciefonds en eenmaal door de
verlaging van de specifieke uitkering door
departementen cq provincies. In de bijlage wordt
dit toegelicht aan de hand van enkele
voorbeelden. De provincies en kaderwetgebieden
wordt nadrukkelijk verzocht nauwlettend de
voorgeschreven beleidslijn uit te voeren.
EU-subsidies
De Europese Commissie heeft bij brief d.d. 4
juni 2003 gemeld kennis te hebben genomen van de
opvatting van het Ministerie van Financiën dat
de via het fonds gecompenseerde BTW niet van
toepassing is op de EU-BTW-richtlijnen en de Wet
op de Omzetbelasting 1968. Hiermee wordt de
compensabele BTW als niet-terugvorderbare BTW
beschouwd. Door Financiën is richting de
Commissie aangegeven dat de compensabele BTW
effectief en definitief door de eindbegunstigde
of door de individuele ontvanger wordt gedragen.
Op basis van deze vaststelling wordt er aldus de
brief van de Commissie voldaan aan de voorwaarde
om als subsidiabele uitgave te worden
aangemerkt. Hieruit concluderen wij dat de BTW
die voor compensatie uit het
BTW-compensatiefonds in aanmerking komt deel uit
mag maken van de betalingsaanvragen aan de
Commissie. Zie voor nadere toelichting de
brochure BTW-compensatiefonds maart 2003.
Vereveningspercentage 2004
Voor de jaren 2003 - 2005 hebben de gemeenten
recht op een minimumuitkering uit het
BTW-compensatiefonds. Doel van de
minimumuitkering is het voorkomen van sterke
negatieve budgettaire effecten voor individuele
gemeenten en provincies tijdens de invoering van
het fonds. Binnen het fonds worden de
budgettaire consequenties van de
minimumuitkering opgevangen door een
vereveningsfactor. De vereveningsfactor
bewerkstelligt een procentuele korting op de
compensabele BTW ter bekostiging van de
minimumuitkering aan de overige gemeenten en
provincies. Voor het jaar 2003 is het
vereveningspercentage vastgesteld op 95 procent
voor gemeenten en 96 procent voor provincies.
Voor het jaar 2004 worden dezelfde
vereveningspercentages voor gemeenten en
provincies aangehouden. Het percentage is niet
aangepast omdat er nog onvoldoende informatie
beschikbaar is voor een nacalculatie van het
jaar 2003. Voor het jaar 2005 is de benodigde
informatie wel tijdig voorhanden en zal - indien
dat nodig blijkt - het vereveningspercentage wel
worden aangepast. Na het jaar 2005 zal aan de
hand van nacalculatie bezien worden of het
toepassen van de minimumuitkering (en
vereveningspercentage) wordt verlengd.
Beëindiging regeling aftrek voorbelasting op
kosten aanleg gemeenschapsvoorzieningen (BTW-28)
In verband met de invoering van het
BTW-compensatiefonds is de regeling van BTW-28
met ingang van 1 januari 2003 ingetrokken.
Zonder nadere voorzieningen zouden gemeenten de
administratie met betrekking tot de op 31
december 2002 in exploitatie zijnde
bestemmingsplannen nog overeenkomstig de
voorwaarden van BTW-28 moeten voeren, terwijl
dat voor bestemmingsplannen die na 31 december
2002 in exploitatie worden genomen niet langer
het geval is. Uit oogpunt van administratieve
vereenvoudiging hebben gemeenten echter de
mogelijkheid om de toepassing van BTW-28 met
ingang van 1 januari 2003 definitief te
beëindigen. Daarvoor moet een
vaststellingsovereenkomst met de
Belastinginspecteur worden gesloten. Het verzoek
voor het aangaan van een dergelijke overeenkomst
moet vóór 1 juli 2003 worden ingediend.
(Onderdeel 3 van het Besluit van 23 juli 2002,
nr. CPP2002/2257M: Heffing van omzetbelasting
ten aanzien van de uitvoering van bestemming- en
saneringsplannen; overgangsregeling in verband
met de invoering van de Wet op het
BTW-compensatiefonds met ingang van 1 januari
2003).
Termijn voor indienen compensatie opgaaf
Geconstateerd is dat de compensatie opgaaf door
circa 30 procent van de betrokken overheden -
voornamelijk gemeenten - te laat bij de
Belastingdienst is ingediend. Voor het indienen
van de opgaaf geldt de termijn van één maand na
afloop van het kwartaal (zie Uitvoeringsbesluit
BCF, artikel 9, tweede lid). Voor deze termijn
is gekozen om de fondsbeheerders een instrument
te geven de uitgaven goed te kunnen monitoren.
Dit is bijvoorbeeld nodig om tijdig het
vereveningspercentage goed te kunnen
vaststellen. Bij invoering van het
BTW-compensatiefonds is er voor gekozen om geen
boeteregime toe te passen voor het te laat
indienen van compensatie opgaaf. Voor de
verwerking van de gegevens en een tijdige
betaling van de voorschotten (BTW-28 en BTW-OV)
is het echter wel noodzakelijk dat de opgaaf
binnen de gestelde termijn bij de
Belastingdienst wordt ingediend. De betrokken
overheden worden dringend verzocht om in het
vervolg de kwartaalopgaaf tijdig - binnen een
maand na afloop van het kwartaal - in te dienen.
Voor de jaaropgaaf geldt een termijn van één
maand na afloop van het vierde kwartaal.
Wet herverdeling wegenbeheer
Een aantal gemeenten heeft aandacht gevraagd
voor de negatieve budgettaire gevolgen van de
invoering van het BTW-compensatiefonds voor
gemeenten die in het kader van de Wet
herverdeling Wegenbeheer het onderhoud van hun
wegen hebben overgedragen aan een waterschap.
Wij zijn van mening dat de overgangssystematiek
(minimumuitkering) voldoende waarborgen biedt
voor het voorkomen van te grote negatieve
budgettaire effecten gedurende de eerste jaren
na invoering. Daarnaast zal in het kader van de
monitoring en evaluatie van de invoering van het
BTW-compensatiefonds worden bezien hoe een
adequate structurele oplossing voor dit probleem
gevonden kan worden. Dat hier een oplossing voor
moet komen staat voor mij vast.
Activa onderzoek
In de brochure BTW-compensatiefonds van maart
2003 werd een onderzoek aangekondigd naar de
werking in de praktijk van de aangedragen
oplossingen - vertraagde uitname en inzet van
BTW uit reserves en voorzieningen - inzake het
activaprobleem bij gemeenten. Inmiddels is het
onderzoek gestart. Deze wordt in opdracht van
het ministerie van Financiën door Ernst & Young
uitgevoerd. Bij het onderzoek is tevens een
begeleidingscommissie betrokken waarin
vertegenwoordigers van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de
VNG, het IPO en verschillende gemeenten zitting
nemen. De uitkomsten worden in de loop van juli
2003 verwacht. Deze zullen na afronding van het
onderzoek aan u bekend worden gemaakt.
Het BTW-compensatiefonds boek
Het Ministerie van Financiën heeft als beheerder
van het BTW-compensatiefonds de taak om de
betrokken overheden zo goed mogelijk te
informeren over de werking van het fonds. Van
drie medewerkers van het ministerie en de
Belastingdienst - die elk vanuit hun eigen
deskundigheid nauw betrokken zijn geweest bij de
invoering van het fonds - is onlangs een
praktisch boek verschenen waarin op een
overzichtelijke wijze de verschillende elementen
van het fonds, toegelicht aan de hand van
voorbeelden, worden beschreven. Mede in het
kader van de invulling van de hierboven
beschreven taak ontvangt u hierbij een exemplaar
van dit boek (is inmiddels verstrekt aan alle
betrokken overheden, red).
De Staatssecretaris van Financiën,
mr.drs. J.G. Wijn
Bijlage 1: Specifieke uitkeringen en subsidies
Ministerie van Financiën