Den Haag, 9 juli 2003
Vragen van het lid Crone (PvdA) aan de minister van Economische Zaken
1. Kent u het bericht in het Algemeen Dagblad van 9 juli " Grootste verzekeringsconcerns overleggen onderling"?
2. Deelt u de mening dat zelfs het bestaan van dit overleg, dat tot nu kennelijk geheim was, de verdenking kan oproepen van onderling afgestemd gedrag dat kan leiden tot beperking van de mededinging? Zo ja, bent u bereid onverwijld hiertegen maatregelen te ondernemen? Zo nee, kunt u dan uitsluiten dat er sprake is van mededingingsbeperkende afspraken die daar of elders gemaakt zijn of worden?
3. Indien de zes grootste verzekeraars in een besloten beraad overleggen, deelt u dan de mening van professor Brack dat deze bijeenkomsten "in de buurt komen van de grens van wat volgens de wet is toegestaan"? Zo ja, hoe gaat u hier verder mee om? Zo nee, waarom niet?
4. Deelt u dan de mening dat als er slechts onderwerpen van algemeen belang worden besproken, er dan ook geen bezwaren hoeven te zijn om de inhoud van het beraad openbaar te maken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
5. Hebben u of de NMa kennisgenomen van de inhoud van de notulen van het beraad? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
6. Indien het correct is dat de verzekeraars in een beraad over het acceptatiebeleid voor hypotheken hebben gesproken, acht u dan de kans aanwezig dat het hierbij om concurrentiebeperkende afspraken gaat? Zo ja, in hoeverre kunt u daartegen optreden? Zo nee, waarom niet?
7. Deelt u de mening van Jeroen Brouwers van Axa, geciteerd in genoemd artikel, dat in het kader van open concurrentie "verzekeraars vooral niet bij elkaar in een achtkamertje gaan zitten"? Zo nee, waarom niet?
8. Kunt u een indicatie geven over het tijdstip waarop de NMa met de uitkomsten van het onderzoek naar machtsconcentraties in de verzekeringsbranche komt?
9. Maakt de positie van de assurantietussenpersoon onderdeel uit van het bovengenoemde onderzoek? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Partij van de Arbeid