Persberichten
10-7-2003
Antwoorden op schriftelijke vragen D66 over rampenbestrijding
Naar aanleiding van schriftelijke vragen die door de fractie van D66
op 30 mei 2003 zijn gesteld aan het college van burgemeester en
wethouder over de rampenbestrijding heeft het college een
antwoordschrijven verzonden. Het college beantwoordt de vragen de D66
als volgt:
In uw brief verwijst u naar een incident dat op 16 januari 2003 heeft
plaats gevonden bij het bedrijf Vopak te Rotterdam. Met de gevolgen
van dit incident heeft Vlaardingen als getroffen effectgemeente het
nodige te stellen gehad. De gemeente Vlaardingen heeft dit incident
geëvalueerd en hierover op 15 april 2003 een rapportage laten
verschijnen. Uiteraard hebben wij met veel interesse kennis genomen
van deze rapportage en zullen wij de bevindingen betrekken bij de
ontwikkeling van ons beleid.
In de nacht van 22 juni 2003 heeft een zeer grote brand gewoed bij een
aantal bedrijven aan de Nijverheidstraat en de Heldringstraat in
Maassluis. De burgemeester heeft de leden van de gemeenteraad hierover
in de ochtend van 2 juni per e-mail geïnformeerd. In de vergadering
van de commissie voor algemene zaken op 23 juni 2003 heeft de
burgemeester meegedeeld dat ook dit incident zal worden geëvalueerd en
dat de rapportage hierover zal worden aangeboden aan de gemeenteraad.
Uw schriftelijke vragen van 30 mei komen door dit incident enigszins
in een nieuw daglicht te staan. Wij geven hieronder antwoord op de
door uw fractie gestelde vragen waarbij wij opmerken dat de
beantwoording grotendeels vóór 2 juni is opgesteld.
Vraag 1:
Bent u het met D66 eens dat het niet te tolereren is dat zulke
essentiële fouten worden gemaakt bij de rampenbestrijding en dat hier
direct maatregelen moeten worden genomen. Zo ja, kunt u aangeven welke
maatregelen genomen worden en binnen welke termijn.
Antwoord vraag 1:
In het Vopak rapport kunt u daarin lezen dat de meeste fouten een
gevolg waren van de communicatie tussen de regio en de gemeenten.
Wanneer een ramp gemeentegrenzen overschrijdt is afgesproken dat de
burgemeester van Rotterdam als coördinerend burgemeester optreedt en
het Regionaal Operationeel Team (RegOT) de operationele en tactische
coördinatie op zich neemt. De burgemeester van de betreffende
gemeenten blijven echter te allen tijde de bestuurlijke
verantwoordelijkheden dragen. In dit geval is de communicatie tussen
de regio en de gemeenten zeker niet optimaal geweest waardoor de
genoemde fouten gemaakt konden worden. Wij hebben de regionaal
verantwoordelijken al eerder, middels een schrijven, laten weten dat
wij vinden dat dit in samenwerking met de gemeenten verbeterd moet
worden. Wij blijven er bij de regio op aandringen, onder meer door
onze inbreng in het Algemeen Bestuur RHRR, dat dit niet voor mag
komen.
Vraag 2:
Kunt u aangeven of in Maassluis de mechanische ventilatie van diverse
bejaarden - en verzorgingstehuizen, flats en kantoorgebouwen centraal
kan worden uitgeschakeld. Zo nee, welke maatregelen worden hiervoor
genomen.
Antwoord vraag 2:
Als een gebouw een zogenaamde gebruiksvergunning én een
brandmeldinstallatie heeft dan wordt in de ontruimingsplannen ook dit
punt meegenomen. De centrale schakelaar zit dan naast de
brandmeldinstallatie. Bejaarden- en verzorgingstehuizen, zoals
Driemaashave, hebben veelal zon vergunning. In kantoorgebouwen en
flatgebouwen is dit de verantwoordelijkheid van de beheerder/eigenaar.
Ook omdat de mensen die in deze gebouwen verblijven zelfredzaam worden
geacht. Er is vanuit de regio op dit moment een project gestart om te
bekijken of het mogelijk is om vanuit de regio centraal alle
ventilatiesystemen uit te kunnen schakelen.
Vraag 3:
Bent u het met D66 eens dat ook de Maassluise bevolking beter moet
worden voorgelicht wat men wel en niet moet doen bij een ramp en zo ja
wat gaat u hieraan doen. Vindt u ook dat de sirenes eveneens binnen
een woning hoorbaar moeten zijn en niet alleen in de buiten ruimte
Antwoord vraag 3:
De Maassluise bevolking wordt jaarlijks voorgelicht over wat wel en
niet te doen ten tijde van een ramp o.a. via de veiligheidswijzer.
Daarbij worden binnenkort de sirenes landelijk weer maandelijks
getest. De campagne zal hierop aangepast worden. Het is bewust de
bedoeling dat sirenes niet in woningen hoorbaar zijn, bij de
opstelling is daarmee rekening gehouden. Om de eenvoudige reden dat
het de bedoeling is dat mensen die buiten zijn naar binnen gaan en
niet andersom. In de communicatie wordt hier ook op ingezet. Helaas is
het menselijk gedrag onvoorspelbaar en dat is in Vlaardingen dan ook
gebleken.
Vraag 4:
Bent u het met D66 eens dat er (ook) in Maassluis meer regionaal en op
grote schaal geoefend moet worden om Vlaardingse toestanden te
voorkomen.
Antwoord vraag 4:
Wij hebben de indruk dat er op dit moment voldoende wordt geoefend.
Elk jaar wordt er minimaal 1 keer regionaal geoefend. Daarnaast
oefenen we als Gemeente Maassluis ook nog 1 of 2 keer per jaar
zelfstandig waarin de regionale component ook meegenomen wordt.
Afgelopen jaar hebben wij inmiddels 2 keer geoefend, 1 keer regionaal
samen met Rozenburg en 1 keer zelfstandig. Beide evaluaties worden te
zijner tijd aan de raad ter kennisgeving aangeboden.
Vraag 5:
Bent u het met D66 eens dat deze oefeningen en extra inspanningen, die
moeten worden gedaan om de Maassluise bevolking te beschermen,
hoofdzakelijk door de verantwoordelijke industrie moeten worden
betaald en dat hier een regeling voor moet worden getroffen, geldend
voor de gehele regio.
Antwoord vraag 5:
De lokale overheid is verantwoordelijk voor de bescherming van de
burgers. De bedrijven worden regelmatig geïnspecteerd op allerlei
gebieden en betalen ook leges en belastingen aan de gemeente. Dit zou
voldoende moeten zijn. Als dit beleid gewijzigd moet worden dan zou
dit een landelijk initiatief moeten zijn.
Vraag 6:
Kunt u aangeven of de Westlandse omroepstichting (W.O.S.), waar
Maassluis bij is aangesloten, een rol heeft bij de rampenbestrijding
in Maassluis en of de Maassluise bevolking hiervan op de hoogte is. Zo
nee, bent u het met D66 eens dat deze zender alsnog een belangrijke
rol hierin moet spelen omdat vele Maassluizers, gezien het regionale
karakter van deze zender, hierop zijn afgestemd.
Antwoord vraag 6:
De WOS is niet direct betrokken bij de rampenbestrijding. In onze
regio is Radio Rijnmond aangewezen als rampenzender, ook met het oog
op de regionale coördinatie. Dit wordt ook in de publieksvoorlichting
zo gecommuniceerd. Van de overige media wordt natuurlijk óók gebruik
gemaakt om de burgers te informeren maar het is belangrijk om één
communicatiekanaal te hebben waarop officiële informatie verspreid
wordt om verwarring te voorkomen.
Vraag 7:
Bent u er van op de hoogte dat diverse gemeenten en provincies een
(digitale) risicokaart hebben waar de inwoners van de betreffende
gemeenten exact kunnen zien waar risicovolle bedrijven en dergelijke
met hun gevaarsaspecten in hun omgeving zijn gelegen. Via een motie
van D66 is door de raad besloten dat deze risicokaart ook voor
Maassluis wordt opgesteld. Bent u het met D66 eens dat het opstellen
van deze risicokaart erg lang duurt en prioriteit moet krijgen en dat
de verklaring van wethouder Groosman, dat deze risicokaart niet
spoedig kan worden opgesteld omdat nog een onderzoek loopt hoe de
opzet hiervan moet zijn, geen reden is gezien het feit dat andere
gemeenten en provincies deze kaart al hebben.
Antwoord vraag 7:
De risicokaart is een landelijke verplichting maar een gemeentelijke
verantwoordelijkheid die in samenwerking met de provincie uitgevoerd
moet worden. Dit is nodig omdat een eventuele ramp al snel regionale
impact heeft. Het is dus belangrijk dat de gehele provincie hetzelfde
systeem gebruikt. Op dit moment wordt op alle fronten hard gewerkt om
te komen tot een provinciale risicokaart. In september vindt er een
regionale presentatie door de RHRR (in samenwerking met de provincie
en de DCMR) plaats over de methode waarmee gewerkt gaat worden voor
het opstellen van de risicokaart. Hier wordt tevens bekend gemaakt hoe
het register gevuld moet gaan worden. Voor informatie over de risicos
van de Nieuwe Waterweg, de linker maasoever, de rijksweg A 20 etc.
zijn we tevens afhankelijke van vele andere instanties. Deze
instanties zullen voor het aanleveren van informatie het tijdpad van
de regionale aanpak volgen.
Gemeente Maassluis