Socialistische Partij


Harry van Bommel steekt oppositie Iran hart onder de riem

09-07-2003 * SP-Kamerlid Harry van Bommel heeft zich bij de demonstratie van `Comité 18 Tir' in Den Haag solidair verklaard met iedereen die in Iran voor democratische hervormingen strijdt. Iraanse ballingen kwamen woensdag op het Malieveld bijeen ter ondersteuning van de studentenprotesten in Iran. Hier kunt u de toespraak lezen die Harry van Bommel heeft uitgesproken.

Beste mensen,

Hemmayat kardan. Solidariteit tonen, daarom sta ik hier. Net als jullie wil ik solidariteit betuigen met iedereen in Iran die de moed heeft om zich uit te spreken vóór hervorming. Solidariteit met de duizenden studenten die onlangs de moed hadden om de straat op te gaan. Zij krijgen er van het bewind in Teheran van langs maar weigeren te zwijgen. Ook solidariteit met de arbeiders van Iran, vooral met de textielarbeiders in Behshahr, in Noord-Iran, die al 27 maanden geen salaris meer krijgen en in hongerstaking zijn gegaan. Ook solidariteit met de 127 parlementariërs die een brief hebben geschreven aan ayatolla Khamenei, waarin zij steun betuigen aan de studenten. Zij geven er blijk van dat ze wel iets van democratie hebben begrepen. Ook solidariteit met de vrouwenorganisaties die opkomen voor gelijke rechten van de vrouw in Iran. Solidariteit met iedereen die in Iran wordt onderdrukt, vertrapt en gemarteld.

Zij komen op voor rechten die in de beschaafde wereld heel gewoon zijn: de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging, het stakingsrecht en gelijkberechtiging van man en vrouw. Het bewind in Teheran moet weten dat heel de wereld over zijn schouder meekijkt. Niet alleen deze duizenden demonstranten hier op het Malieveld. Ook in Amsterdam en in andere hoofdsteden van Europa wordt er gedemonstreerd.

De Nederlandse regering heeft lang geloof gehecht aan de hervormingen die in Iran zouden plaatsvinden na de verkiezingen van het nieuwe parlement in februari 2000. Maar van die hervormingen komt in de praktijk niets terecht. Nu heeft ook de regering de ogen geopend. Het mogen niet langer de zakelijke belangen zijn die de agenda bepalen; want het was lekker zaken doen met Iran. Het moeten de belangen van het Iraanse volk zijn die de agenda bepalen. Dat zeg ik hier en dat zeg ik in de Tweede Kamer. Nu moet de Nederlandse regering en de Europese Unie het nog zeggen.

Deze kritische houding wil niet zeggen dat we mee moeten waaien op de Amerikaanse wind die in het Midden-Oosten waait. De Amerikaanse oorlog tegen Irak was niet in het belang van de bevolking van Irak. De dreiging en oorlogstaal die nu in de richting van Iran wordt uitgesproken, is ook niet in de bevolking van Iran. De Nederlandse regering moet de VN-initiatieven ten aanzien van Iran steunen. Het belang van de bevolking moet daarbij centraal staan. Hun strijd is onze strijd. Internationale solidariteit.