IP/03/960
Brussel, 9 juli 2003
Growth-initiatief: meer investeringen voor trans-Europese netwerken en
grote O&O-projecten
De Commissie heeft vandaag haar uitgebreid pakket financiële en
regelgevende maatregelen voorgesteld om investeringen in
trans-Europese netwerken (TENs) en grote onderzoek- en
ontwikkelings(O&O)-projecten op te voeren: het Growth-initiatief. De
redenen waarom de particuliere sector niet méér investeert in deze
twee gebieden zijn veelvuldig en complex. Ze kunnen alleen worden
weggenomen wanneer de lidstaten uitgaan van een langetermijnvisie en
betrouwbare beleidsvormen ontwikkelen om de hinderpalen van
regelgevende en technische aard te overwinnen die een toename van de
investeringen op deze twee cruciale gebieden belemmeren. De regeringen
worden verzocht hun inkomsten- en uitgavenplannen te herzien, hun
overheidsuitgaven te heroriënteren op groeibevorderende investeringen
en een groter hefboomeffect van particuliere investeringen na te
streven. De communautaire financiering moet meer worden gericht op
projecten met hoge prioriteit en de Europese Investeringsbank (EIB)
moet steun verlenen voor de instrumenten die nodig zijn om deze
inspanning te begeleiden. Het Growth-initiatief vloeit voort uit de
conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki en bouwt verder op
het voorbereidend werk van de Commissie sedert de Lenteraad op deze
respectieve gebieden. Meer gedetailleerde voorstellen, in samenwerking
met de EIB, zullen vóór de Europese Raad van oktober ter tafel worden
gebracht. Het Italiaanse voorzitterschap heeft er een prioriteit van
gemaakt om de verschillende betrokken samenstellingen van de Raad te
coördineren en de noodzakelijke politieke steun te verwerven die
cruciaal is opdat dit belangrijk initiatief tastbare resultaten
afwerpt.
EU-Commissievoorzitter Romano Prodi zei: Dit Growth-initiatief wil een
sterk signaal geven met betrekking tot het vermogen van de Unie tot
economische governance om het vertrouwen in het economisch potentieel
van Europa te vergroten en de economische groei te consolideren. Op de
noodzaak van actie op het gebied van de TEN-infrastructuur en O&O is
reeds gewezen in het Lenteverslag van de Commissie. Maar dit
initiatief geeft de richting aan. Op een ogenblik waarop de Europese
economie uit een periode van aanhoudende trage groei komt, moeten wij
aantonen dat we vastberaden kunnen samenwerken aan het leggen van de
grondslag voor groei in de komende jaren.
Trans-Europese netwerken
De prioriteiten voor de trans-Europese vervoernetwerken zijn al enige
tijd geleden vastgesteld, maar bij het huidige tempo zou de EU 20 of
30 jaar meer nodig hebben om haar doelstellingen van Lissabon op dat
gebied te realiseren.
De uitdaging is enorm. In het recente, door de Commissie bestelde
Verslag Van Miert wordt een raming gegeven van de totale te
financieren investeringen: zowat 235 miljard voor de prioritaire
projecten, op een totaal van 600 miljard voor het gehele netwerk. Dit
moet worden gezien tegen de achtergrond van een gemiddelde investering
van slechts 30 miljard per jaar in de laatste jaren. De Commissie
heeft de hinderpalen die de ontwikkeling van de TENs(1)
belemmeren en ook de problemen die bij vroegere initiatieven van de
Commissie op dit gebied zijn gerezen, geëvalueerd en maatregelen
voorgesteld om ze aan te pakken.
Uit de analyse van de Commissie blijkt dat een stabiel beleidskader en
prioriteiten voor vervoer, energie en IT beter moeten worden
gedefinieerd en dat daarvoor gebruik moet worden gemaakt van aspecten
zoals vennootschapsrecht of overheidsopdrachten, die de particuliere
betrokkenheid bij grootschalige projecten kunnen hinderen. In dat
kader moet worden herinnerd aan de door de Commissie aangekondigde
voorstellen voor een infrastructuurbelasting als vastgesteld in de
Eurovignet-richtlijn en de nieuwe TEN-richtsnoeren ten einde rekening
te houden met de aanbevelingen van de Groep Van Miert. Bovendien wordt
verwacht dat met het aangekondigde Groenboek over regelgevende
aspecten van publiek-private partnerschappen alle andere hinderpalen
inzake regelgeving op dat gebied zullen worden aangepakt.
Wat de financiering betreft, is er naar de mening van de Commissie een
duidelijke behoefte om bestaande EU-financieringsbronnen in te zetten
en te coördineren. Dit kan worden verwezenlijkt door: (i) het gebruik
van de middelen van de TEN-begrotingslijn te concentreren op een
kleiner aantal prioritaire projecten; (ii) de coördinatie tussen de
lidstaten voor financiële en operationele aspecten van TEN-projecten
te bevorderen en (iii) de oprichting van een Europees garantiefonds
voor dergelijke projecten te overwegen ten einde de risico's te delen
met particuliere investeerders. Daarnaast zou de EIB steun kunnen
verlenen met nieuwe financiële instrumenten, toegesneden op de
behoeften van deze projecten. Ten slotte zouden de lidstaten gebruik
moeten maken van de tussentijdse evaluatie van de dit jaar door de
Structuurfondsen gesteunde programma's en de toewijzing van de
prestatie-reserve in 2004 moeten benutten om de investeringsbehoeften
opnieuw te bekijken.
Grote O&O-projecten
Ondanks aandringen van de EU om de doelstellingen van Lissabon ten
uitvoer te leggen, hinkt Europa nog steeds achterop wat
onderzoeksinspanningen en -prestaties betreft. Gemeenschappelijke
onderzoeksinitiatieven, expertisenetwerken en programma's op gebieden
zoals biowetenschappen en hernieuwbare energie zijn van levensbelang
voor Europa. Maar de overheidsuitgaven voor onderzoek zijn sedert
vorig jaar eigenlijk gedaald. Bovendien voeren grote Europese
bedrijven 40% van hun onderzoek buiten Europa uit en kiezen
honderdduizenden van onze meest getalenteerde onderzoekers ervoor om
in de Verenigde Staten te werken. De inspanningen van de autoriteiten
van de lidstaten en belanghebbenden worden niet gecoördineerd en de
nationale capaciteiten zijn dikwijls versnipperd en ontoereikend om te
zorgen voor de kritische massa voor "topcentra" met een wereldwijde
uitstraling.
De aantrekkelijkheid van investeringen in onderzoek wordt ernstig
ondermijnd door hinderpalen van regelgevende en technische aard in het
onderzoeksmilieu. In het Growth-initiatief stelt de Commissie de
ontwikkeling voor van een Europese agenda voor geavanceerd onderzoek
in verband met totale zekerheid en een geharmoniseerd Europees
wettelijk kader voor een Europees fonds voor
risicokapitaalsinvesteringen op de O&O-gebieden. De vereenvoudiging
van de procedures voor het toekennen van staatssteun aan het midden-
en kleinbedrijf (MKB) die tegen eind 2003 moet worden goedgekeurd zou
hier moeten toe kunnen bijdragen.
Wat financiering betreft is in de blauwdruk van de Commissie^(2)
: Investeren in Onderzoek: een actieplan voor Europa, een
gedetailleerd stappenplan voorgesteld om overheids- en particuliere
uitgaven voor onderzoek in de Unie te verhogen. Het Growth-initiatief"
beoogt de opzet en de ontwikkeling van Europese technologieplatforms
te bespoedigen op essentiële gebieden zoals waterstof, fotovoltaïsche
energie, nanotechnologie, genoomkunde, en lucht- en spoorvervoer. Het
beoogt ook de oprichting te stimuleren van
financieringspartnerschappen met een "kritische massa", waarbij
EU-middelen van het kaderprogramma, de EIB en nationale financiering
bijeen worden gelegd.
(1)
Ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk, mededeling aan de
Raad en het Europees Parlement.
European Commission