De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
- FM 2003-00950 M
Onderwerp
Financial Action Task Force on money laundering
Mede namens de Minister van Justitie deel ik u
het volgende mee.
Van 18 tot en met 20 juni vond in Berlijn de
plenaire vergadering van de Financial Action
Task Force on money laundering (FATF) plaats. De
FATF is een intergouvernementele organisatie van
landen met belangrijke financiële centra die
zich bezig houdt met de bestrijding van
witwassen en financiering van terrorisme.
Hiervoor zijn in totaal 48 aanbevelingen
geformuleerd, waaraan Nederland en de andere
leden zich gebonden hebben en aan de hand
waarvan ook derde landen worden beoordeeld.
Tijdens de plenaire vergadering is een aantal
verschillende onderwerpen aan de orde geweest,
over welke ik u bij deze informeer .
Lijst van non-cooperatieve landen
Indien derde landen ondanks herhaaldelijke
aanmaning door de FATF geen wijziging van hun
tekortschietende anti-witwaswetgeving
doorvoeren, worden deze landen op de zogeheten
NCCT-lijst (Non Co-operative Countries or
Territories) geplaatst. Sinds de laatste
vergadering staan de volgende 9 landen op deze
lijst: de Cook Eilanden, Egypte, de Filippijnen,
Guatemala, Indonesië, Myanmar, Nauru, Nigeria en
Oekraïne. In Berlijn is Sint Vincent and the
Grenadines van de lijst gehaald. In een aantal
andere landen (m.n. Egypte, Guatemala, de
Filippijnen en Oekraïne) is sprake van een
aanzienlijke voortgang, maar nog onvoldoende om
nu reeds tot een verwijdering van de NCCT-lijst
over te gaan.
De FATF waarschuwt in aanbeveling 21 landen om
extra voorzichtigheid te betrachten bij het
zakelijke verkeer met NCCT-landen, transacties
met deze landen goed te onderzoeken en bij
twijfel te melden aan de autoriteiten (Meldpunt
Ongebruikelijke Transacties) . Landen die
ondanks de plaatsing op de NCCT-lijst
onvoldoende voortgang maken bij de herziening
van de wetgeving, kunnen na een besluit van de
FATF door de leden gezamenlijk aan
tegenmaatregelen onderworpen worden. Doel van
de tegenmaatregelen is het beschermen van de
integriteit van het financiële stelsel van de
FATF-landen. Gezien het belang van dit doel
treft Nederland de tegenmaatregelen reeds in een
eerdere fase, dat wil zeggen wanneer landen op
de NCCT-lijst geplaatst worden.
Nauru
Op dit moment is Nauru het enige land dat
onderhevig is aan in FATF-verband opgelegde
gezamenlijke tegenmaatregelen. De
tegenmaatregelen tegen Nauru zijn in december
2001 (zie brief FM 2001-2128) door de FATF
afgekondigd. Tijdens de vorige plenaire
vergadering van de FATF in Parijs (februari
2003, FM 2003-262 M) is naar voren gebracht dat
de "financiële sector" van Nauru (uitgezonderd
de Centrale Bank van Nauru) bestaat uit ongeveer
168 "shell banks" (te vergelijken met
brievenbusmaatschappijen) welke in handen
(lijken te) zijn van internationale criminele
organisaties. Intussen is gebleken dat Nauru, na
een regeringswisseling, nieuwe wetgeving heeft
aangekondigd om alle "shell banks" te verbieden.
Deze wetgeving is echter nog niet ingevoerd.
Ondanks deze positieve signalen waarschuwt de
regering nog steeds met klem om geen zaken te
doen met Nauru, Nauruaanse instellingen en
ingezetenen van Nauru. Mijn verzoek aan de
toezichthoudende instellingen De Nederlandsche
Bank, de Pensioen- en Verzekeringskamer en de
Autoriteit Financiële Markten om de onder hun
toezicht staande instellingen dringend te
verzoeken om zeer strikte voorzorgsmaatregelen
te nemen in zakelijke relaties met Nauru (FM
2003-262M) is inmiddels gedaan. Dit verzoek
blijft voorlopig van kracht.
Overige non-coöperatieve landen
In het bijgevoegde FATF rapport "Annual Review
of Non-Cooperative Countries or Territories, 20
June 2003" treft u een beschrijving van het
beleid van de FATF ten aanzien van derde landen
aan. Daarnaast is een overzicht opgenomen waarin
per geëxamineerde jurisdictie aangegeven is hoe
het anti-witwassysteem in deze derde landen is
en hoe het land met de FATF meewerkt aan de
verbetering hiervan.
Nieuwe leden van de FATF
In Berlijn zijn Zuid-Afrika en Rusland
toegelaten tot de FATF. De landen waren al
waarnemer bij de FATF en hebben dit voorjaar een
zogenaamde "Mutual Evaluation" ondergaan. Bij
een Mutual Evaluation wordt de wetgeving tegen
witwassen en financiering van terrorisme van een
land ter plaatse beoordeeld door een team van
experts uit drie andere FATF landen. Deze drie
experts rapporteren schriftelijk en mondeling
aan de plenaire vergadering van de FATF waarna
een unaniem besluit vereist is over de
toereikendheid van het systeem en over het
lidmaatschap.
Met het lidmaatschap van Zuid-Afrika is de FATF
voor het eerst vertegenwoordigd op het
Afrikaanse continent. De hoop van de FATF is dat
Zuid-Afrika een voortrekkersrol kan spelen in de
strijd tegen witwassen en financiering van
terrorisme in Afrika.
Rusland, mede door een Nederlandse expert
geëxamineerd, was een jaar geleden nog één van
de landen op de zwarte lijst van de FATF. De
plaatsing op deze lijst is een kwaliteitsimpuls
geweest voor het anti-witwasbeleid van Rusland,
dusdanig groot dat niet alleen gewerkt is aan
wetgeving om van de zwarte lijst af te komen,
maar zelfs aan een anti-witwassysteem dat aan de
eisen voor lidmaatschap van de FATF voldoet.
Nederland acht de institutionele en wettelijke
voortgang in Rusland inderdaad indrukwekkend en
heeft de toetreding van Rusland tot de FATF,
evenals die van Zuid-Afrika, van harte gesteund.
Herziening van de aanbevelingen
Eerder heb ik uw Kamer geïnformeerd over de
herziening van de 40 aanbevelingen tegen
witwassen van de FATF (zie brieven FM 2002-1414
en FM 2003-262). In werkgroepverband is bijna
twee jaar onderhandeld over de inhoud van de
herziene aanbevelingen, waarna tijdens een
speciale plenaire vergadering van de FATF in
Parijs in mei de laatste meningsverschillen zijn
weggewerkt. In Berlijn werden de nieuwe 40
aanbevelingen door de landen van de FATF
goedgekeurd. Het is nu aan de landen van de FATF
om de nieuwe 40 aanbevelingen tegen witwassen
formeel te bekrachtigen. De nieuwe 40
aanbevelingen zijn een stap voorwaarts in de
strijd tegen witwassen en stroken met het
Nederlandse belang. De regering is derhalve
voornemens de nieuwe 40 aanbevelingen te
bekrachtigen namens het Koninkrijk der
Nederlanden .
De nieuwe 40 aanbevelingen (bijgevoegd) zijn een
verdieping en verbreding van de oude
aanbevelingen uit 1990 (herzien in 1996). De
belangrijkste veranderingen zijn:
· Toevoeging van een gespecificeerde
lijst met misdrijven die een onderliggend delict
voor witwassen kunnen zijn;
· Verdieping van het "customer due
dilligence" ("ken uw klant") principe voor
financiële instellingen; overigens is wel ruimte
gelaten voor een risk based benadering.
· Bijzondere maatregelen voor
risicovolle klanten (bij voorbeeld politiek
kwetsbare personen) en transacties (bij
voorbeeld bij transacties met andere,
onbekendere, banken);
· Uitbreiding van de
anti-witwasmaatregelen (zoals meldplicht voor
ongebruikelijke transacties) naar
niet-financiële bedrijfstakken en beroepen
(casino's, makelaars, handelaren in juwelen,
edelmetalen en edelstenen, accountants,
advocaten, notarissen, onafhankelijke juridische
dienstverleners en trustkantoren);
· Verdieping van de aanbevelingen voor
internationale samenwerking;
· Een nieuwe aanbeveling t.a.v.
transparantie van rechtspersonen, met name
toegang van de autoriteiten tot de naam van de
"beneficial owner" (uiteindelijke gerechtigde)
van bedrijven en van juridische constructies
("welke natuurlijke persoon is de echte
eigenaar"); daarnaast worden maatregelen
gevraagd die het misbruik van toonderaandelen
tegengaan.
· Toepassing van veel
anti-witwasbepalingen op het beleid tegen de
financiering van terrorisme;
· Verbod op "shell banks" (brievenbus
banken).
Afgesproken is dat elk land zo spoedig mogelijk
start met de implementatie van de nieuwe 40
aanbevelingen. Volgend jaar zal waarschijnlijk
een eerste zelf-evaluatie gehouden worden,
waarna de derde ronde van wederzijdse
evaluaties mogelijk al gestart zal worden voor
het einde van 2004.
Hoewel Nederland en de Nederlandse particuliere
sector in de praktijk reeds in belangrijke mate
voldoen aan de eisen van den nieuwe
aanbevelingen, zullen naar verwachting toch
enkele wetswijzigingen nodig zijn om ook
wettelijk volledig in de pas te lopen. Dit geldt
met name voor de Wet Identificatie
Dienstverlening, die zal moeten worden aangepast
om te voldoen aan de uitgebreidere bepalingen op
het terrein van "customer due diligence". De
veranderingen zijn niet groot omdat het
Nederlandse anti-witwassysteem reeds tamelijk
stringent en uitgebreid is (mede door de tweede
Europese witwasrichtlijn). Daarnaast zullen de
nieuwe 40 aanbevelingen vertaald worden in het
Nederlands.
Interpretatie van de 8 aanbevelingen tegen de
financiering van terrorisme
In eerdergenoemde brieven heb ik uw Kamer ook
geïnformeerd over het werk van een werkgroep die
de speciale 8 aanbevelingen tegen de
financiering van terrorisme moet interpreteren.
In Berlijn zijn de landen een "best practices
paper" (niet bindende toelichting)
overeengekomen, behorend bij aanbeveling VI
(money transfers). Deze "best practices paper"
is bijgevoegd, alsmede ter informatie de 8
speciale aanbevelingen tegen de financiering van
terrorisme.
De best practices paper bij aanbeveling VI is
een vervolg op de eerdere interpretative note
(bindende toelichting bij de aanbeveling) inzake
de registratie van en toezicht op
geldtransactiekantoren. De best practices paper
gaat vooral in op de opsporing en registratie
van informele geldtransactiediensten, zoals de
zogenaamde Hawalla's. Landen worden met name
aangemoedigd om deze opsporing voortvarend ter
hand te nemen.
Naast bovenstaande best practices paper wordt op
dit moment in werkgroepverband onderhandeld over
een interpretative note en een "best practices
paper" bij speciale aanbeveling III (bevriezen
van terroristische tegoeden). De best practices
paper is het product van een Nederlands -
Amerikaans initiatief waarin wordt beschreven
hoe landen het beste kunnen omgaan met de
internationale plicht tot het bevriezen van
terroristische tegoeden. Dit best practices
paper is opgesteld in samenwerking met de
Nederlandse en Amerikaanse particuliere sector,
opdat zoveel mogelijk rekening gehouden wordt
met de (on)mogelijkheden van de financiële
instellingen die de plicht tot bevriezen moeten
uitvoeren. Het best practices paper is binnen de
FATF zeer goed ontvangen, juist ook omdat het
een product is van een dialoog tussen de private
en publieke sector. In september zal er verder
over worden gesproken. De samenwerking met de
Verenigde Staten is overigens mede het gevolg
van het gezag dat Nederland internationaal heeft
bij de bestrijding van de financiering van
terrorisme en het bevriezen van terroristische
tegoeden.
Jaarverslag
In Berlijn is ook het Jaarverslag (bijgevoegd)
van de FATF goedgekeurd. In het Jaarverslag is
een opsomming opgenomen van de belangrijkste
daden van de FATF van het afgelopen jaar. Over
veel onderwerpen heb ik uw Kamer reeds in de
loop van het afgelopen jaar in eerdergenoemde
brieven mogen informeren, zoals de (afgeronde)
herziening van de 40 aanbevelingen tegen
witwassen, de "interpretative notes" en "best
practices papers" bij de 8 speciale
aanbevelingen tegen de financiering van
terrorisme, alsmede de Typologiebijeenkomsten.
Een ander onderdeel van het Jaarverslag wordt
gevormd door de overzichten in de Annex van de
zelf-evaluaties aan de hand van de (oude) 40
aanbevelingen tegen witwassen en de 8 speciale
aanbevelingen tegen de financiering van
terrorisme.
De eerste zelfevaluatie heeft betrekking op de
acht speciale aanbevelingen tegen de
financiering van terrorisme (Annex C). Van de
acht aanbevelingen zijn er zeven geschikt
bevonden voor de zelfevaluatie. Nederland
voldoet aan 6 van de 7 toetsbare aanbevelingen.
Aanbeveling VII (het meesturen van naam, adres
en rekeningnummer bij grensoverschrijdende
girale betalingen en geldtransacties) is nog
niet geïmplementeerd (in de FATF is een
implementatietermijn van twee jaar
overeengekomen). Hiervoor bestaan in Nederland
op dit moment nog geen wettelijke bepalingen of
regulering van de toezichthouder.
De tweede zelfevaluatie heeft betrekking op de,
inmiddels oude, 40 aanbevelingen tegen
witwassen. Van deze 40 aanbevelingen worden er
28 geëvalueerd omdat zij een verplichting
bevatten en nadere uitvoering van de leden van
de FATF vereisen. In Annex D is opgenomen dat
Nederland heeft aangegeven aan alle 28
aanbevelingen te voldoen.
Toekomst van de FATF
De FATF werkt op basis van 5-jaarlijkse
ministeriële mandaten. Het huidige mandaat loopt
in juni 2004 af. Onder het zojuist gestarte
Zweedse voorzitterschap van de FATF dient dus
besloten te worden over een verlenging en
invulling van het mandaat. De discussie hierover
is nog maar pas begonnen, nu is echter al
duidelijk dat de landen van de FATF door willen
gaan met een volgend mandaat. Ook Nederland acht
het voortbestaan van de FATF van groot belang om
de bestrijding van witwassen en de financiering
van terrorisme hoog op de internationale agenda
te houden. In de loop van het jaar zal de
discussie zich toespitsen op de invulling en de
duur van het mandaat. Over deze discussie zal ik
uw Kamer uiteraard informeren.
Tot slot zij gewezen op de website van de FATF.
Op deze website kunt u de laatste ontwikkelingen
volgen, de ontstaansgeschiedenis van de FATF
nalezen en vindt u achtergrondinformatie over
witwassen, verschillende rapporten en
jaarverslagen, persberichten, links naar andere
relevante sites en vanzelfsprekend een overzicht
van de 40 aanbevelingen tegen witwassen en de
acht aanbevelingen tegen de financiering van
terrorisme. Het adres van de FATF website is:
http://www.fatf-gafi.org.
De minister van Financiën,
---
Annex
Lid van de FATF zijn: Argentinië, Australië,
België, Brazilië, Canada, Denmarken, Duitsland,
de Europese Commissie, Finland, Frankrijk,
Griekenland, de Gulf Co-operation Council, Hong
Kong-China, Ierland, Italië, IJsland, Japan,
Luxemburg, Mexico, het Koninkrijk der
Nederlanden, Nieuw Zeeland, Noorwegen,
Oostenrijk, Portugal, de Russische Federatie,
Singapore, Spanje, Turkije, het Verenigd
Koninkrijk, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika,
Zweden en Zwitserland.
Het persbericht van de FATF van deze
plenaire vergadering is bijgevoegd.
Aanbeveling 21 luidt: "Financial
institutions should give special attention to
business relations and transactions with
persons, including companies and financial
institutions, from countries which do not or
insufficiently apply the FATF Recommendations.
Whenever these transactions have no apparent
economic or visible lawful purpose, their
background and purpose should, as far as
possible, be examined, the findings established
in writing, and be available to help competent
authorities. Where such a country continuous not
to apply or insufficiently applies the FATF
Recommendations, countries should be able to
apply appropriate countermeasures".
De FATF heeft de volgende vier
tegenmaatregelen geïdentificeerd die door de
leden getroffen kunnen worden:
1. Identificatieverplichtingen bij
transacties en financiële diensten met
instellingen uit NCCT-landen en hun onderdanen
(in Nederland via de Wet Identificatie bij
Dienstverlening, WID).
2. Verhoogde aandacht voor rapportering
van transacties met NCCT-landen en instellingen
of onderdanen uit NCCT landen.
3. Bij de vestiging van
dochterondernemingen van banken uit NCCT-landen
in Nederland dient de toezichthouder het feit
dat deze bank haar hoofdzetel heeft in een
NCCT-land te betrekken bij haar
vergunningsbeslissing (in Nederland door DNB).
4. Niet financiële sectoren waarschuwen
dat bij het zaken doen met bedrijven uit NCCT
landen het gevaar van witwassen aanwezig is (in
Nederland door middel van brieven aan het
Parlement, de toezichthouders en persberichten).
Nederland participeert samen met de
Nederlandse Antillen en Aruba als Koninkrijk der
Nederlanden in de FATF. Bekrachtiging vindt door
de Nederlandse minister van Financiën namens het
Koninkrijk plaats, doch niet voordat de
Nederlandse Antillen en Aruba hierover
geconsulteerd zijn.
Ministerie van Financiën