Antwoorden op kamervragen van de kamerleden Boelhouwer en Timmer over het mogelijk
stunten met prijzen van sterke drank (2020313850).
1.
Bent u bekend met de berichtgeving dat het stunten met de prijs van sterke drank hand over
hand toeneemt? 1)
1.
Mij is een dergelijk krantenbericht bekend van 24 juni 2003.
2.
Wat is uw oordeel hierover, in het licht van de verschillende Kamermoties om bepaalde vor-
men van alcoholmarketing te verbieden, en de toezegging van de toenmalige minister van
Volksgezondheid in een brief 2)om alcoholmarketing te beperken (via een Reclamebesluit in
de zin van artikel 2 van de Drank- en Horecawet)? 3)
2.
Genoemd krantenbericht gaat in op de gevolgen van de accijnsverhoging per 1 januari 2003
op de alcoholverkopen in ons land. In het kader van het alcoholbeleid is verantwoord alco-
holgebruik en verkoming van alcoholmisbruik wenselijk. Deze nieuwe cijfers laten zien dat
accijnsverhogingen kunnen leiden tot dalende alcoholverkopen.
Stuntaanbiedingen dragen niet bij aan preventie van alcoholmisbruik. Een potentieel riskante
en verslavende stof als alcohol leent zich nu eenmaal niet voor stuntpraktijken. Lagere prij-
zen verlagen immers de drempel om te kopen.
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn dat ik het standpunt deel van de toenmalige minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat bepaalde vormen van alcoholmarketing, waaron-
der prijsstunten, onwenselijk zijn en tegengegaan moeten worden.
3.
Is de voorbereiding van een Reclamebesluit, zoals in voornoemde brief door de toenmalige
minister toegezegd, al afgerond? Zo ja, wat is het resultaat van deze voorbereiding? Zo nee,
op welke termijn bent u van plan de voorbereiding af te ronden, gelet op de grote hoeveel-
heid stuntaanbiedingen die bijna dagelijks waarneembaar zijn?
3.
Komend najaar zal ik met de alcoholbranche in overleg treden over marketing gericht op
jongeren onder de 18 jaar. Ik ben namelijk op dit punt ontevreden met het functioneren van
de zelfregulering en onderschrijf de evaluatie van de toenmalige minister van Volksgezond-
heid, Welzijn en Sport in de brief van 21 december 2001 (27565, nr. 21). Dit overleg moet
leiden tot nieuwe, concrete, eenvoudig te interpreteren, niet vrijblijvende afspraken, gericht
op bescherming van jongeren. Lukt dat niet dan zal ik een Reclamebesluit op grond van de
Drank- en Horecawet voordragen. Bij het opstellen van een dergelijk besluit zal ik gebruik
maken van het vorig jaar door mijn ambtenaren opgestelde concept-Reclamebesluit.
Ik ben niet voornemens om in dat Reclamebesluit regelgeving op te nemen met betrekking
tot stuntpraktijken. Zoals de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 13
januari jl. op vragen van het toenmalige lid Van der Vlies liet weten, ligt regeling van deze
materie in de Drank- en Horecawet zèlf meer voor de hand.
---
4.
Wanneer worden de regels voor thuisverbruik, zoals toegezegd als reactie op Motie 27565,
nr. 11, algemeen verbindend verklaard?
4.
Het Platform Verkoop Alcoholhoudende Dranken voor Thuisverbruik heeft in 2000 regels
opgesteld voor de verantwoorde verkoop van alcoholhoudende dranken. Drie van die regels
zijn bovenwettelijk, gaan dus verder dan de bepalingen van de Drank- en Horecawet.
Algemeen verbindend verklaren van deze drie bovenwettelijke regels kan uitsluitend bij of
krachtens wet. Gezien de aard van de bepalingen zou opname in een Reclamebesluit op
grond van de Drank- en Horecawet het meest in de rede liggen. Zoals ik in mijn antwoord op
vraag 3 reeds heb verwoord, zal ik eind van dit jaar definitief beslissen of ik een dergelijk
besluit zal voordragen.
1) Brabants Dagblad, 24 juli jl., "Alcohol verkoop stort in door hogere accijns".
2) Kamerstuk 27 565, nr. 21
3) Moties op de stukken 27565, nrs. 7, 8, 16
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport