Vertrouwen eist kwaliteit
Onderzoek naar de kwaliteit van pensioenfondsbestuurders.
Door: Edwin van Straten
In opdracht van: Compass & Hedmark BV
Vertrouwen eist kwaliteit
Inhoudsopgave:
1 Inleiding 3
2 Onderzoeksopzet 5
3 Conclusies en aanbeveling 7
3.1 Enquête 7
3.2 Interviews 7
4 Commentaar 9
5 Bijlagen 12
Bijlage 1 Uitkomsten van de enquête 13
Bijlage 2 Verslag interviews 18
Bijlage 3 Politicibijeenkomst KPS 20
Bijlage 4 Publicaties in de krant 21
Bijlage 5 Deskundigheidsmatrix 24
Bijlage 6 De enquête 26
---
Vertrouwen eist kwaliteit
1. INLEIDING
Het afnemend economische tij in Nederland, in combinatie met de aanhoudende daling van de
koersen op de effectenbeurzen, maakt dat het pensioenthema een van de meest
spraakmakende onderwerpen is geworden van het afgelopen half jaar (Bijlage 4 geeft een
aantal publicaties over dit onderwerp). De Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) heeft op
30 september 2002 een brief het licht doen zien, waarin aan alle pensioenfondsen wordt
opgedragen een voorstel in te leveren op welke wijze de dekkingsgraad op het door de PVK
gewenste niveau wordt gebracht. Dit is geen sinecure. Mocht men hiertoe niet in staat zijn,
dan staat de hoogte van de aanspraak en de indexatie ter discussie, wat als een inbreuk op het
Nederlandse verzorgingsstelsel kan worden gekenschetst. Grote groepen in de Nederlandse
samenleving zullen niet in staat zijn zich tegen deze ingrepen te weer te stellen en moeten
constateren dat de inkomensvoorziening waarop zij rekenen niet bewaarheid wordt. Op de
bestuurders van de pensioenfondsen ligt de plicht om tot nakoming van toezeggingen te
komen. Kan men vertrouwen op de bestuurlijke kwaliteiten van deze personen? De toekomst
van het omvangrijkste onderdeel van ons oudedagsstelsel staat op het spel.
Nog maar sinds kort is de vakkennis van pensioenfondsbestuurders een aandachtspunt voor de
PVK. Sinds 2001 dienen pensioenfondsbesturen aan te geven hoe het met die kennis van het
bestuur is gesteld.
Een onderzoek naar de kwaliteit van pensioenfondsbestuurders is verricht door Edwin van
Straten (geb. 1977), vierdejaarsstudent Hogeschool Utrecht, faculteit Economie en
Management (FEM), als afstudeer opdracht. Dit onderzoek heeft plaats gevonden bij
Compass & Hedmark, gevestigd te Zeist; een nieuwe onderneming, die zich bezig houdt met
de search van kwaliteitsbestuurders voor pensioenfondsen.
In goed overleg tussen de partners van Compass & Hedmark, de coördinator van de
Hogeschool en de onderzoeker is de volgende stageopdracht geformuleerd:
- Inventariseer / bestudeer de pensioenfondsenmarkt;
- Leg bestand aan van adressen / materiaal / documenten;
- Vorm voor zover mogelijk een database;
- Inventariseer huidige situatie tav kwaliteitseisen van pensioenfondsbestuurders;
- Beschrijf het niveau dat de toezichthoudende instanties beogen;
- Onderzoek of fondsbesturen voldoen aan deze verzwaring, door een enquête;
- Welke stappen moet men nemen om het gewenste niveau te bereiken;
- Zijn andere maatregelen ter zaken gewenst.
Met ingang van 15 januari 2003 is een aanvang gemaakt. De totale stageperiode bedraagt vijf
maanden. Gedurende de stageperiode is er veel in het onderzochte marktgebied gebeurd; o.a.
de aangekondigde fusie tussen de PVK en DNB. (In dit onderzoek is nog geen vergelijking
gemaakt tussen het beleid van De Nederlandse Bank (DNB) en de PVK op het punt van
kwaliteit van bestuurders). De in mei verschenen DNB Magazine willen we graag
aanscherpen met het statement, dat in goede tijden wellicht meer aandacht aan het toezicht
moet worden besteed. Voordat de storm losbarst kan men werken aan de opleiding en
vaardigheden van de kapitein. Tijdens de storm is daar vaak geen tijd en gelegenheid voor.
Binnen de corporate governance discussie zal ook aandacht moeten besteed worden aan de
positie van pensioenfondsen en pensioenfondsbestuurders.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
Het onderhavige rapport is de uitkomst van de opdracht. "Vertrouwen eist kwaliteit" is als
titel gekozen, want de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel hangt in hoge mate af
van de kwaliteit van pensioenfondsbestuurders. Vertrouwen daarin wordt verondersteld totdat
het tegendeel is bewezen. Echter de toenemende complexiteit van de vraagstukken waaraan
pensioenfondsen worden bloot gesteld, maakt dat de pensioengerechtigden zich terecht
zorgen maken over hun toezegging. Alle reden om aan het vertrouwen te werken, door
kwaliteit te eisen ook van pensioenfondsbestuurders (want: het bezoek aan actualiteiten
seminars; de tijd besteed aan opleidingen; het aangesloten zijn bij een koepel; het maken van
plannen ter verbetering van het kennisniveau zijn in een aantal gevallen onder de maat).
Vertrouwen komt te voet...
Zeist, 30 mei 2003.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
2. ONDERZOEKSOPZET
Via Internet is van de PVK het databestand van de Nederlandse pensioenfondsen verkregen.
Na bewerking leverde dit een data-set op, waaruit alle pensioenfondsen is verzocht hun
jaarrapport in te zenden. Dit leverde een kleine honderd verslagen op. Een zestigtal fondsen
heeft schriftelijk verklaard aan derden geen informatie te verstrekken.
Eind februari 2003 werd de enquête (Bijlage 5) verzonden aan ruim driehonderd
pensioenfondsen. Deze groep bestond uit die fondsen die het jaarverslag hebben opgestuurd,
uitgebreid met een bestand, waarvan wordt verondersteld, dat deze behoren tot het zo
genoemde middensegment. Gekozen is voor dit segment, omdat kleine pensioenfondsen of
volledig zijn herverzekerd, of bezig zijn de verplichtingen bij een verzekeraar onder te
brengen. De allergrootste fondsen beschikken over pensioenbureaus en staven, waarvan mag
worden aangenomen dat deze in staat zijn kwaliteitstekorten, zo die er mochten zijn, van
bestuurders te compenseren.
Aan het verzoek werd door 32 fondsen gevolg geven. Als volgt te rubriceren
Pf 20.000 Totaal aantal Pf
verzekerden
Ingevuld enquête 27 5 32
Verzekerden gemiddeld 4.623 62.800 13.713
Totaal verzekerden 124.818 314.000 438.818
Belegd vermogen 388 miljoen 4.970 1.104 miljoen
gemiddeld
Totaal vermogen 32 Pf 10.476 24.852 35.328 miljoen
De 27 middelgrote fondsen kunnen als volgt worden verdeeld""
Aantal VB, OPF, de Unie van beroeps Pf VB 3 OPF 14 Unie1
1000 en 10.000 verzekerden 10 13 4
100 mln en 1mrd vermogen 14 10 3
De 5 grote fondsen kunnen als volgt worden verdeeld:
Aantal VB en OPF 1 4
50.000 verzekerden 2 3
3 miljard vermogen 3 2
Het betreft hier een kwalitatief onderzoek dat door de intensieve vraagstelling voldoende
inzicht geeft in de problematiek.
Indien men uitgaat van vierhonderd middelgrote pensioenfondsen waarvan er driehonderd
zijn aangeschreven kan de respons als representatief worden beschouwd. De aansluitende
diepte-interviews bevestigen het beeld, wat uit de ruim dertig reacties te voorschijn komt: het
kan beter met de kwaliteit van pensioenfondsbesturen.
Van negen fondsen is de reactie ontvangen dat men wegens gebrek aan tijd niet in staat is
deze enquête in te vullen (waarbij aangegeven is dat een half uur nodig was). 11 fondsen
geven aan geen gegevens aan derden te willen verstrekken.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
Aansluitend aan de enquête zijn er 25 interviews gehouden. Bij pensioenfondsen, vakbonden,
koepels en toezichthouder.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
3. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
3.1 Enquête
In bijlage 1 zijn alle uitkomsten van de enquête weergegeven, zoals deze door 32 fondsen zijn
ingevuld. Aan de hand hiervan zijn de volgende in het oog springende conclusies te trekken.
· 26% van de pensioenfondsen is niet verenigd in, of vertegenwoordigd door een van de
drie koepels ( VB, OPF of de Unie voor beroepspensioenfondsen).
· Er zijn premie holiday's verstrekt zonder dat daarvoor een basis was in de
financieringsovereenkomst.
· 55% van de pensioenfondsen heeft een premie holiday niet benoemd in zijn
financieringsovereenkomst.
· 39% van de pensioenfondsbesturen heeft geen bestuurders-
aansprakelijkheidsverzekering.
· 58% van de pensioenfondsen heeft een bestuurder die gepensioneerd is.
· Bij 14% van de pensioenfondsbesturen is er een bestuursplaats vacant. Nergens brengt
deze vacante bestuursplaats extra werk met zich mee.
· Pensioenfondsbestuurders gebruiken 11% van de tijd die ze aan het pensioenfonds
besteden (gemiddeld 3.5 uur per week) aan het up to date blijven (20 minuten per
week).
· 3% van de pensioenfondsen heeft het deskundigheidsplan nog niet ingevuld.
· 68% van de geënquêteerden heeft een training of seminar in 2002 bezocht.
· De deskundigheid van de geënquêteerden wordt door henzelf gewaardeerd met een 7.9;
zijn totale bestuur met een 7.4; (de Kring van Pensioen Specialisten (KPS) beoordeelt
de deskundigheid van pensioenbesturen met een 5.2; zie bijlage 3).
· Naar aanleiding van deze uitkomsten kunnen de volgende aanbevelingen worden
geformuleerd:
· De PVK dient een minimum kennisniveau per bestuurder te definiëren.
· Het deskundigheidsplan zou jaarlijks moeten worden geactualiseerd.
· De koepels zouden een PE systeem zoals bij het Nivra kunnen invoeren, mogelijk
aangevuld met een systeem van certificering.
· Premie holiday en korting op de pensioenpremie mogen alleen worden verstrekt als
deze in de financieringsovereenkomst zijn overeengekomen.
· Pensioenfondsbesturen horen een aansprakelijkheidsverzekering te sluiten.
3.2 Interviews
De 25 interviews, die aansluitend aan de enquête werden gehouden zijn samengevat in
bijlage 2. Zij leverden de volgende (opvallende) conclusies/statements op:
· Overgaan naar een verzekerde regeling wordt als te duur beschouwd (9 maal).
· De deskundigheid van het pensioenfondsbestuur wordt bepaald door het niveau van de
werknemers vertegenwoordiging (5 maal).
· De directeur van het pensioenfonds bepaalt agenda voor het pensioenfondsbestuur (8
maal).
· Pensioenfondsdirecteuren vinden dat besturen te zeer een marginale rol vervullen (6
maal).
· Pensioenfondsdirecteuren (4 maal) spreken hun twijfel uit over de kwaliteit van het
pensioenfondsbestuur.
Naar aanleiding van de interviews kunnen de volgende aanbevelingen worden geformuleerd.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
· Evaluatie van het functioneren en tijdsbesteding zijn voor de hand liggend.
· Bestuurders van een pensioenfonds moeten meer faciliteiten krijgen om hun werk te
kunnen uitvoeren, zoals bijvoorbeeld extra tijd en opleidingsmogelijkheden.
· Aangezien voorzitters een cruciale rol spelen in het totale bestuurlijke proces, klemt dat
nog meer voor deze bestuurder.
· Het lijkt wenselijk, rekening houdend met het paritaire model, onafhankelijke, neutrale
bestuurders te benoemen.
· Wie kwaliteit eist zal ook bereid moeten zijn daarvoor een honorarium te betalen.
· Door kleinere pensioenfondsen gezamenlijk te laten besturen (pool of fusie) is het
mogelijk meer kwaliteit te leveren.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
4. COMMENTAAR
De diverse onderwerpen die in de enquête en in de daaropvolgende interviews aan de orde
zijn gesteld, wil ik graag als volgt becommentariëren.
4.1 Pensioenfondsbestuurders gebruiken 11% van de tijd (3.5 uur) die ze aan het
pensioenfonds besteden aan het up to date blijven.
89% van de tijd zijn bestuurders bezig met de controlerende taak. De 11% die besteed wordt
aan het up to date blijven is gering gezien de complexiteit en het aantal veranderingen. Het
bijhouden van de pensioenactualiteit is een eerste vereiste voor het op hoog kwalitatief niveau
functioneren van het bestuur.
De enquêtes, ingevuld door leden van het dagelijks bestuur, voorzitter of secretaris, geven een
beter beeld (76%).
Aanbeveling: meer tijd moet worden besteed aan het bijhouden van actualiteiten. Jaarlijks
dient in het bestuur het kennisniveau per bestuurder te worden geëvalueerd en dient dit
gepaard te gaan met plannen voor de upgrading ervan. Ook zal jaarlijks de tijdsbesteding
besproken moeten worden.
4.2 68% van de pensioenfondsbestuurders heeft een training of seminar in 2002 bezocht.
32% van de pensioenfondsbestuurders heeft in 2002 geen training of seminar bezocht. Terwijl
seminars en training een zeer belangrijke plek innemen als het gaat om actualiteit
deskundigheidsontwikkeling. 2002 is een zeer bijzonder jaar geweest voor pensioenfondsen.
De brief van 30 september en de nieuwe wetgeving zijn thema's die zeer veel voorkomen als
onderwerpen voor seminars en trainingen. Eenderde deel van de pensioenfondsbestuurders
heeft het niet nodig gevonden om extra informatie te verkrijgen via een seminar of training in
het meest bewogen pensioenjaar aller tijden. Dat geeft te denken. 75% van de geënquêteerden
neemt geen maatregelen ter verbetering van de deskundigheid.
Een kwart van de bestuurders heeft geen second opinion gevraagd in 2002.
De helft van de geënquêteerde blijkt nu en dan advies te vragen buiten de
pensioenfondsadviseurs.
Aanbeveling: een verplicht actualiteiten- of bijscholingsprogramma voor
pensioenfondsbestuurders is raadzaam. Een stap verder is een certificering voor de
betreffende bestuursgroep.
4.3 Een kwart van de Nederlandse Pensioenfondsen is niet aangesloten bij een koepel (
OPF, VB of de Unie voor beroepspensioenfondsen).
Uit een gesprek met de PVK blijkt dit ruim 50% te zijn. Dit verschil is te verklaren omdat
pensioenfondsen, die de pensioentoezegging uitbesteed hebben, niet meewerken aan dit
onderzoek.
37 % van de fondsen, die niet zijn aangesloten bij een koepel, heeft een herverzekerde
regeling.
63% van de fondsen, die niet zijn aangesloten bij een koepel, heeft minder dan 1000
verzekerden.
Het gaat hier voornamelijk om kleine pensioenfondsen (met 6 bestuursleden) die zelf risico's
dragen.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
Bij pensioenfondsen die niet aangesloten zijn bij een koepel kan men zich afvragen hoe de
actualiteit wordt bijgehouden en de deskundigheid op peil blijft. Kleine fondsen zullen
verhoudingsgewijs minder kunnen besteden aan externe adviseurs; het lidmaatschap van een
koepel lijkt een belangrijk middel om de kennis op peil te houden en zo nodig te verbeteren.
Toenemende druk door aanvullende regelgeving zal verhoudingsgewijs kleine fondsen
belasten. Belangenbehartiging is juist voor kleine fondsen noodzakelijk. Verder lijkt het uit
maatschappelijk oogpunt, creëren van vertrouwen, vreemd dat een pensioenfonds niet is
aangesloten bij een koepel.
4.4 Bij 42 % van de pensioenfondsen zijn er in het verleden premie holidays verstrekt.
Verder worden er naast premie holidays ook kortingen verstrekt en zijn er terugstortingen aan
de sponsor gedaan. Bij 23 % van de pensioenfondsen die premie holidays in het verleden
hebben verstrekt, is de premie holiday niet geregeld in de financieringsovereenkomst. Bij
45% van de pensioenfondsen die een premie holiday hebben verstrekt, is er voor indexatie
naar mening van de PVK niet voldoende gereserveerd.
Het staat het pensioenfondsbestuur vrij om nadere afspraken met de sponsor te maken, slechts
bij minder dan de helft is dit issue in de financieringsovereenkomst geregeld. Het lijkt
dringend noodzakelijk dit vast te leggen en aan controle te onderwerpen.
Verstrekken van holidays en dergelijke, kort gevolgd door discussies over het al dan niet
handhaven van de indexatie, bevordert het vertrouwen niet.
Aanbeveling: in de financieringsovereenkomst moeten de voorwaarden worden opgenomen
op welke gronden premiekortingen en premie holidays mogen worden verstrekt.
4.5 39% van de pensioenfondsen heeft geen bestuurdersaansprakelijk-heidsverzekering.
Het aansprakelijkheidsrecht in Nederland verschuift, terwijl tegelijkertijd een claimcultuur
ontstaat. Het ontbreken van een verzekeringsdekking lijkt ongewenst, zeker als de sponsor
geen garantstelling heeft afgegeven.
Uit risico-oogpunt lijkt het ook niet verdedigbaar dat een pensioenfondsbestuur geen
verzekering heeft. Het gaat immers om verhoudingsgewijs geringe premie tegenover de kans
op zeer grote schades. Daarnaast bestaat een kans dat bestuurders ook privé aansprakelijk
gesteld kunnen worden. Het treffen van voorzieningen daartegen lijkt niet meer dan voor de
handliggend.
Aanbeveling: pensioenfondsbesturen horen een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering
(dan wel de sponsor een soortgelijke dekking voor dit risico ten behoeve van het fonds te
laten sluiten, dan wel een garantstelling te laten afgeven door de sponsor).
4.6 58% van de pensioenfondsen heeft een bestuurder die gepensioneerd is.
Veel fondsen hebben bestuurders die niet meer actief aan de onderneming zijn verbonden. Dit
zijn meestal functionarissen die een werkgeversplaats bezetten. Dit heeft meerdere voordelen:
continuïteit in kennis en ervaring naast het meer beschikbaar zijn voor de primaire taak, qua
tijdsbesteding. Hiermee is overigens wel de generatie pensioengenieters vertegenwoordigd.
Kunnen zei echter in deze inactieve periode op de hoogte blijven van de actuele
pensioenontwikkelingen?
10
Vertrouwen eist kwaliteit
Uit de interviews blijkt duidelijk dat de bestuurders, nog arbeidzaam in de onderneming, vaak
onder een lastige tijdsklem werken. Het pensioenbestuur wordt "erbij"gedaan, als neventaak.
Het mag niet verbazen dat dit gepaard gaat met weinig "carrièreperspectief".
De gemiddelde leeftijd van een pensioenfondsbestuurder is 52 jaar. Dit is niet de gemiddelde
leeftijd van de werkende in Nederland. De jongste pensioenfondsbestuurder uit het onderzoek
is 38 jaar. Verjonging hoeft geen kwaliteitsverbetering te betekenen, maar kan wel bijdragen
aan het creëren van vertrouwen in de richting van aankomende generaties; een pensioenfonds
is een plaats waar solidariteit tussen generaties vorm moet krijgen.
4.7 De deskundigheid van de geënquêteerde wordt gewaardeerd door hem zelf met een
7.9 zijn bestuur met een 7.4.
Dat de invuller van de enquête qua deskundigheid hoger scoort dan het gehele bestuur,
behoeft geen verbazing te wekken. Immers, de respondenten waren veelal leden van het
dagelijks bestuur, waarvan een verderstrekkend kennisniveau mag worden verwacht. Het
verschil met het cijfer dat specialisten op pensioengebied de pensioenfondsbesturen toe
dichten, is even wel opvallend: een 5.2 op een schaal tot 10 is als onvoldoende te
kwalificeren.
Het is opvallend dat 25% een bestuurder van buiten wenselijk acht.
Tweederde van de geënquêteerden is bereid om in meerdere pensioenfondsen zitting te
nemen.
Aanbeveling: het deskundigheidsplan moet jaarlijks worden geactualiseerd. Dat plan dient per
individu te worden bekeken en dient te leiden tot een persoonlijk ontwikkelplan. Toetreding
van externe bestuurders zal de bestuurskwaliteit kunnen verbeteren.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
5 BIJLAGEN
Bijlage 1: Uitkomsten van de enquête
Bijlage 2: Verslag interviews
Bijlage 3: KPS cijfer pensioenfondsbestuurders
Bijlage 4: Artikelen
Bijlage 5: Deskundigheidsmatrix
Bijlage 6: De enquête
12
Vertrouwen eist kwaliteit
Bijlage 1:
Uitkomsten van de enquête
De enquête is veelal door voorzitters ingevuld (76%).
Bij grote pensioenfondsen heeft de directeur de enquête ingevuld (80%).
75% van de enquêtes zijn ingevuld door bestuurders die namens de werkgever afgevaardigd
zijn in het bestuur.
Het pensioenfonds
De pensioenfondsen die aan deze enquête meewerken bestaan gemiddeld 42 jaar.
Grote fondsen 71 jaar; middelgrote 37 jaar.
86 % heeft de beleggingen voor 100% aan een derde gedelegeerd.
14% van de pensioenfondsen belegt zelf ook een gedeelte; gemiddeld is dit 30% van het
vermogen. Vooral bij grote pensioenfondsen wordt zelf belegd.
24% van de pensioenfondsen is 100% herverzekerd. Dit zijn altijd kleinere pensioenfondsen.
Van alle pensioenfondsen die aan deze enquête hebben meegewerkt heeft:
49% overlijden en 66% arbeidsongeschiktheid herverzekerd.
Er is geen navraag gedaan naar stop-loss contracten.
Het gemiddeld aandeel: actieven is 45%, slapers 35 % en gepensioneerden 20%. Wel is er
veel verschil tussen de pensioenfondsen. Opvallend is dat zowel de grote als middelgrote
pensioenfondsen op dit evenwicht zitten.
41% van de pensioenfondsen voert meerdere pensioenregelingen uit.
46% voert voor meerdere ondernemingen de toezegging uit.
72% is aangesloten bij een koepelorganisatie: daarbij komt de OPF het meest voor (56%),
maar ook pensioenfondsen die aangesloten zijn bij de VB (13%) en de Unie van
beroepspensioenfondsen (3%) hebben de enquête ingevuld.
Bij 97% van de pensioenfondsen is de indexatie voorwaardelijk
Bij 42% van de pensioenfondsen zijn er in het verleden premie holidays verstrekt.
23% van deze premie holidays zijn niet geregeld in de financieringsovereenkomst
45% van de pensioenfondsen heeft de premie holiday in zijn financieringsovereenkomst
geregeld.
Het bestuur
17% van de bestuursleden ontvangt een honorering.
61% van de pensioenbesturen heeft een bestuursaansprakelijkheidverzekering. De premie is
bij 33% recentelijk gewijzigd en bij 27% zijn de voorwaarden recentelijk gewijzigd.
13
Vertrouwen eist kwaliteit
Gemiddeld telt een bestuur 7,5 leden; bij de grote pensioenfondsen is het gemiddelde 12 leden
en bij middelgrote pensioenfondsen 6,5 leden.
De gemiddelde leeftijd van een pensioenfonds bestuurder is 52 jaar.
58% van de pensioenfondsen heeft een bestuurder die gepensioneerd is. Het gaat hier niet
altijd om afgevaardigden vanuit een deelnemersraad, maar juist om oud bestuurders van het
bedrijf die al zitting hadden in het pensioenfonds. Gemiddeld 1; grote fondsen gemiddeld 2.
Er is in 2002 gemiddeld 6 keer vergaderd bij de onderzochte pensioenfondsen.
Bij 14% van de pensioenfondsen zijn er bestuursplaatsen vacant.
Nergens levert de vacante positie extra werk op voor de overige bestuursleden.
19% van de ondernemingspensioenfondsen heeft een bestuurslid dat niet in dienst is of is
geweest bij de onderneming.
De pensioenfondsbestuurders die deze enquête hebben ingevuld zijn gemiddeld 11 jaar actief
in het pensioenbestuur. Bij grote ondernemingen is dit gemiddeld 7 jaar.
De voorzitters bestuursleden die de enquête hebben ingevuld doen het werk voor het
pensioenfonds in gemiddeld 3.5 uur per week.
Opleiding
45% van de bestuurders maakt, op individuele basis, gebruik van externe deskundigheid;
buiten de fondsaccountant en fondsactuaris om.
72% van de fondsbesturen heeft gebruik gemaakt van externe deskundigheid buiten de
fondsaccountant en fondsactuaris om.
Voor de volgende onderwerpen is extra kennis geraadpleegd bij een ander dan bij de
fondsaccountant of fondsactuaris:
1. Juridische vraagstukken 10
2. Beleggingen 9
3. Rekenkundige vraagstukken 5
4. Controle aspecten 4
5. Pensioentechnische vragen 3
6. Fiscale vraagstukken 3
7. ALM (asset liability management) 2
8. Strategische vraagstukken 1
Bestuurders gebruiken 11% van hun tijd die ze voor het pensioenfonds gebruiken aan het up
to date houden van hun pensioenkennis.
Dit doet men door middel van het lezen van vakliteratuur; het bijwonen van seminars en
vergaderingen van de Vereniging OndernemingsPensioen Fondsen (OPF); het volgen van
cursussen en het overleggen met actuaris en verzekeraar.
14
Vertrouwen eist kwaliteit
De top 10 van belangrijkste selectiecriteria voor het vervullen van vacatures
1. Deskundigheid 13
2. Kennis & kunde 7
3. Het zijn van werkgever/werknemer 7
4. Representativiteit 5
5. Betrokkenheid 5
6. Eisen deskundigheidsplan 4
7. Bestuurlijke ervaring 4
8. Interesse 2
9. Integriteit 2
10. Leeftijd 2
61% van de fondsen heeft in het bestuur de selectiecriteria voor de bestuurder uitputtend
besproken.
Bij grote fondsen is het percentage 20%.
57 % van de fondsen heeft de selectiecriteria in een profiel samengevat.
73% toetst de selectiecriteria op de huidige bestuursleden.
26% van de geënquêteerden acht het gewenst om pensioenfondsbestuurders van buiten de
onderneming aan te trekken.
Top 10 waarom het niet gewenst is om bestuurders van buiten de onderneming aan te trekken.
1. Er is onvoldoende betrokkenheid 8
2. Er is voldoende deskundigheid in huis 4
3. Het is geen belangenbehartiging 3
4. Het is een ondernemingspensioenfonds 2
5. Het is reglementair niet mogelijk 2
6. Het is een beroepspensioenfonds 1
7. De honorering is nihil 1
8. Het is een klein fonds
---
9. Er is een cultuur verschil 1
10. Er is geen binding met de onderneming 1
Nieuwe pensioenfondsbestuurders worden op de volgende wijze opgeleid:
· Externe cursus 81%
· Interne begeleiding 19%
· Interne cursus 13%
· Aanwezigheid bij vergaderingen 9%
· Niet nodig 9%
· Het pensioenbureau geeft een presentatie 6%
18% van de geënquêteerden ziet verschil in pensioenopleiding tussen de werkgevers- en
werknemersafgevaardigde in OPF fondsen. De verschillen worden als volgt verwoord:
· Werkgeversvertegenwoordigers zijn meer algemeen en beter opgeleid.
· Werknemersvertegenwoordigers zijn alleen ingewerkt op het gebied van de eigen
pensioenregeling.
15
Vertrouwen eist kwaliteit
50% ziet verschil in kennis tussen de werkgevers- en werknemersafgevaardigden. De
werkgeverafgevaardigde heeft een voorsprong op het terrein van financiële kennis; denkt
meer bedrijfsmatig en wordt vanwege die kwaliteiten benoemd. Werknemersafgevaardigden
benoemd op basis van eigen kandidaatstelling, via de deelnemersraad of OR, weet beduidend
minder van de financiële positie van de onderneming.
(uit de interviews bleek even wel dat de werkgeversvertegenwoordigers binnen de
Bedrijfstakpensioenfondsen (BPF) een kennisachterstand hebben ten opzichte van de
werknemersvertegenwoordiging)
41% ziet verschil in competenties tussen werkgevers- en werknemersafgevaardigden.
De gemiddelde deskundigheid van het bestuur van het pensioenfonds wordt beoordeeld met
7,4 (op een schaal tot 10).
De geënquêteerden denken dat de Kring van PensioenSpecialisten (KPS) de gemiddelde
deskundigheid van bestuursleden van pensioenfondsen beoordeelt op 6.
De eigen deskundigheid (van de geënquêteerden) wordt beoordeeld met een 7.9.
68% van de geënquêteerden heeft een seminar of training in 2002 bezocht. Onderwerpen van
deze seminars en trainingen waren:
Brief 30 september PVK 4
Nieuwe wetgeving 4
Communicatie beleid 4
Dekkingsgraad 4
Pensioenactualiteiten 3
Beleggingen 3
Algemene seminar pensioenfonds 1
Professionaliseren van pensioenfonds 1
Uitbesteding 1
Bij 83% van de pensioenfondsbesturen is er binnen het bestuur discussie geweest over de
PVK eisen op het gebied van deskundigheid.
4% van de pensioenfondsen heeft het deskundigheidsplan in 1999 opgesteld.
21% in 2000;
43% in 2001;
21% in 2002;
8 % in 2003;
3% heeft nog geen deskundigheidsplan opgesteld.
Gemiddeld heeft 1.3 keer het onderwerp opleiding/deskundigheid op de agenda van het fonds
in 2002 gestaan.
25% heeft een stappenplan opgesteld naar aanleiding van het deskundigheidsplan, ter
verbetering van die deskundigheid.
69% gebruikt een externe partij om het deskundigheidsplan te kunnen realiseren.
18% acht het in het kader van de toenemende kwaliteitseisen noodzakelijk om
pensioenfondsbestuurders van buiten de onderneming aan te trekken.
Als reden om geen externe bestuurders te benoemen worden genoemd:
16
Vertrouwen eist kwaliteit
· Kwaliteit is voldoende;
· Gebruiken externe adviseur; die is flexibeler;
· Kennis dient binnen het bestuur aanwezig te zijn;
· Onafhankelijkheid van het pensioenfonds wordt geschaad;
· Het is niet in het belang van de deelnemers.
62 % zou voor een ander pensioenfonds zijn deskundigheid beschikbaar willen stellen als
bestuurder.
14 % acht verdere aanscherping van de deskundigheidseisen van de PVK noodzakelijk.
5% acht aanscherping van de deskundigheidseisen van de PVK voor zijn eigen bestuur
noodzakelijk.
46% maakt gebruik van de deskundigheid van de PVK.
26% wordt door de PVK ondersteund in het verbeteren van de kwaliteit van het
pensioenfonds.
14 % zou meer ondersteuning van de PVK willen.
Bij 54% is voor indexatie voldoende gereserveerd naar de mening van de PVK.
17
Vertrouwen eist kwaliteit
Bijlage 2:
Verslag interviews
Uit deze 10 interviews met pensioenfondsbestuurders blijkt het volgende.
Als algemene taakstelling zien de geïnterviewde bestuurders van het pensioenfonds om een zo
goed mogelijke regeling te realiseren tegen een aanvaardbare prijs.
Daarbij wordt voortdurend gezocht naar het optimum in (her)verzekeren / eigenbeheer.
De belangrijkste argumenten voor het aanhouden van een eigen pensioenfonds zijn:
· Pensioenfonds is goedkoper;
· Pensioen besteed je niet uit (emotie);
· Communicatie naar verzekerden verloopt beter;
· Winsten blijven in het pensioenfonds.
De geïnterviewden gaven aan zelf te zoeken naar geschikte bestuurders, die vervolgens
worden voorgedragen aan de OR of deelnemersraad. Indien verkiezingen worden
uitgeschreven is de response gering en twijfelt men over de geschiktheid van de kandidaten.
De kandidaat-bestuursleden moeten ook een zekere achterban vertegenwoordigen. Bestaat die
achterban uit laagopgeleiden dan is het lastig bekwame personen te vinden.
Ook bij ondernemingen met veel hoger opgeleiden, is het niet eenvoudig kandidaten bereid te
vinden om in een pensioenfondsbestuur zitting te nemen. Vaak krijgt men weinig/geen
tijd/gelegenheid om werkzaamheden voor het pensioenfonds uit te voeren. Verder wordt het
door jonge werknemers niet aantrekkelijk ervaren om in het bestuur van een pensioenfonds
plaats te nemen, wegens het ontbreken van carrièreperspectief.
De meeste pensioenfonds- directeuren vinden het daarom ook wenselijk dat er een of meer
externe bestuurders in het pensioenfonds komen. Ook kwalitatief wordt dit als een versterking
ervaren.
Pensioenfondsdirecteuren blijken meestal de agenda van het pensioenfondsbestuur op te
stellen. Soms gebeurt dit in overleg met de voorzitter van het pensioenfonds. De overige
bestuursleden kunnen wel eigen agenda punten aangeven.
Het pensioenbureau komt veelal met panklare voorstellen, zonder andere alternatieven. Dit
vinden de geïnterviewden geen probleem want je moet duidelijk zijn, "het beste en niets
anders".
Men acht het toezicht van de PVK verbeterd. Men geeft aan dat juist vooraf gegeven
instructies en aanwijzingen meer effect zouden kunnen sorteren.
Een aantal geïnterviewden acht het toezicht te veel pensioeninhoudelijk; pensioen als
onderdeel van de CAO behoort tot het domein van werkgevers en werknemers.
De geïnterviewden verwachten geen echte veranderingen als het gaat om de fusie tussen de
toezichthouders; de samenwerking van de PVK met DNB is goed, maar er is sprake van twee
zeer verschillende aandachtsvelden
De geïnterviewden geven aan dat het voor sommige fondsen (niet hun eigen) beter is om over
te gaan op een verzekerde regeling omdat ze te klein zijn. Wel geven een aantal fondsen aan
dat op het terrein van beleggingen, uitvoering van de regeling en kennis, samenwerking
tussen fondsen is wenselijk om schaalvoordeel te kunnen behalen.
18
Vertrouwen eist kwaliteit
Er zijn 15 mondelinge interviews gehouden met influencials uit de pensioenfondsen markt.
Hieronder zijn de belangrijkste uitspraken samengevat.
· Als de deskundigheid van het bestuur als collectief op peil is, dan is dat in orde.
· Van de 900 pensioenfondsen zullen de kleinste op korte termijn verdwijnen of zich totaal
verzekeren.
· Men ziet ook het aantal fusies tussen pensioenfondsen toenemen.
· Men verwacht dat de kenniseisen die de PVK stelt, zullen worden opgeschroefd, ook bij
herbenoemingen.
· Het aantal vacatures is ongewenst; de PVK dringt aan op snelle invulling.
· Er is grote behoefte aan gekwalificeerde mensen.
· Men ziet de inzet van externe bestuurders als een kansrijke gedachte.
· Ervaren pensioenspecialisten zouden een versterking kunnen betekenen voor
pensioenfondsbesturen.
· Honorering voor bestuurders wordt gezien als mogelijke prikkel tot
kwaliteitsverbetering.
· Onafhankelijke voorzitters/bestuurders dienen te worden beloond.
· Kwaliteitsverbetering van bestuurders zou moeten beginnen met individuele scholing,
jaarlijkse update en mogelijk certificering op den duur.
· Deskundigheid dient verder verhoogd te worden, koepels dragen bij met
opleidingmogelijkheden voor nieuw benoemde bestuursleden.
· Er is een trend naar meer onafhankelijkheid ten opzichte van de sponsor.
· Kennistekorten lijken zich voornamelijk voor te doen binnen de
ondernemingspensioenfondsen.
· Vakcentrales en bonden hebben doorgaans voldoende kwaliteitsbestuurders.
· Zitting nemen in meerderen besturen heeft voordelen.
· Vakcentrales en bonden zouden ook graag werknemersleden leveren voor
ondernemingspensioenfondsbesturen.
· CAO onderhandelaars hebben andere belangen dan pensioenfondsbestuurders,
verschillende mensen zouden het werk moeten doen.
· Men wenst in het bestuur geen zetel in te ruimen voor een vertegenwoordiger van de
gepensioneerden; beter op afstand meebeslissen in de deelnemersraad of in de raad van
bestuur.
· Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering zou in alle gevallen moeten gesloten.
· De pariteit in het bestuur staat niet ter discussie.
· De rol van de uitvoeringsdirecteuren is van groot belang. Zij bepalen de route en het
tempo.
· De taak van het bestuursbureau is vooral het managen van het proces en zorgen dat
bestuursleden goed op de hoogte blijven.
· Er is ook in de beleggingscommissies behoefte aan externe expertise.
· De inzet van externe bestuurders is ook belangrijk in fusieprocessen.
19
Vertrouwen eist kwaliteit
Bijlage 3:
Politicibijeenkomst KPS
Beoordeling deskundigheid bestuursleden pensioenfondsen.
Deelnemers van de KPS hebben in het kader van hun werkzaamheden regelmatig contact met
bestuurders van pensioenfondsen.
Aan de deelnemers van de KPS Politicibijeenkomst is gevraagd welke `schoolcijfers' zij
gemiddeld geven voor de deskundigheid van bestuursleden van pensioenfondsen.
Uit de resultaten blijkt dat ca 32% van de aanwezigen de deskundigheid van bestuursleden
van pensioenfondsen gemiddeld met een onvoldoende beoordeelt. Alle respondenten
waarderen de deskundigheid van pensioenfondsen met gemiddeld een 5,17.
Met welk schoolcijfer beoordeelt u
gemiddeld de deskundigheid van
bestuursleden van pensioenfondsen?
30
25
20
% 15 Reeks1
10
---
---
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
cijfer
Bron: KPS Politicibijeenkomst 2002
20
Vertrouwen eist kwaliteit
Bijlage 4:
Publicaties in de krant
· Publicatiedatum: 20/5/2003 "Dubbelrol pensioenrekenaar ter discussie"
DNB/PVK verlangt van actuarissen binnen een jaar een nieuwe gedragscode. AMSTERDAM
- Actuarissen adviseren én certificeren pensioenfondsen en verzekeraars. Vandaag start het
Actuarieel Genootschap (AG) een debat over deze dubbele petten.
· Publicatiedatum: 19/5/2003 "PVK eist te hoge zekerheidsgraad van pensioenfondsen"
AMSTERDAM - De drie pensioenkoepels vrezen dat de solvabiliteitstoets die de
toezichthouder voorstelt, leidt tot verslechtering van pensioenregelingen.
· Publicatiedatum: 19/5/2003 "Verzet tegen nieuwe toets pensioenen"
Koepels tegen PVK-plan AMSTERDAM - Pensioenfondsen hebben grote moeite met de
solvabiliteitstoets die toezichthouder PVK wil invoeren. Deze nieuwe controle-eis is
overbodig en maakt het stelsel onnodig duur, zo oordelen de drie pensioenkoepels namens
bijna alle pensioenfondsen.
· Publicatiedatum: 14/5/2003 "Schootse Poort valt uit naar toezicht"
AMSTERDAM - De solvabiliteitseisen van de toezichthoudende PVK kunnen het
Nederlandse pensioenstelsel vernietigen. Dat heeft de Jan Snippe, de nieuwe directeur van
Schootse Poort, de pensioenuitvoerder van Philips, dinsdag gezegd op een conferentie in
Londen.
· Publicatiedatum : 14/5/2003 "Ahold-pensioeninfo à la carte"
Het pensioenfonds van Ahold zoekt actief contact met zijn deelnemers. Daarmee neemt het
concern een voorschotje op aanstaande wetgeving. Zeker sinds de boekhoudfraude en alle
pensioenonzekerheid van dien is dat geen overbodige luxe.
· Publicatiedatum: 13/5/2003 "Pensioentoezegging zwaar ter discussie"
Groei individueel pensioensparen, maar aandeel totaal nog marginaal
AMSTERDAM - AKZO Nobel wil meer pensioenrisico's bij de werknemers leggen. Het
rommelt in de sector. Het huidige stelsel met een vast pensioen wordt bedreigd.
· Publicatiedatum: 13/5/2003 "ABN Amro zet in op basispensioen"
AMSTERDAM - ABN Amro gaat haar pensioenregeling versoberen. Bij ongewijzigd beleid
verdrievoudigen de pensioenkosten de komende vijftien jaar en wordt de bank extreem
gevoelig voor bewegingen op de beurs.
· Publicatiedatum: 12/5/2003 "Arnhems realisme"
Hans Wijers zit koud op het pluche bij AKZO Nobel of hij ligt al op ramkoers. De kersverse
bestuursvoorzitter van het chemie- en farmacieconcern heeft een duidelijk signaal afgegeven
21
Vertrouwen eist kwaliteit
richting vakbonden: de pensioenen dreigen onbetaalbaar te worden. AKZO weigert nog
langer de pensioenuitkeringen te garanderen en wil het beleggingsrisico doorschuiven naar de
werknemers.
· Publicatiedatum: 12/5/2003 "Achtergestelde lening krikt dekkingsgraad pensioenfonds
op"
Achtergestelde leningen kunnen extra stijging van de pensioenpremies voorkomen, aldus
Pieter Kasse, Eduard van Gelderen en Herman Bril
· Publicatiedatum: 9/5/2003 "Verlegging pensioenrisico bevrijdt AKZO van loden last"
AMSTERDAM - AKZO Nobel wil niet langer worden blootgesteld aan de onvoorspelbare
financiële pensioenrisico's. De werknemers moeten die zelf maar dragen.
· Publicatiedatum: 30/4/2003 "Herstel dekking moeizaam proces"
Pensioenfondsen laten aandelenbelang geleidelijk wegzakken
AMSTERDAM - Pensioen- fondsen die een herstelplan moeten indienen bij toezichthouder
PVK, doen aandelen niet in de ban.
· Publicatiedatum: 26/4/2003 "FNV maakt opmerkelijke draai"
Pensioenvoorstel valt slecht bij CNV; werkgevers en Rutte positief
van onze redacteur
AMSTERDAM - Het pensioenvraagstuk verplicht de vakbeweging de grenzen van de
solidariteit op te zoeken. Zo maakt de FNV nieuwe vrienden.
· Publicatiedatum: 16/4/2003 "Pensioenstoring"
Bestuurders hardhandig gewekt DE CHAUVINISTISCHE TROTS op het Nederlandse
pensioensysteem heeft pensioenbestuurders een beetje blind gemaakt voor de nadelen van dit
unieke stelsel. Een stelsel waarbij vrijwel alle werknemers via het pensioenfonds van hun
werkgevers sparen voor een aanvulling op de AOW.
· Publicatiedatum: 29/3/2003 "Einde pensioenverplichting"
AMSTERDAM - Werkgevers bij de twee pensioenfondsen die dit jaar niet voldoen aan de
zogeheten z-score mogen op zoek gaan naar een andere uitvoerder. Pensioenfondsen achten
de kans klein dat werkgevers daadwerkelijk gaan shoppen.
· Publicatiedatum: 19/3/2003 "OM eist anderhalf jaar tegen oud-manager pensioenfonds"
AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag in hoger beroep tegen een
voormalige manager van het pensioenfonds metaalnijverheid een celstraf van anderhalf jaar
geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk.
---
Vertrouwen eist kwaliteit
· Publicatiedatum: 14/3/2003 "Magere pensioeninformatie irriteert Tweede Kamer"
DEN HAAG - Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat pensioenfondsen hun
premiebetalers en gepensioneerden beter moeten informeren over de financiële situatie van
hun pensioenfonds.
· Publicatiedatum: 13/3/2003 "Richtlijn voor pensioenfonds aangenomen"
STRAATSBURG - Het Europees Parlement heeft woensdag ingestemd met een Europese
richtlijn voor pensioenfondsen. De richtlijn voorziet erin dat pensioenfondsen een paspoort
krijgen om over de grens hun diensten aan te bieden.
· Publicatiedatum: 12/3/2003 "Sober pensioen"
Pensioenman G. Verheij van VNO-NCW wijst terecht op de noodzaak van versobering van
ons pensioenstelsel. Hij wil terugdringing van de (verplichte) collectiviteit en meer eigen
risico van de individuele werknemer.
· Publicatiedatum: 24/2/2003 "Pensioenfonds Stork stuurt directeur weg"
'Onregelmatigheden' aanleiding
AMSTERDAM - Het technologieconcern Stork heeft directeur L.J. van Gastel van het eigen
pensioenfonds twee weken geleden op staande voet ontslagen vanwege 'onregelmatigheden in
het investeringscircuit'.
Bron: Het Financiele dagblad
23
Vertrouwen eist kwaliteit
Bijlage 5:
Deskundigheidsmatrix
bestuu Rele pensioenr fin. Ad Uitbe comm meer
rlijke vant egelingen tech min stedin unicati jarig
kennis e en nisc . g e e
/ervari wet- soorten he org best
ng en en anis uur-
rege act. atie lijke
lgev asp en erva
ing ecte inte ring
Namen n rne (2x)
bestuurslede cont
n / role
(mede)belei
dsbepalers
Deze matrix is ingevuld met behulp van het in de bijlage opgenomen vragenformulier
Niveau:
1. geen kennis
2. weinig kennis
3. voldoende kennis
4. ruim voldoende kennis
5. meer dan ruim voldoende kennis
Toelichting:
1. Kennis van en/of ervaring met het besturen van een organisatie
Dit betreft met name de algemene vaardigheden om een organisatie te besturen.
2. Kennis van relevante wet- en regelgeving
Kennis van de Pensioen- en spaarfondsenwet en aanverwante wet- en regelgeving is
aanwezig, evenals kennis van aspecten van het rechtspersonenrecht, met name het
stichtingenrecht. Daarnaast is kennis aanwezig van de juridische aspecten van herverzekering.
3. Kennis van pensioenregelingen en pensioensoorten
Er is algemene kennis aanwezig met betrekking tot de verschillende soorten
pensioensystemen, uitvoeringsvormen en pensioensoorten.
4. Kennis van financieel technische en actuariële aspecten
Kennis is aanwezig met betrekking tot verschillende financieringssystemen, beleggingsbeleid,
actuariële principes en herverzekering.
5. Kennis van administratieve organisatie en interne controle
24
Vertrouwen eist kwaliteit
Kennis is aanwezig met betrekking tot administratieve processen en de daarbij behorende
interne controlemaatregelen.
6. Voor pensioenfondsen relevante kennis van en/of ervaring met uitbesteding van
werkzaamheden
Kennis van of ervaring met outsourcing is aanwezig, met name voor wat betreft de
uitbesteding van pensioenadministratie en vermogensbeheer.
7. Communicatie
Kennis van en/of ervaring met communicatie met de Pensioen- & Verzekeringskamer,
deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden is aanwezig.
8. Meerjarige ervaring in het besturen van een organisatie
Minimaal twee beleidsbepalers moeten over tenminste twee jaar bestuurlijke ervaring
beschikken.
25
Vertrouwen eist kwaliteit
Bijlage 6:
Enquête deskundigheid pensioenfondsen
( benodigde tijd ongeveer 30 minuten )
Algemene gegevens fonds
0. Hoelang bestaat uw pensioenfonds ? .........Jaar
1. In welke bedrijfstak zijn de aangesloten ondernemingen actief? ..................................................................
2. Hoeveel verzekerden heeft uw fonds? ...........Verzekerden
3. Wat is het aandeel Actieven, Slapers en Gepensioneerden in uw fonds? ....% Actieven, ......% Slapers, .....% Gepensioneerden
4. Worden er meerdere pensioenregelingen door uw fonds uitgevoerd? 0 Ja 0 Nee
5. Voert uw pensioenfonds voor meerdere ondernemingen de toezegging ? 0 Ja 0 Nee
6. Is het fonds aangesloten bij een koepel organisatie? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 8
7. Van welke koepel bent u lid? ..............................................................
8. Hoe groot is het belegd vermogen van uw fonds? .................Euro
9. In welke mate zijn beleggingen aan derden gedelegeerd? ..% zelf beleggingen, ..% derde belegd, ..% advies derde
10. Is uw pensioenfonds volledig herverzekerd? 0 Ja 0 Nee
11. Bij wie heeft u de herverzekering afgesloten? ................................................naam
12. Zijn alleen de volgende risico's herverzekerd? 0 Overlijden 0 Arbeidsongeschiktheid
13. Ontvangen de bestuursleden een honorering? 0 Ja 0 Nee
14. Heeft uw bestuur een bestuursaansprakelijkheidverzekering? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 17
15. Is de premie van deze verzekering recentelijk aangepast? 0 Ja 0 Nee
16. Zijn de voorwaarden recentelijk gewijzigd? 0 Ja 0 Nee
26
Vertrouwen eist kwaliteit
Enquête Deskundigheid pensioenfondsen
( Benodigde tijd ongeveer 30 minuten )
Bemensing
17. Wat is uw functie binnen het pensioenfondsbestuur? ............................................................
18. Hoeveel leden telt uw bestuur? .....Leden
19. Wat is de leeftijd van het jongste en oudste bestuurslid? ....jaar & .......jaar
20. Bent u benoemd door werkgever- of werknemersorganisatie of deelnemersraad? 0 Werkgever 0 Werknemer 0 Deelnemersraad
21. Heeft u ook gepensioneerde(n) in het bestuur of afgevaardigde(n) van deelnemersraad? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar 23
22. Hoeveel gepensioneerde(n) of afgevaardigde(n) van deelnemersraad
heeft u in het bestuur? .....personen
23. Hoe vaak bent u in 2002 bijeen gekomen? ......Keer
24. Maakt u zelf gebruik van externe deskundigheid buiten de
fondsaccountant en -actuaris? 0 Ja 0 Nee
25. Heeft u het laatste jaar gebruik gemaakt van andere
deskundigheid buiten het pensioenfonds? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 27
26. Welke deskundigheid was dit dan? ............................................................
27. Hoeveel jaar bent u al actief binnen het pensioenfondsbestuur? .......jaar
28. Zijn er plaatsen vacant binnen uw bestuur? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 30
29. Brengt deze vacante positie veel extra werkzaamheden
voor de overige bestuursleden mee? 0 Ja 0 Nee
30. Hoeveel tijd bent u kwijt aan uw bestuurstaak? ......... uur
31. Wat zijn de belangrijkste selectie criteria bij vacatures? ...............................................................
32. Zijn deze criteria in een bestuursvergadering uitputtend behandeld? 0 Ja 0 Nee
27
Vertrouwen eist kwaliteit
Enquête deskundigheid pensioenfondsen
( benodigde tijd ongeveer 30 minuten )
33. Heeft U deze criteria in een profiel samengevat? 0 Ja 0 Nee
34. Toetst u deze criteria ook op de huidige bestuursleden? 0 Ja 0 Nee
35. Zijn er bestuursleden die niet in dienst zijn of zijn geweest van de onderneming? 0 Ja 0 Nee
36. Acht u het gewenst om pensioenfondsbestuurders van buiten de
onderneming aan te trekken? 0 Ja 0 Nee
37. Waarom acht u het niet gewenst? ...............................................................
Opleiding
38. Op welke wijze worden nieuwe pensioenfondsbestuurders in uw fonds opgeleid? ...............................................................
39. Ziet u verschil in pensioenopleiding tussen de werkgevers- en werknemers
afgevaardigden? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 41
40. Welk verschil in pensioenopleiding ziet u? ..........................................................
41. Ziet u verschil in kennis tussen werkgevers- en werknemers afgevaardigden? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 43
42. Welk kennis verschil ziet u? .............................................................
43. Ziet u verschil in competenties tussen werkgevers- en werknemers afgevaardigden? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar vraag 45
44. Om welke competenties gaat dit? ................................................................
45. Heeft u suggesties om de boven genoemde verschillen weg te nemen? ................................................................
46. Met welk cijfer beoordeelt u gemiddeld de deskundigheid
van het bestuur van het pensioenfonds? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
47. Met welk cijfer denkt u dat de Kring van PensioenSpecialisten de
gemiddelde deskundigheid van bestuursleden van pensioenfondsen beoordeelt? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
28
Vertrouwen eist kwaliteit
Enquête deskundigheid pensioenfondsen
( benodigde tijd ongeveer 30 minuten )
48. Met welk cijfer beoordeelt u gemiddeld de deskundigheid van u zelf? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Kwaliteit ontwikkeling
49. Welk deel van uw tijd besteedt u aan het up to date houden van pensioen kennis? ...............................................................
50. Op welke wijze houdt u uw pensioenkennis op peil? ................................................................
51. Heeft u een seminar of training in 2002 bezocht i.v.m. pensioen kennis? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar 53
52. Wat was het onderwerp van deze training of seminar? ................................................................
53. Is er binnen uw bestuur een discussie geweest over de PVK eisen op
het gebied van deskundigheid? 0 Ja 0 Nee
54. Acht u verdere aanscherping van de deskundigheidseisen van de PVK noodzakelijk? 0 Ja 0 Nee
55. Acht u aanscherping van de deskundigheidseisen van de PVK
voor uw bestuur noodzakelijk? 0 Ja 0 Nee
56. Welke acties heeft u genomen naar aanleiding van deze deskundigheidseisen
van de PVK ? ................................................................
57. Wanneer heeft u een deskundigheidsplan opgesteld? .................................................................
58. Is dit deskundigheidsplan in het bestuur besproken? 0 Ja 0 Nee
59. Hoeveel keer heeft het agenda punt opleiding/ deskundigheid
op uw agenda gestaan in 2002? ...keer
60. Heeft u een stappenplan opgesteld naar aanleiding van het deskundigheidsplan? 0 Ja 0 Nee
61. Gebruikt u externe partijen om het deskundigheidsplan te kunnen realiseren? 0 Ja 0 Nee
29
Vertrouwen eist kwaliteit
Enquête deskundigheid pensioenfondsen
( benodigde tijd ongeveer 30 minuten )
62. Acht u het in het kader van de toenemende kwaliteitseisen noodzakelijk
om pensioenfondsbestuurders van buiten de onderneming aan te trekken? 0 Ja 0 Nee
63. Waarom acht u het niet noodzakelijk? ....................................................................
64. Zou u zelf voor een ander pensioenfonds uw
deskundigheid beschikbaar willen stellen? 0 Ja 0 Nee
65. Maakt u gebruik van de deskundigheid van de PVK.? 0 Ja 0 Nee
66. Wordt u daarbij ondersteund door de PVK in het
verbeteren van de kwaliteit van de pensioenfonds? 0 Ja 0 Nee
67. Zou u meer ondersteuning van de PVK willen? 0 Ja 0 Nee Indien nee ga naar 69
68. Welk onderwerp zou deze extra ondersteuning omvatten? .....................................................................
69. Op welke tijdschriften heeft het pensioenfonds een abonnement? .....................................................................
70. Bij welke organisaties volgt u cursussen? .....................................................................
Inhoudregeling
71. Wat is de aard van de pensioenregeling? 0 middelloon m/z indexatie van actieven/nietactieven
0 final pay m/z indexatie van inactieven
0 beschikbare premie
0 hybride
72. Is indexatie voorwaardelijk? 0 Ja 0 Nee
73. Is voor indexatie naar de mening van de PVK voldoende gereserveerd? 0 Ja 0 Nee
74. Hoeveel is het premievolume in 2002? ..................euro
75. Zijn er in het verleden premie holidays verstrekt? 0 Ja 0 Nee
30
Vertrouwen eist kwaliteit
Enquête deskundigheid pensioenfonds
( benodigde tijd ongeveer 30 minuten )
76. Is de premie holiday geregeld in de financierings overeenkomst? 0 Ja 0 Nee
77. Zou u ook beschikbaar voor een interview zijn over de deskundigheid
binnen besturen van pensioenfondsen? 0 Ja 0 Nee
Indien u bereid bent voor een interview dan ontvang ik graag uw naam en telefoon nummer
dhr/mvr....................................................Telefoon nummer..........................
Pensioenfonds..............................................
Indien u het rapport wenst te ontvangen graag hier de gegevens van uw pensioenfonds invullen.
Naam pensioenfonds.....................
Adres................................ nr.....
Postcode ....................................
Plaats ........................................
T.a.v.:........................................
Hartelijk dank voor uw medewerking.
Deze enquête graag retour zenden aan:
Edwin van Straten
p/a Compass & Hedmark
Utrechtseweg 9
3704 HA Zeist
tel. 0306991309
31
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid